Direct naar artikelinhoud

Zakenman speelt overheid

Katoen Natie trekt ruim 8 miljoen euro uit om de culturele sector te ondersteunen. Zakenman Fernand Huts wil daarmee doen wat de overheid volgens hem niet kan: dure en kwalitatieve projecten financieren, met snel resultaat. Laat maar komen, zegt de museumwereld.

"Wir schaffen das." Huts kijkt met een grijns op van zijn notities, zichtbaar tevreden over deze vondst aan het begin van zijn persconferentie. Het is deze ondernemer met een bovengemiddelde interesse voor kunst en cultuur niet ontgaan dat de culturele sector op droog zaad zit, terwijl Katoen Natie wel wat kan missen.

Het bedrijf trekt daarom zijn jaarlijkse budget voor cultuurwerking op van 0,35 naar 0,5 procent van de omzet, of iets meer dan 8 miljoen, zo kondigt Huts aan. Dat is evenveel als het werkingsgeld dat de 21 erkende Vlaamse musea samen krijgen van de Vlaamse overheid, zo las hij onlangs in de krant. Een stevig bedrag, geeft Huts toe, "maar een voetbalploeg kost meer. En wat wij creëren, is blijvend."

De eeuwige ondernemer is niet geïnteresseerd in klassieke sponsoring, maar wil met zijn fonds The Phoebus Foundation een stap verder zetten en concrete projecten van musea, professoren of ander talent ondersteunen. Een relatief nieuwe aanpak in ons cultureel landschap. Een voorbeeld? Huts heeft gisterenPolitiek & schilderkunstvoorgesteld, een prestigieus kunstboek van Katharina Van Cauteren (zie kader).

Volgens Huts past deze uitgave perfect in zijn visie: het boek is goed gemaakt, vertelt iets over ons cultureel erfgoed (zijn dada) en werd gedragen door een ondernemer, wat onder meer betekent dat de productie snel achter de rug was. Het lijvige kunstboek, weliswaar gebaseerd op het doctoraat dat Van Cauteren nog in haar schuif had liggen, is in een zevental maanden in elkaar gebokst.

Niet prutsen in de marge

In juni organiseert zijn fonds dan weerGouden tijden, een tentoonstelling in het Gentse Caermersklooster over het economisch succesvolle Vlaanderen in de middeleeuwen. The Phoebus Foundation cureert, het klooster faciliteert en zal wellicht ook de eventuele opbrengst houden.

"Ik zie in de culturele wereld een steeds grotere rol voor private partners", meent Huts. "De overheid trekt zich steeds meer terug uit de sector en rijdt zich vast in haar eigen regels en gebrek aan flexibiliteit. Dit boek kan een overheid niet realiseren." Er is ook geen uitgeverij die zich hier zonder financiële steun aan waagt, stelt Huts. "Deze uitgave is een, om het oneerbiedig te stellen, perte totale. Maar ik wil niet prutsen in de marge. Ik wil dit boek zien liggen in de winkels van het Louvre en het Metropolitan Museum of Art. Dus als het gebaat is bij zeskleurendruk, dan doen we dat."

Dat betekent dat Huts het laatste woord heeft, ook bij externe voorstellen. "Wat dacht je dan, dat we bij elke vergadering iedereen gaan vragen wat ze vinden? Het is redelijk simpel: een goed idee voeren we uit." De kans dat pakweg een hedendaagse danscompagnie door deze geschiedenisadept onder de vleugels wordt genomen, is daarbij iets minder groot.

Allergie

Van Cauteren, die ook de collectie van The Phoebus Foundation beheert, zegt alvast dat ze geen klachten heeft over inmenging: "Ik heb mijn zin mogen doen." Dat Huts het voorwoord van haar boek voor zijn rekening nam, is enkel omdat het thema hem mateloos boeit, zegt hij. "Verder vind je nergens een verwijzing naar Katoen Natie."

Jabez Sinnesael van het Caermersklooster: "Het fonds zet de lijnen uit, maar met aandacht voor het opzet van de tentoonstelling." Patrick Allegaert, die het Overleg Vlaamse Musea voorzit, merkt alvast dat er meer interesse is voor samenwerkingen van dit kaliber. De realiteit dwingt de sector haar allergie voor alternatieve financiering af te zweren en bemiddelde partners met een hart voor kunst houden ook wel van de associatie.

En dat is prima, vindt Allegaert. "Met daarbij de nuance dat de privésector niet in de plaats van de overheid moet komen." Een private geldschieter die wikt en beschikt is een reëel gevaar, erkent hij. "Maar over samenwerking kan worden gepraat. Ik denk dat we over genoeg expertise beschikken om ons zegje te doen."