Direct naar artikelinhoud

‘Aan familie ontsnap je niet’

Vanaf vandaag brengen ze het samen met pianist Antoon Offeciers op de planken. ‘Een familietragiek in zes taferelen’ leest de ondertitel. Borgmans en Leue spelen het verhaal van een dementerende vader en zijn zoon. De zoon huurt een pianist in, die de stukken speelt die de vader als componist schreef. Kan de pianist het geheugen van zijn vader prikkelen, hem zijn leven teruggeven? Al is het maar in taferelen, in stukjes en brokjes?

“We wilden al langer intenser samenwerken”, vertelt Warre Borgmans. “Eerst was er het idee om een voorstelling te maken rond de belangrijke dialogen uit de theatergeschiedenis, van Oedipus tot Pinter, en die te koppelen aan onze persoonlijke theatergeschiedenis. Het is iets anders geworden. Dimitri heeft zich op iets anders gericht dat ons bindt: de verhalen en figuren uit onze familie. Vandaar: Het Lortcher-syndroom, naar de familienaam van onze groot- en overgrootmoeder.”

“Ik ben op zoek gegaan naar de gemene deler van onze familie”, zegt Dimitri Leue. “Dan komen al snel begrippen bovendrijven als: overdrijven, of nog: goesting. Bij Warre en mij zit die goesting in het spelen, bij een oom van ons in het spontaan opera beginnen zingen op straat of bij onze nonkel Jos, onze nonkel koloniaal, in een bovenmatige seksuele appetijt.”

Een mooie anekdote dient zich aan. Leue: “Toen Warre zijn toekomstige vrouw Trix kwam voorstellen aan zijn nonkel en tante, greep tante Maria naar Trix’ borsten, met de woorden: ‘Kom eens voelen, Jos. Het is in orde, zunne.’” Borgmans: “Ik weet nog steeds niet of dat in Congo gebruikelijk is, maar de Congolese vrouwen met blote borsten moeten op een of andere manier toch indruk gemaakt hebben op nonkel Jos.”

Alzheimer

Niet dat alle familieverhalen zo jolig zijn. Er hangt een zwaard van Damocles boven de familie van Borgmans en Leue. Zes van de acht broers en zussen Borgmans kregen Alzheimer, onder wie ook de vader van Warre: Armand, de man op wie het hoofdpersonage van de voorstelling, Peer Lortcher, is gebaseerd.

“Mijn broer en ik brachten veel tijd met hem door”, vertelt Leue. “Toen wij kinderen waren, was hij net op pensioen. Ik heb hem altijd als een grote speelvogel gekend. Het soort man dat spontaan op de knieën ging als hij een gat zag in een struik om aan de andere kant te checken of er een fort gebouwd kon worden.”

Maar Armand kreeg Alzheimer en de familie kon niet anders dan lijdzaam toezien. “Ooit is hij weggelopen uit het ziekenhuis waar hij toen verbleef en is hij op zijn sloffen naar Mortsel getrokken. De familie verspreidde zich om hem te gaan zoeken en ik vond hem in een van zijn stamcafés rond het voetbalveld van Mortsel Oude God. Toen ik met hem op terugweg was en hij honderduit aan het vertellen was over zijn leven in Congo, waar hij nooit geweest was, passeerden we voorbij de klerenwinkel die hij zijn hele leven had uitgebaat. Dat vond ik zo schrijnend. Daar was hij zijn hele leven aan het ontkennen, terwijl we zijn echte leven voorbijgingen.”

Borgmans: “Ik herinner me vooral de angst en de beklemming die hij voelde omdat zijn wereld steeds kleiner werd. Voortdurend was hij bang. Bang om betrapt te worden op iets wat hij niet gedaan had, bang om in de kijker te lopen, bang dat hij zot werd.”

Je eigen vader spelen in de moeilijkste jaren van zijn leven: het moet confronterend zijn. Borgmans schudt heftig het hoofd. “Gek genoeg is het net aangenaam, bijna net zo leuk als een slechterik spelen. Je geeft iets waar je zelf zo lang mee geworsteld hebt, een plaats. Hoe onbewust ook. Niet dat het theater als therapie is: zo groot is het trauma niet. Nee, het is een poëtische ode aan mijn vader en zijn broers.”

Het is niet de eerste keer dat Leue en Borgmans uit de rijke familiegeschiedenis putten. Ook voorstellingen als Nonkel Eddy (Leue) en Schone woorden (Borgmans) hadden de familie als inspiratiebron. “Aan je familie ontsnap je niet”, zegt Borgmans. “Mijn ouders hadden een kledingzaak en waren harde werkers, waardoor ze soms weinig tijd hadden voor mij. Ook ik ben als vader afweziger geweest dan ik zelf had gewild. Ik lijk hen wel te imiteren. Dat is een vreemde vaststelling en doet je nadenken over het fenomeen familie.”

“Het blijft me fascineren dat familie altijd en voor eeuwig familie blijft”, zegt Leue. “Een geliefde kan ophouden een geliefde te zijn, je broer of vader houden nooit op je broer of vader te zijn.”

Werkers en ondernemers

En hoe zit dat met de oom en de neef? Wat bindt hen? “We zijn werkers, ondernemers, altijd met drie, vier dingen tegelijk bezig”, zegt Borgmans. “Dat heeft ook te maken met onze grote nieuwsgierigheid. We willen van elke wereld en elke discipline wel eens proeven. Kijk alleen maar naar de onderwerpen van de verschillende theaterteksten die Dimi nu al bijeen heeft geschreven. Dat gaat van andere culturen over ecologie tot liefde en familie.”

Leue: “Soms ga je naar een onderwerp toe, als je het hebt over bedreigde diersoorten bijvoorbeeld, en soms is een onderwerp er al, val je er bijna mee samen. Zo is het bij Het Lortcher-syndroom gegaan. Het onderwerp was dichtbij. Beangstigend dichtbij.”