Direct naar artikelinhoud

'Politiek en liefde worden hier niet vermengd'

Terwijl socialistisch België zich klaarstoomt voor ronkende verklaringen over arbeid en politiek, trekken tientallen Malmédiens de hele nacht door hun stad om de liefde te bezingen onder de ramen van hun geliefden. 'Morgen zullen we te moe zijn om ons met politiek in te laten', lacht een bejaard koppel. 'Wij vieren vannacht het feest van de liefde en de jeugd. En politiek en liefde kunnen nu eenmaal niet gemakkelijk vermengd worden.'

Malmédy

Van onze medewerker

Ben Bleys

Het Waalse Malmédy staat om veel zaken bekend: zijn kleurrijke flora - in 1996 werd het uitgeroepen tot fleurigste stadje van Europa - zijn goede ligging in de Belgische Ardennen en zijn hordes Nederlanders en Duitsers die er het jaar rond resideren. Minder bekend is het lied 'Lu Nut' du May', dat er in de negentiende eeuw geschreven werd. De gebroeders Lebierre uit Malmédy componeerden het in 1851 oorspronkelijk als carnavalslied, maar dertig jaar later herschreven ze het tot een romantische ode aan de liefde en de jeugd. Sindsdien trekken de Malmédiens in de nacht voor 1 mei massaal de straat op, om onder de ramen van hun geliefden de poëtische ballade te brengen.

Rond halftien bijt La Royale Caecilia, een plaatselijk koor van een twintigtal oudere dames, de spits af op een pittoresk pleintje in het centrum. Terwijl twee nietsvermoedende ex-koorleden een diner verorberen in een restaurant, betovert het koor het toeristenstadje met zijn feeërieke gezang. De voormalige koorleden lijken aangenaam verrast, laten hun diner voor wat het is en kijken vertederd toe van achter het raam. "Normaal gezien mogen enkel mannen de ballade brengen, maar vanavond draaien we even de rollen om", fluistert koorlid Cecile Tierez stout. 'Waarom zouden we daarmee twee oud-leden geen plezier mogen doen?"

Op de Place de Rome haast Thierry Ledur zich ondertussen naar de bloemenverkoopster. De tiener koopt er bijna de helft van de voorraad meiklokjes op en spoedt zich naar Thirimont, een kleine gemeente in de Ardeense regio. "Lu Nut' du May wordt niet enkel in Malmédy gevierd, maar in de hele regio." Hij zucht nerveus dat hij straks de ballade zal brengen onder het raam van een meisje op wie hij verliefd is. "Samen met een tiental vrienden doen we de hele nacht de ronde in de streek, om Romeo en Julia-gewijs onze kansen te wagen. Hoe klef", lacht hij. "Maar als we goed genoeg zijn, aanvaarden ze onze boeketten en laten ze ons binnen voor een glaasje en misschien wel een kus."

"Het wordt rustig. De lucht is mooi. Wanneer men het geluk heeft lief te hebben, wordt het een mooie nacht, de nacht voor 1 mei", zingt het mannenkoor Le Royal Union Wallon op het marktplein. Een van de vele toeschouwers houdt zijn gsm op, "om zijn vriendin die thuis aan het studeren is mee te laten genieten". De bejaarde Antoine Dovifalt en zijn echtgenote Elisabeth Lodomez zingen uit volle borst mee en heffen na afloop het glas. Terwijl socialistisch België zich klaarstoomt voor ronkende verklaringen over arbeid en politiek, zegt Dovifalt dat er hier vanavond geen politiek bedreven wordt, "eerder liefde", knipoogt hij.

De Cercle Royale des Mandolinistes trekt door Malmédy met caritatieve bedoelingen. "Wij gaan vooral op bezoek bij oudere mensen die niet meer goed te been zijn", verklaart voorzitster Marie-Paule Mommer. "Op die manier kunnen zij ook een beetje meegenieten van deze speciale nacht." In de straten buiten het centrum brengen de tien leden een muzikale interpretatie van het meilied, speciaal geschreven voor mandolines. Gezang komt er niet bij kijken, maar het fijnzinnige getokkel brengt de boodschap duidelijk over. De deur van een piepklein huisje gaat stilletjes open en dankbaar verschijnen de twee hoogbejaarde bewoners. "Een glimlach en een dankwoord, daar doen we het voor", aldus Mommer.

Op bezoek bij burgemeester Robert Denis blijkt dat de Malmédiens deze lokale traditie ook in ere houden om eens goed uit de bol te gaan. "Dit stadje telt 11.000 inwoners. Maar aan het drankverbruik te zien, zou je denken dat hier heel wat meer mensen wonen", lacht Denis. "De meeste fanfares en koren gaan de hele nacht door en drinken bij elke halte een glaasje. Gevolg is vaak dat ze de volgende dag van geen ophouden weten, maar erg vind ik dat absoluut niet. Het is een leuke gewoonte die zoveel succes kent dat ze zelfs naar Duitsland overgewaaid is, maar in Vlaanderen zou het ook zijn nut hebben om de verzuring tegen te gaan", pest hij vooraleer hij de volgende fanfare ontvangt met smakelijke broodjes en liters drank.

Burgemeester Denis: 'De gewoonte zou in Vlaanderen ook aanslaan, al was het maar om de verzuring tegen te gaan'