Direct naar artikelinhoud

Raad van Europa zet Erdogan onder toezicht

Bezorgd om mensenrechtenschendingen in Turkije heeft de Raad van Europa het land opnieuw op zijn monitoringlijst geplaatst. Dat kan een toetreding tot de EU belemmeren. 'De relatie tussen de EU en Turkije is comateus, maar niemand durft de stekker eruit te trekken.'

Met 113 stemmen voor, en 45 stemmen tegen besliste de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa om Turkije opnieuw onder toezicht te plaatsen. De parlementsleden willen dat Ankara "zo snel mogelijk" de noodtoestand opheft, alle parlementsleden en journalisten in afwachting van hun proces vrijlaat en de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid herstelt.

Twee rapporteurs van de Raad van Europa moeten regelmatig naar Turkije afzakken om de voortgang te evalueren.

"Turkije is hierdoor bij de slechtste leerlingen van de klas gezet, tussen Azerbeidzjan en Rusland", zegt Petra De Sutter, parlementslid voor Groen in de Raad van Europa. "Turkije wordt teruggefloten en als ze toch nog verder gaan, door bijvoorbeeld de doodstraf in te voeren, dan vliegen ze eruit."

Kans is kleiner dan ooit

De doodstraf is de voornaamste reden waarom bijvoorbeeld Wit-Rusland niet in de Raad van Europa zit. De Raad van Europa is een club van 47 Europese landen, die in principe niets met de EU te maken heeft.

Maar toen de Raad de vorige toezichtsprocedure in 2004 had stopgezet, was dat voor de EU het startschot om onderhandelingen over het lidmaatschap op te starten.

"Het feit dat ze nu opnieuw in monitoring staan, zal de EU ook gebruiken om de toetredingsonderhandelingen te bevriezen", zegt de Sutter. "De kans tot toetreding is nu kleiner dan ooit."

Dat had Eurocommissaris voor uitbreidingsonderhandelingen Johannes Hahn deze week ook al laten verstaan. Hahn is op zoek naar andere vormen van samenwerking met Turkije, omdat hij zich niet kan inbeelden dat "het land onder Erdogan bereid is om zijn macht met iemand te delen, en dat is toch een fundamenteel onderdeel van de EU."

Als kandidaat-lidstaat ontvangt Turkije voor de periode van 2014 tot 2020 4,45 miljard euro van de EU. Politici in heel Europa uiten steeds meer kritiek dat zo'n schenking gaat naar een land dat mensenrechten schendt en regelmatig Europese leiders schoffeert.

Poortwachter Syrië-strijders

Eind deze week komen de Europese buitenlandministers bij elkaar, maar het is maar de vraag of ze de toetredingsprocedure durven stop te zetten. Tot nu toe heeft enkel Oostenrijk dat luidop durven te vragen.

"De onderhandelingen tussen de EU en Turkije zijn in comateuze toestand", zegt Turkije-kenner Dries Lesage (UGent). "Er zal geen leven meer komen in dit dossier, maar tegelijk durft niemand de stekker eruit trekken."

Belangrijk daarin is de geografische ligging van Turkije, als poortwachter voor vertrekkende en terugkerende Syrië-strijders. Sinds een jaar is er ook de vluchtelingendeal, die de vluchtelingenstroom naar Griekenland heeft drooggelegd. Dossiers waarin Europa geen hefbomen heeft, maar Turkije wel.

"Dat verklaart waarom Europese politici luide kritiek hebben op Turkse mensenrechtenschendingen, tenzij ze op belangrijke ministerposten zitten", zegt Lesage. "Dan zijn ze een pak voorzichtiger. Vergeet ook het belang van de douane-unie niet. De economische belangen daarvan zijn voor beide partijen niet te onderschatten."

Het valt af te wachten of de buitenlandministers deze week Turkije in de wachtkamer houden, of naar de uitgang begeleiden.