Direct naar artikelinhoud

Verplichte stage voor ouders moet spijbelaars op school houden

Minister Smet komt nog voor de zomer met een nieuw actieplan tegen spijbelen, maar heeft nu al de studiebeurs van 351 jongeren teruggevorderd omdat ze te weinig op school waren.

Spijbelaars belanden pas in de statistieken van het departement onderwijs als ze minstens dertig halve dagen per schooljaar zonder uitleg afwezig zijn. Dat verklaart waarom de percentages laag liggen: in het secundair onderwijs was vorig schooljaar 1,6 procent van de leerlingen een problematisch spijbelaar. Dat is 0,2 procent meer dan het jaar daarvoor.

Volgens het rapport ‘Wie is er niet als de schoolbel rinkelt?’ is het echter een significante toename. Meer nog, het is de zoveelste toename op rij. Tot voor kort werd als verklaring ‘een betere registratie’ gegeven, maar dat kan niet langer als enige verklaring gelden, stelt het rapport. “Het lijkt erop dat het spijbelgedrag van jongeren de laatste tijd effectief is toegenomen”, zo staat er letterlijk.

De hardnekkige spijbelaar is vaak van buitenlandse origine, woont in een stad, is al minstens een keer blijven zitten en komt uit een kansarm gezin. “Als we de nationaliteiten van de spijbelaars bekijken dan moeten we vaststellen dat het vooral een Oost-Europees en waarschijnlijk een Romaprobleem is”, zegt Smet. “We moeten een beroep doen op lokale ondersteuning om het vertrouwen van die ouders te winnen en zo het probleem aan te pakken.”

Het spijbelactieplan van voormalig minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (sp.a), dat de voorbije vijf jaar werd uitgerold, bevatte een batterij aan acties, gaande van een betere registratie over persoonlijke begeleidingstrajecten voor moeilijke gevallen tot een koppeling van de schooltoelage voor kleuters aan de aanwezigheid. Sinds kort verstrengt de aanpak. Er is een betere samenwerking met de parketten door de aanstelling van een jeugdmagistraat en in het schooljaar 2008-2009 werden al 537 dossiers overgemaakt aan justitie.

Begeleiding

Ook financieel zijn er gevolgen. Jongeren die gedurende twee opeenvolgende schooljaren telkens minstens dertig halve dagen ongewettigd afwezig zijn of vijftien dagen niet ingeschreven in een school kunnen hun studietoelage verliezen. Al 351 gezinnen hebben ondertussen een aanmaning gekregen om het ontvangen geld terug te storten. Het gaat om bedragen tussen 119 en 1.053 euro.

De cijfers tonen echter aan dat het niet genoeg is. Smet plant dan ook een nieuw spijbelactieplan dat vooral gericht zal zijn op preventie. Nog verstrengen en raken aan het kindergeld, zoals onder meer in Nederland gebeurt, vindt hij geen goed idee. Ook voor boetes is hij niet te vinden, maar hij ziet wel heil in een verplichte ouderstage voor de ergste gevallen. “We zullen beginnen met een vrijwillige opvoedingsondersteuning maar als dat niet lukt moeten we verder gaan. Ik denk dat we de kennis van sommige ouders over opvoeden overschatten. Er zijn mensen die nood hebben aan begeleiding.”

De ouderstage werd in 2007 federaal al eens ingevoerd voor de ouders van jonge criminelen na de moord op Joe Van Holsbeeck. Inmiddels is dat project echter stopgezet.

De reacties op het plan zijn wisselend. Elisabeth Meuleman van Groen! vindt het intrekken van de studietoelage zoals nu gebeurt al te ver gaan, Open Vld pleit bij monde van Marleen Vanderpoorten voor geldboetes en bij CD&V liet Kathleen Helsen weten dat “gewongen hulpverlening niet helpt”.