Direct naar artikelinhoud

'Buitenlandberichtgeving staat onder druk'

Het buitenlandnieuws in de Vlaamse media wordt steeds vaker gemaakt op de redactie zelf en komt vooral van persbureaus en buitenlandse media. Dat is de conclusie van een onderzoek van het Steunpunt Media.

Het Steunpunt Media, dat in opdracht van de Vlaamse overheid onderzoek doet, ging voor deze studie met twintig buitenlandjournalisten praten. Die journalisten werken voor de VRT, VTM, De Standaard, De Morgen, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, Belga, De Wereld Morgen, Apache, MO* en het persbureau IPS.

Volgens de geïnterviewde journalisten is een belangrijke verklaring voor het steeds grotere aandeel redactiewerk het terugschroeven van tijd en middelen om zelf naar het buitenland te reizen. Alle kranten hebben jaren geleden al hun correspondenten teruggeroepen - De Standaard en De Morgen maken nu gebruik van het correspondentennetwerk van hun Nederlandse zusterkrant -, terwijl ook de VRT vorig jaar besliste om niet langer met vaste posten in het buitenland te werken. In de plaats zijn er nu 'pop-upcorrespondenten'. Alleen VTM heeft met Greet De Keyser nog een correspondent, in Washington.

Door de digitalisering is het werk nu wel wat makkelijker geworden dan vroeger: er komt meer informatie binnen en je kunt via mail of Skype makkelijker contact leggen met buitenlandse bronnen. Toch blijven de grote nieuwsagentschappen Reuters, AFP en AP dominant, zeggen de journalisten.

Expertise verloren

Ze geven wel aan dat ze aangeleverd materiaal "voornamelijk gebruiken ter aanvulling van hun eigen nieuwsproducties". Daarnaast worden ook ngo's en gewone burgers als belangrijke bronnen beschouwd.

Volgens het onderzoek staat de buitenlandberichtgeving niettemin onder druk. De journalisten mogen dan wel tevreden zijn over hun eigen vrijheid en autonomie binnen de redacties, er wordt ook geklaagd dat er de voorbije jaren veel kennis en expertise is verloren gegaan door krimpende redacties.

Als reden daarvoor verwijzen ze naar de concurrentiestrijd tussen verschillende media, waardoor vaker keuzes worden gemaakt die zouden zijn afgestemd op kijkers- en lezersonderzoeken.