Direct naar artikelinhoud

Waarom de mannen van de vuilkar altijd winnen

Gent zien, en dan sterven van de stank? Met het akkoord bij afvalbedrijf Ivago komt er een einde aan de vuilniscrisis van 2.500 ton. En zie daar, de vuilnismannen hebben alweer hun slag thuis gehaald. Net zoals altijd. 'Was het twee dagen eerder zo warm geweest, er lag twee dagen eerder een akkoord.'

De ene personeelsmanager is ontslagen, de andere omstreden directeur krijgt een nieuwe functie. Het evaluatiesysteem is aan herziening toe. En voor wie toch zijn C4 krijgt, komt er een begeleidingstraject naar een andere job. Ziedaar in een notendop het bereikte akkoord bij het Gentse afvalbedrijf Ivago. Volgens sommige werknemers een "lauw document", voor de vakbonden zelf "een overwinning na een uitputtingsslag".

Een slag kon je het wel noemen. Eentje die stonk ook. Even hoog als de frustraties van de Gentse vuilnismannen stapelden ook de plastic zakken zich op. Kleurde de kampioenenstad onlangs nog blauw-wit, dan zag je de jongste week enkel nog blauw en geel. Goed voor zo'n 2.500 ton afval, oftewel 300.000 zakken.

Kippenhok

De onderhandelingen verliepen stroef, een sociaal bemiddelaar kwam masseren, maar de vuilnismannen misten hun effect niet. En dat is geen verrassing. Want leggen managers of bankiers het werk neer, geen haan die daarnaar kraait. Maar staken de mannen van de vuilkar, dan lijkt het kippenhok te klein.

"Het is nog maar eens gebleken hoe belangrijk onze job is", vertelt Dirk Van Himste, met rood ACOD-jasje aan. "Vuil laten liggen heeft direct impact. Omdat je het onmiddellijk in het stadsgebeuren voelt. Was het twee dagen eerder zo warm geweest, we hadden twee dagen eerder een akkoord bereikt."

De stad als vuilnisbelt, het is "een visueel wapen en de vakbonden weten dat", stelt Didier Naessens, algemeen directeur bij Ivago. Zorgen stakingen bij het spoor of in de luchthaven ook voor wrevel, dan is de impact van de vuilnisman nog groter. "Want mensen worden er niet alleen rechtstreeks mee geconfronteerd, ook de politiek wordt er meteen in betrokken."

Het doet terugdenken aan wat zich eerder afspeelde in New York, eind jaren zestig: de 'great garbage strike'. Uit onvrede met hun loon legden de vuilnismannen massaal het werk neer. Negen dagen en 100.000 ton afval later ging het stadsbestuur door de knieën. Een loonsverhoging volgde en de voorspelling van The New York Times kwam uit: "De grootste onder alle steden moet zich overgeven of ten ondergaan in het vuil."

Stakende consultants of marketeers, je hoort of leest er nooit iets over. Voor hen zullen burgemeesters nog niet zo snel de noodtoestand moeten uitroepen, zo schrijft de Nederlandse historicus Rutger Bregman in zijn essay Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. "Hoe je het ook draait of keert, vuilnismannen doen werk waar we niet zonder kunnen. En de ongemakkelijke waarheid is dat steeds meer mensen werk doen waar we eigenlijk prima zonder kunnen." Als zij hun werk staken, dan laten ze de wereld niet armer, lelijker of leger achter, zo betoogt Bregman. Hij denkt daarbij aan "handige beurshandelaars, slimme advocaten of briljante copywriters".

Zoals de Gentse vuilnismannen het zelf aangeven: "Wij grijpen rechtstreeks in op het dagelijkse leven, van iedereen." Klopt, vindt arbeidssocioloog Jan Denys. "Bij hen gaat het niet meer over een bedrijfsconflict, maar meteen over een hele stad. Als de banken sluiten, daarentegen, merken we daar niks van. Wil een stakende bankier eenzelfde effect hebben, dan zou hij eerst al onze rekeningen moeten blokkeren. En zo heb je nog een heleboel beroepen die ons niet treffen bij een staking."

Klein gevaarlijk afval

Wat raakt ons en wat niet? "Het is de aard van de dienstverlening die daarbij speelt", duidt Denys. "Niet zozeer hoeveel die werknemers verdienen. Verloning is nog altijd sterk gekoppeld aan je studies. Is dat correct? Het is een debat dat we kunnen voeren. Maar het zou ook absurd zijn om het loon afhankelijk te maken van de impact als je staakt."

Los van het loonzakje willen de Gentse vuilnismannen vooral respect afdwingen, benadrukt Dirk Van Himste (ACOD). "We krijgen vaak smalende reacties. Dan denk ik: doe het maar eens. Elke dag tonnen afval in een kar gooien en er kilometers lang achteraan lopen."

Ook de giftige uitlatingen op de sociaalnetwerksites de jongste dagen waren niet mals. Ze konden makkelijk bij het klein gevaarlijk afval. Om het goed te maken bij het volk kwamen de militanten daarom met nog een actie: de totale opbrengst van de drankverkoop aan de piketten gaat naar het Kinderkankerfonds. Geen weggesmeten geld, heet dan dan.