Direct naar artikelinhoud

Brein overbelast? Gooi je rommel in een lade

Ons brein is overbelast, we kunnen ons nauwelijks nog tien minuten concentreren. Professor-muzikant Daniel Levitin toont in zijn boek Een opgeruimde geest hoe we die chaos kunnen aanpakken. 'Ons brein betaalt een fikse prijs voor de informatiestroom.'

Wat hebben kapotte pennen, verdwaalde sleutels en halfvolle batterijen te maken met de overdaad aan informatie die wij dagelijks te verwerken krijgen? Alles - als we breinwetenschapper Daniel Levitin mogen geloven. "Roo-moo-laaa." Levitin spreekt het woord uit alsof hij een exotisch gerecht bestelt. De Amerikaan is in onze contreien ter promotie van zijn pas verschenen boek Een opgeruimde geest, met daarin een glansrol voor de rommellade. Volgens Levitin heeft bijna iedereen zo'n lade.

Wat ligt er in uw la?

Levitin: "Kaarsen, een zaklamp, schroefjes, sleutels van de brievenbus, batterijen, pennen - vooral kapotte. Eetstokjes, een oprolbaar meetlint, kaartjes met nummers van klusjesmannen."

Waarom hebben we allemaal een rommella?

"Om tijd te besparen. Er zijn ongetwijfeld plekken in huis waar je het beste dat ene schroefje in kunt leggen of die batterij, maar daarover nadenken of die zaken organiseren kost meer tijd dan deze dingen even in de rommella werpen. Dat doen we ook met mails of papieren documenten, die stoppen we in de map 'diversen'."

Waarom bewaren we zulke prullen?

"Uit angst dat we ze op een dag toch nodig hebben. Terwijl die kans natuurlijk vrijwel nul is."

Een aantal jaar geleden merkte u dat u uw leven steeds minder goed kon organiseren: werk, muziek, gezin, vrienden, slapen... U dacht elke dag: weer niet genoeg gedaan.

"Ik hoorde het ook om me heen, van collega's en vrienden. Ik denk dat de frustrerendste gedachte aan het einde van een lange, volle dag is dat we amper iets voor elkaar hebben gekregen. Ik begreep het ook niet. Dit is toch het computertijdperk, computers moeten er toch voor zorgen dat we meer tijd hebben? Maar het tegenovergestelde lijkt het geval."

Hoe bedoelt u?

"Als de Romeinse filosoof Seneca vandaag was wakker geworden na een dutje van 2.000 jaar, was hij waarschijnlijk in tranen uitgebarsten. Niet omdat we apparaten hebben waarmee we kunnen praten met mensen aan de andere kant van de wereld en ook niet omdat het paard is ingeruild voor een motor. Maar omdat de hoeveelheid informatie die wij dagelijks te verwerken krijgen via het internet, de eindeloze stroom mails en onze smartphones gelijkstaat aan het lezen van 175 kranten. Elke dag weer. En dat - zoals Seneca meteen zou beseffen - kan eigenlijk helemaal niet.

"Althans, onze hersenen zijn ertoe in staat, maar je betaalt wel een fikse prijs. Aandacht is een grondstof met beperkte capaciteit. Het is uitputtend en we maken geen onderscheid tussen belangrijke en onbelangrijke informatie."

Multitasken is een mythe, schrijft u.

"Dat is denk ik wel het belangrijkste neurowetenschappelijke inzicht van de afgelopen paar jaar. Toen ik dat ontdekte, begreep ik ineens waarom ik het gevoel heb dat ik niets voor elkaar krijg als ik een artikel lees, tegelijkertijd mijn mail, Twitter en Facebook check en sms'jes verstuur."

Wat gebeurt er in ons hoofd als we denken dat we multitasken?

"Wat we eigenlijk doen, is continu heen en weer schakelen tussen de ene en de andere taak. Er zit letterlijk een schakelaar in ons brein die dat regelt. Behalve inefficiënt is het doodvermoeiend. Dat schakelen kost enorm veel energie en de hoeveelheid breinenergie is beperkt. Met als gevolg improductiviteit, gebrek aan gedrevenheid, concentratie en creativiteit.

"Wist je dat je IQ daalt elke keer als je je mail checkt? Informatie gaat bovendien geregeld naar het verkeerde deel van je hersenen, met alle gevolgen van dien. Tegelijkertijd dingen doen, bestaat gewoon niet. En ergens weten we dat ook wel."

Waarom doen we het dan toch?

"Omdat we geprogrammeerd zijn om nieuwe dingen te signaleren. Hoewel een sms zelden van levensbelang is, denkt ons brein van wel. In de oertijd kon het gevaar zomaar opduiken en het vinden van een nieuwe waterbron kon van levensbelang zijn. Daarom reageert ons brein nog altijd met een vonkje dopamine als beloning voor het opmerken van iets nieuws. En dopamine is verslavend. Daarom voelen we ons zo willoos tegenover het oplichtende scherm van onze telefoon."

U schrijft dat we ons minder goed kunnen concentreren dan twintig jaar geleden.

"Daar lijkt het op. Digital natives lijken zich niet eens tien minuten op een taak te kunnen concentreren. Zozeer is hun brein gewend aan het wisselen van aandacht. Terwijl we weten dat in veel gevallen een langere aandachtsspanne nodig is om info op te nemen of een taak te volbrengen."

We realiseren ons vaak niet dat we niet alles meekrijgen, schrijft u.

"Eigenlijk is ons bewustzijn een aaneenschakeling van fragmentjes die ons de illusie van een doorlopende tijdlijn geeft. Een bekend voorbeeld is het filmpje van de basketballende mensen. Testpersonen werd gevraagd om te tellen hoe vaak de spelers in het wit de bal overgooiden. Naderhand bleek 80 procent de figuur in het gorillapak die door het beeld loopt gemist te hebben."

Hoe kan dat?

"Ons aandachtssysteem is simpelweg overbelast. En we hebben dat niet eens door. We ervaren vermoeidheid of gebrek aan gedrevenheid, maar we beseffen niet dat kleine beslissingen net zo veel energie kosten als grote. Als je het maximum aantal beslissingen dat je brein aankan overschrijdt, kun je geen beslissingen meer nemen of ga je slechte keuzes maken."

Voor uw boek sprak u succesvolle ondernemers en muzikanten. Hun overeenkomst is dat ze allemaal een persoonlijke assistent hebben. Is dat uw advies aan ons allen?

"Nee, maar we kunnen wel leren van die assistenten. Ze gebruiken kalenders, stellen prioriteiten, maken aantekeningen om overtollige gedachten uit hun hoofd te halen. En ze plannen belangrijke beslissingen vroeg op de dag - als er nog genoeg breinenergie is."

En begin de dag nooit met het beantwoorden van al je mails?

"Ha, nee! Een veelgemaakte fout. Ga maar na. Bij elke mail denk je: nu of straks antwoorden, wat moet ik antwoorden, moet ik het weggooien, doorsturen, archiveren - dat zijn al vijf beslissingen. Sinds ik dit weet, doe ik het niet meer en dat scheelt ontzettend veel energie. De topondernemers die ik sprak, hebben vaak een apart mailadres voor urgente mails, waar niemand ze filmpjes stuurt van een kat die pianospeelt."

Uw belangrijkste advies luidt dat we meer moeten dagdromen.

"De natuurlijke toestand van de hersenen is dagdromen. En wij denken de hele dag dat we moeten strijden tegen dagdromen omdat dat niet productief is. Terwijl het juist de stand van ons brein is waarin zelfkritiek en angst worden uitgeschakeld en waar creativiteit ruimte krijgt."

Hoe komt het dat veel mensen moeite hebben met dagdromen?

"We zijn verslaafd aan de informatiestroom. Geen mails beantwoorden voelt als improductiviteit. Terwijl dat niet zo is. Veel mensen kunnen zich de eerste dagen van hun vakantie niet ontspannen. Ze denken: ik kan niet op het strand liggen, ik moet een tour boeken en alle highlights zien - we denken in to-dolijsten. Maar wat we echt nodig hebben, is net een vakantie zonder agenda en verplichtingen. De paradox is dat je dan pas echt dingen voor elkaar gaat krijgen."