IS hijst vlag in oosten grensstad Kobani
Kobani, een strategisch belangrijke stad op de grens tussen Syrië en Turkije, zou binnenkort in de handen van de extremistische beweging Islamitische Staat (IS) kunnen vallen. De NAVO is bereid grondtroepen naar Turkije te sturen als dat nodig is om het land te beschermen.
IS heeft zijn pijlen op de grensstad Kobani gericht. Uit beelden van persagentschap Reuters en uitlatingen van een Turkse officier blijkt dat IS de zwarte vlag al heeft gehesen op een gebouw in het oosten van Kobani. IS zou ook een tweede vlag geplant hebben op Mistenur, een strategische heuvel boven de stad.
IS en Koerdische strijders vechten al geruime tijd om Kobani, Ayn al-Arab in het Arabisch. De stad wordt vooral door Koerden bewoond. Volgens een journalist ter plaatse zouden de strijders van IS het centrum van de stad echter nog niet bereikt hebben.
De terreurbeweging hoopt met de verovering van de stad haar greep op de Turks-Syrische grens te vergroten. Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de NAVO, heeft laten weten dat de NAVO grondtroepen zal inzetten in Turkije als dat nodig is om de veiligheid van het land te garanderen.
Gevechten
Ondertussen gaat de strijd om Kobani in alle hevigheid verder. Jenan Moussa, een journaliste die vanuit de regio verslag doet, schrijft dat ze "nog nooit zoveel granaatinslagen, explosies en geweerschoten heeft gehoord".
Bij gevechten gisterenochtend zouden tientallen doden zijn gevallen: 19 aan Koerdische zijde, 27 aan de kant van IS. De cijfers, die niet onafhankelijk kunnen worden geverifieerd, zijn afkomstig van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat zich baseert op bronnen ter plaatse.
De aanvallen kwamen gelijktijdig uit het westen en het oosten. Volgens de Koerdische autoriteiten wordt de stad met circa 5.000 man verdedigd. De verdedigers van de stad kampen met een toenemend tekort aan munitie en wapens, maar zijn vastberaden. "We zullen winnen of sterven. We zullen ons tot het eind verzetten", aldus de leider van de verdedigingsautoriteit in Kobani. Door de gevechten zijn al zo'n 186.000 Syriërs de grens met Turkije over gevlucht.