Direct naar artikelinhoud

Christian wie?

ONBEKEND EN ONBEMIND. 'Iedereen kent Appel, Corneille en Alechinsky, maar van Christian Dotremont heeft zo goed als niemand gehoord.' Een kunstmuur in zijn geboortedorp Tervuren moet de onbekende CoBrA- kunstenaar een grotere bekendheid bezorgen.

Het is kermis in Tervuren. Op de Markt staan kramen met botsauto's, plastic eendjes en Boomse specialiteiten. Op de zijmuur van taverne Gambrinus, naast de Mowgli-attractie, is een schildering aangebracht.

"We zien nu al de verwondering van veel mensen bij de muur", zegt Annemie Breugelmans. "Hij wekt nieuwsgierigheid."

De beschilderde gevel is een eerbetoon aan kunstenaar Christian Dotremont (1922-1979). Vanavond wordt hij officieel ingewijd, in aanwezigheid van prins Laurent. Samen met haar man is Annemie Breugelmans initiatiefneemster.

"Dotremont is veel te weinig gekend, zeker in Tervuren zelf", zegt ze. "Met deze muur willen we daar verandering in brengen."

De kerkklok slaat twaalf uur.

Taalvirtuoos

Christian Dotremont wordt geboren op 12 december 1922 in Tervuren. Vader is essayist, romancier en dramaturg. Moeder werkt bij Editions Degrelle. Ook Christian begint jong met schrijven. Hij is achttien als hij een gedicht publiceert in L'Invention Collective, het surrealistische tijdschrift van René Magritte, waarvan uiteindelijk slechts twee nummers verschijnen.

Weinig later trekt Dotremont naar Parijs. Hij ontmoet er dichter Paul Eluard en via hem ook Pablo Picasso, Jean Cocteau en Alberto Giacometti.

"Dotremont was een ongelooflijk boeiende man", zegt kunstcriticus en radiomaker Johan Van Cauwenberge (Klara). "Hij was een grote verteller, heel intelligent, en zonder twijfel een taalvirtuoos. In het Frans dan, want het Nederlands interesseerde hem nauwelijks."

In november 1948 richt Dotremont samen met Asger Jorn en Karel Appel CoBrA op, een avant- gardebeweging van kunstenaars uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam. Ze streven naar een vrije, spontane manier van uitdrukken en laten zich inspireren door tekeningen en schilderijen van kinderen en geesteszieken.

"In feite was Christian Dotremont de schepper van CoBrA", schrijft Michael Palmer in het boek Van Alechinsky tot Panamarenko. Belgische kunst, 1940-2000 (Lannoo, 2002). "Als secretaris-generaal was hij belast met de organisatie van de groep, en bovendien was hij hoofdredacteur van de drie CoBrA-tijdschriften. Noël Arnaud merkte in dit verband op: 'Christian Dotremont betekende voor CoBrA wat Breton had betekend voor het surrealisme.'"

Palmer heeft het over een CoBrA-tentoonstelling in Amsterdam waarbij Dotremont wordt uitgescholden voor 'Belgische Tito', 'nudist' en 'een gevaar voor de Nederlandse staat'.

"Voor Dotremont was CoBrA marxistisch en revolutionair", schrijft hij. "Het betekende ook een spontane vorm van kunst, waarbij schilders en dichters van dichtbij samenwerkten, en schilders dichtten of dichters schilderden."

In 1951 wordt CoBrA ontbonden. Dotremont gaat solo verder, ook al lijdt hij aan tuberculose, en legt zich toe op de combinatie van woord met beeld. Het idee daarvoor krijgt hij in Parijs. "Ik zag dat Picasso een aantal manuscripten van Eluard nam en er tekens op aanbracht, kleine tekeningetjes", zei hij ooit. "Zo ontstond een nieuwe relatie tussen tekst en beeld. Ik ontwaarde het begin van iets."

Vooral met zijn logogrammen, "grafische variaties op een woord", verwerft Dotremont internationale bekendheid. Het is kalligrafie, vaak in Oost-Indische inkt op papier, met onderaan een korte tekst.

"Tot in Taipei heb ik kunstenaars ontmoet die sterk in het werk van Dotremont geïnteresseerd waren", zegt Michel Draguet, directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) in Brussel. "Zijn logogrammen zijn een soort jazz. Er is een belangrijk aspect van improvisatie, maar hij vertrekt altijd vanuit een structurele basis."

Het handschrift is elegant, de thematiek duister: de logogrammen gaan vaak over vergane liefde en de nakende dood.

Lapland

"Wat ik zo graag zie bij Dotremont is zijn fascinerende spontaniteit die altijd onder controle is, zoals een solo van Ornette Coleman", zei Claude Blondeel (Klara) twee jaar geleden aan Cobra.be, de toepasselijk getitelde cultuursite van de openbare omroep. Blondeel nam een werk van Dotremont op in zijn imaginair museum Bazaar België. "Ook schreef hij een van de mooiste liefdesgedichten die ik ken: 'Elle était si belle que je devins beau'."

Dotremont reist graag en veel, vooral naar Lapland. In het dorpje Ivalo, in het noorden van Finland, vindt hij rust, inspiratie en een tweede thuis.

"Als ik zin heb om een logogram te schrijven, neem ik een wit blad", zei hij ooit. "Dit is voor mij als de oneindige sneeuwvlakte van Lapland. Daar heb ik de meeste inspiratie voor mijn logogrammen, in de uitgestrekte sneeuwvlakten, met hier en daar een boom, een hut, een schepsel... een teken."

Ook de techniek van logoglaces en logoneiges ontwikkelt hij in Lapland. Het zijn logogrammen die hij met een stok in ijs en sneeuw schrijft. "Heel efemeer allemaal", zegt Van Cauwenberge, "want ze smolten zo weg. Maar de drager deed er voor hem niet toe. Alleen het beeld telde. Een aantal jaar geleden ben ik zelf nog in Ivalo geweest, samen met Christians broer Guy. Een indrukwekkende plek."

Midden jaren zeventig maakt Dotremont samen met Pierre Alechinsky een werk voor het Brusselse metrostation Anneessens. Het heet Sept écritures en is nog steeds te zien in de noordelijke stationshal. Ook betrekt hij een zolderkamer in rusthuis Pluie des Roses in Tervuren, waar hij herstelt van de gevolgen van tbc. Geld heeft hij nauwelijks. Aan sigaretten, koffie en een penseel van wolvenhaar heeft hij genoeg.

"In de voormiddag ging hij op die zolderkamer logogrammen tekenen", zegt Van Cauwenberge. "Soms twintig, dertig in een ochtend. In de namiddag schreef hij er in één vlaag de teksten onder. Maar hij was kritisch voor zichzelf. Soms gooide hij hele stapels logogrammen door het venster of stak hij ze in brand."

Dotremont sterft op 20 augustus 1979 in Buizingen. Hij is dan 56 jaar oud. Tussen 1975 en 1979 was Johan Van Cauwenberge goed met hem bevriend.

"Voor mij is hij een van de belangrijkste vernieuwers op gebied van kunst en literatuur", zegt Van Cauwenberge. "Vooral als dichter vind ik hem zeer belangrijk. Hij koppelde tekst aan beeld en liet de twee perfect samenvloeien. Voor leken kan het misschien een beetje oppervlakkig lijken, maar zijn logogrammen zijn echt uniek. Ze vallen niet te imiteren, ook al omdat zijn handschrift zo persoonlijk is."

In eigen land is Dotremont nauwelijks gekend. Iedereen kent Appel, Corneille en Alechinsky, zegt Van Cauwenberge, maar van Dotremont heeft zo goed als niemand gehoord. "Hij heeft nooit de erkenning gekregen die hij verdiende. Hoe dat komt? Omdat mensen blijkbaar nog altijd sterker door puur beeldende kunst geraakt worden. In de ogen van velen is Dotremont bovendien altijd een schilderende dichter gebleven."

Ook Michel Draguet pleit voor een grotere bekendheid. Hij noemt Dotremont een van de belangrijkste Belgische kunstenaars van de twintigste eeuw. "Ik vind de kunstmuur in Tervuren dan ook een zeer goed idee."

Coupe Dotremont

Zijn allereerste logogram schreef Dotremont in 1963 in het Royal Hotel in Tervuren. Vandaag is het een kledingzaak. De bazin zegt dat ze nog nooit van Christian Dotremont heeft gehoord. En wat deed die man precies, zeg je? Lachend voegt ze eraan toe dat zij dat later ook wel wil, zo'n kunstmuur. "Voor alle vrouwen die ik de voorbije jaren zo mooi heb gekleed."

De titel van het logogram op de zijmuur van taverne Gambrinus is Vois ce que je t'écris. Aan de andere kant van de Markt ligt het ijssalon Mont Blanc, gevestigd in het geboortehuis van Dotremont. Op de kaart staat slechts één coupe die naar een kunstenaar is vernoemd. De Picasso heeft zes verschillende smaken ijs met warme frambozensaus erbovenop.

Van een coupe Dotremont is vooralsnog geen sprake.

De kunstmuur op de Markt van Tervuren wordt vanavond om 18u officieel ingehuldigd in aanwezigheid van prins Laurent. Johan Van Cauwenberge schreef een tekst over Dotremont, die onder de aanwezigen wordt verdeeld.