Direct naar artikelinhoud

Ennio Morricone

Hij heeft ruim vijfhonderd soundtracks gecomponeerd, maar Ennio Morricone (84) denkt nog lang niet aan stoppen. Hij vindt het zelfs hoog tijd om weer op tournee te gaan. Straks houdt de maestro met groot orkest halt in het Sportpaleis. 'Vergeleken met Mozart sta ik nog nergens.'

Een prachtige vrijdagnamiddag, ergens eind november in Rome. Backstage in Palattomatica, de enorme zaal waar Morricone vanavond optreedt, is de spanning te snijden. Medewerkers lopen druk gesticulerend heen en weer, hun ratelende stemmen op maximaal volume. Dit is Italië.

Achter een deur die bewaakt wordt door twee messcherp in het pak stekende bodyguards zit de beroemde componist met een grote map vol partituren op schoot nog gauw even het programma door te nemen. Hij maakt - geheel zoals zijn reputatie hem dat voorschrijft - een norse indruk. Niet onvriendelijk, maar wel wat afgemeten. Beetje zenuwachtig ook, want er moet nog van alles gedaan worden en ook de Italiaanse televisie wil hem nog even voor de camera, voordat het bijna drie uur durende concert begint.

Maestro

Interviews geven doet Morricone niet zo vaak meer, en als het dan toch moet, verloopt het gesprek volgens strikte regels. De voorbije week heb ik haast dagelijks mails ontvangen met richtlijnen over wat moet en wat vooral niet mag. Zo mag in zijn bijzijn in geen geval het begrip spaghettiwestern in de mond worden genomen, ook al is dat het genre waar de componist door de samenwerking met regisseur Sergio Leone zijn internationale faam aan te danken heeft. Ook wil Morricone het niet over de dirigenten hebben met wie hij heeft samengewerkt, en mag hem niet gevraagd worden met wie hij ooit nog wenst samen te werken. Verder wordt met aandrang verzocht hem met 'maestro' aan te spreken, en blijkt de man die jarenlang voor Hollywood werkte geen woord Engels over zijn lippen te krijgen. Zelfs toen hij in 2009 na vijftien nominaties eindelijk zijn eerste Oscar kreeg, uit handen van Clint Eastwood; volgde een lang dankwoord in het Italiaans, op een kort 'thank you' na.

Ook vandaag verloopt het gesprek via een inderhaast aangesnelde tolk. Morricone geeft een slap handje en articuleert lang niet altijd even duidelijk. Hij leunt achterover en wacht de eerste vraag af. Om het ijs te breken vraag ik in welke mate zijn filmmuziek een ander karakter krijgt, nu ze live voor een levend publiek wordt uitgevoerd. Weliswaar met een tweehonderdkoppig orkest op het podium, maar zonder de beelden waarmee de muziek onlosmakelijk verbonden is.

"Zoveel verschil is er eigenlijk niet", vindt hij. "Ik sta erop dat de instrumentatie op het podium precies dezelfde is als destijds in de films. Er zijn een paar uitzonderlijke gevallen waar ik noodgedwongen wat veranderingen heb moeten doorvoeren, omdat sommige instrumenten in zulke 'grote' omstandigheden anders niet gehoord zouden worden. In een orkest van die omvang is dat onvermijdelijk. Maar dat is geen reden om het hele stuk te herschrijven. Dan schrap ik eerder een hobopartij, en schakel ik in plaats daarvan bijvoorbeeld zes blazers in. Meer is het eigenlijk niet."

Ennio Morricone heeft in zijn leven meer dan vijfhonderd soundtracks gecomponeerd voor televisie en vooral film. Sommige daarvan behoren tot de meest tot de verbeelding sprekende uit de geschiedenis van de cinema, en zijn werk voor kassuccessen als The Good, the Bad and the Ugly, Once Upon a Time in the West, A Fistful of Dollars, Bugsy, The Mission en The Untouchables staan diep in het collectieve geheugen gegrift.

"Een compositie moet in de eerste plaats technisch goed in elkaar zitten, en uiteraard is ook de wisselwerking tussen beeld en muziek belangrijk. Ik moet niet alleen voeling hebben met het verhaal dat in de film verteld wordt, maar ook met de intenties van de regisseur. Als ik die niet ken, is het voor mij veel moeilijker om via de muziek de juiste emoties te beklemtonen. Maar wanneer ik een duidelijk idee heb van wat hij het publiek wil laten voelen, kan ik met het juiste arrangement en een goede melodielijn heel veel suggereren."

Naar het conservatorium

Ennio Morricone is pas twaalf wanneer hij op het Santa Cecilia Conservatorium in Rome wordt toegelaten. Zijn vader heeft hem jaren daarvoor al noten leren lezen tijdens hun uitjes naar zee. Als jonge tiener gaat hij eerst aan de slag als trompettist. Zelfs op die prille leeftijd is hij al vaak van de partij bij opnamesessies voor filmsoundtracks. Het gaat, zo zou Morricone later verklaren, vaak om erg matige composities. Die ergernis vuurt de drang aan om zelf als componist aan de slag te gaan. Bovendien zit de tijdgeest mee.

Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelt zich een zeer sterke filmindustrie in Italië, maar de bijbehorende muziek blijft een zwak punt. Morricone kan het geld goed gebruiken, maar is te trots om zelf om werk te gaan bedelen. Hij maakte eerst naam door muziek te componeren voor luisterspelen op de radio, en leert het vak als ghostwriter voor andere, meer gevestigde componisten. Nadien doet hij ervaring op bij kleinere films, waar hij zijn liefde voor jazz, klassiek en hedendaags kan ontwikkelen. Maar pas wanneer zijn oude schoolvriend Sergio Leone hem vraagt om scores te schrijven bij zijn westerns, wordt Morricone een begrip in de filmwereld.

"Ik heb nooit een regisseur gebeld met de vraag of ik voor hem mocht werken. Ik dacht: als Leone me vraagt, wil dat zeggen dat hij me goed vindt. We hadden als kind samen op de lagere school gezeten, maar ik was hem eerlijk gezegd een beetje uit het oog verloren, tot hij me belde met het voorstel om de muziek te componeren bij A Fistful of Dollars. Nadien werden we opnieuw goeie vrienden, en zelfs nu - bijna vijfentwintig jaar na zijn dood - ben ik nog steeds close met zijn familie."

Over wat de samenwerking met Leone zo bijzonder maakte, houdt Morricone het kort. "In de meeste gevallen schreef ik eerst de muziek, en die werd dan tijdens het filmen afgespeeld, zodat zowel de regisseur als zijn acteurs er al wat vertrouwd mee konden worden. Dat verklaart ook waarom beeld en geluid zo onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: er kon heel precies op de muziek gemonteerd worden. Dat is het geheim, denk ik. Bovendien: film en muziek hebben twee fundamentele componenten met elkaar gemeen: tijd en vergankelijkheid. Bij een schilderij, een beeldhouwwerk of een gebouw kan het even duren voor ik weet wat me erin aantrekt. Er is de mogelijkheid om even af te tasten, om wat ik ervaar te laten bezinken. Maar bij een film is dat geen optie. Ik kan moeilijk een uur wachten zonder te kijken. Ik kan niet niet-kijken. Precies dat vergankelijke is cruciaal, zowel in beeld als geluid. Daarom vormen film en muziek een perfect huwelijk. De twee maken elkaar sterker."

Pasolini

Net zoals een regisseur houdt Morricone er als filmcomponist heel uitgesproken ideeën op na over welke richting hij met de muziek uit wil. Het kan haast niet anders of dat leidt soms tot conflicten. De maestro knikt. "Maar uiteindelijk moet er toch een compromis worden gevonden. Als de regisseur weinig voeling heeft met muziek, is hij altijd op zoek naar iets wat hij eigenlijk elders al gehoord heeft. Dan is het mijn taak om hem ervan te overtuigen daarvan af te stappen. De componist moet de regisseur vertrouwen, maar het omgekeerde is ook waar."

Dat verklaart waarom het zo klikte met Sergio Leone, al zijn er nadien regisseurs geweest met wie het een stuk minder boterde. De ergste was Pier Paolo Pasolini, met wie Morricone in 1975 samenwerkte voor het obscene 120 Days of Sodom. De componist werd dit keer als arrangeur ingeschakeld, maar had geen hoge dunk van de muziek waarmee hij aan de slag moest. Pasolini wilde hem bovendien alleen stukjes van de film laten zien, uit angst dat Morricone anders zou bedanken voor de eer. Het bleek een juist voorgevoel. Toen Morricone achteraf de film zag, vond hij het "een verschrikking" en "wansmakelijk". Quentin Tarantino vroeg hem een paar jaar geleden om de soundtrack voor Inglourious Basterds te schrijven, maar dat zag de Italiaan niet zitten omdat het te snel moest gaan. Tarantino stelde zich uiteindelijk tevreden met het gebruik van muziek die Morricone al voor andere films had bedacht.

Wegwerpgebaar

De componist bewaart veel betere herinneringen aan Brian de Palma, een regisseur met wie hij het op persoonlijk vlak goed kon vinden en die ook als filmmaker imponeerde. In 1987 leverde de score voor The Untouchables Morricone een Oscarnominatie op, al werd het onderlinge respect zelfs daar bij momenten op de proef gesteld. "De Palma is heel flexibel om mee te werken, en vrijwel alles wat ik hem voorlegde vond hij geweldig. Tot we bij een passage belandden waar de aankomst van de politie iets triomfantelijks moest krijgen. Maar dat zag ik niet zitten."

Morricone schreef liefst negen stukken muziek om de sequentie vorm te geven, De Palma koos uiteindelijk voor het stuk waarmee de componist zich het minst kon vereenzelvigen. Ik vraag Morricone wat hij met de andere acht stukken muziek heeft gedaan. De maestro komt even overeind uit zijn stoel, en maakt een laconiek wegwerpgebaar. "In de vuilnisbak gegooid."

Vijfhonderd soundtracks geschreven, en toch nog veel weggegooid: van alle workaholics zijn de perfectionisten meestal de ergsten. De opmerking lokt een korte glimlach uit. Dan volgt een stilte.

Door zijn werk met Sergio Leone - en de internationale doorbraak die daar het gevolg van was - liep Morricone het gevaar een etiket te krijgen opgeplakt: de man wiens muziek je wilt hebben als je een cowboyfilm draait. Hij schudt het hoofd. Van de vijfhonderd soundtracks zijn er maar dertig voor westerns, klinkt het afgemeten. Er zitten love stories tussen, historische epossen, actiefilms, thrillers, politieke verhalen, horrorfilms. Eigenlijk heeft Morricone alles gedaan. "Ik ben geen specialist in westerns. Ik ben een specialist in muziek."

Morrissey en Mireille Mathieu

Naast zijn enorme output voor de filmindustrie heeft Morricone af en toe ook tijd gevonden om muziek te maken waar géén bewegend beeld bij komt kijken. In de jaren zestig componeerde hij voor onder meer Paul Anka, Mireille Mathieu en Françoise Hardy. Recenter schreef hij strijkersarrangementen voor Morrissey op Ringleader of the Tormentors, en nam de Mozart van het witte doek een volledige plaat op met de Portugese zangeres Dulce Pontes.

"Mijn filmmuziek moet noodgedwongen erg melodieus zijn, maar wat ik daarbuiten doe mag wat experimenteler klinken. Ik ben in mijn jeugd erg geïnspireerd geweest door componisten uit de avant-garde. Mensen als Luciano Berio, Luigi Nono en Stockhausen. Maar om nu te zeggen dat ze me echt beïnvloed hebben? Nee, dat is overdreven. Ik neem gewoon akte van al de muziek die er voor mij is geweest."

Zijn eigen muziek werd dan weer geremixt door elektronische acts als Terranova en Thievery Corporation, terwijl sterren als Jay-Z en The Orb samples uit zijn werk puurden. De invloed die Morricone op de hedendaagse popmuziek uitoefent valt moeilijk te onderschatten. "Ik hoor wel eens groepen die door mijn muziek beïnvloed zijn, maar ik kan geen namen onthouden", klinkt het opvallend bescheiden.

Hedendaagse sterren als Muse en The Divine Comedy citeren hem als een belangrijke inspiratiebron, zowel Metallica, The Ramones als The Mars Volta gebruikten nummers van Morricone als intro tijdens hun concerten, en zelfs Bruce Springsteen nam een cover op van Once upon a Time in the West. "Goed, maar ik heb het warm water ook niet uitgevonden. Er schemeren wellicht ook wel echo's uit de Italiaanse muziek door in mijn werk. Ik ben in de muziek gevormd door mijn studie. Bach, Mozart, Stravinsky, die hebben op de een of andere manier allemaal hun impact gehad. Maar als je vraagt van wie ik het meest heb opgestoken, is er één naam die ik zeker moet noemen: Goffredo Petrassi, mijn leermeester in Rome."

Vloeken

Het is tijd om af te ronden. We praten over Rome, de stad die hij nooit heeft willen verlaten, ook niet toen Hollywood hem in Los Angeles een riante villa aanbood. "Sono Romano. Ik ben hier geboren, en dit is mijn thuis. Er is niets wat ik hier niet kon doen wat me in Amerika wel zou zijn gelukt."

Dat hij na vijftien nominaties tot 2009 heeft moeten wachten op zijn eerste Oscar, beschouwt Morricone niet als een teken van miskenning. "Het was wél meteen een bekroning voor mijn hele carrière, dus dat volstaat voor mij. Mochten ze me me een Oscar hebben gegeven voor één film, dan was het goed geweest. Nu was het er eentje voor al mijn films, dus is dat eigenlijk nog beter."

Ook tussen de liveconcerten door blijft Morricone overigens aan de slag. In de nabije toekomst staan twee scores voor films van regisseur Giuseppe Tornatore op stapel - The Best Offer en Leningrad - en hij heeft zich er ook toe verbonden om muziek te bedenken bij de animatiefilm The Canterville Ghost van Kim Burden.

Of hij dan nooit zal stoppen, wil ik weten, vlak voordat we afscheid nemen. Morricone kijkt me aan alsof ik net gevloekt heb ik een kerk vol gelovigen. "Nee. Muziek maken is mijn werk. Bovendien blijven ze me maar vragen. En goed, vijfhonderd soundtracks lijkt veel. Maar in vergelijking met wat Mozart en Bach allemaal hebben gemaakt, ben ik nog niet eens begonnen."

Ennio Morricone komt op zaterdag 22 december naar het Sportpaleis te Antwerpen.

Info en tickets: www.sportpaleis.be

• geboren op 10-11-1928 in Rome

• 1940: studie aan het conservatorium, behaalt het diploma 'trompet in 1946

• trouwt in 1956 met Maria Travia. Ze krijgen vier kinderen: Marco, Alessandra, Andrea en Giovanni.

• schrijft de filmmuziek bij 'spaghettiwesterns' van Sergio Leone, waaronder A Fistful of Dollars (1964), For a Few Dollars More (1965), The Good, the Bad and the Ugly (1966), en Once Upon a Time in the West (1968)

• schrijft de soundtrack bij succesfilms als Once Upon a Time in America (1984, regie Sergio Leone), The Mission (1986, Roland Joffé), The Untouchables (1987, Brian De Palma) en Cinema Paradiso (1988, Giuseppe Tornatore).

• Quentin Tarantino gebruikte stukken uit Morricone-soundtracks uit de jaren zestig voor zijn twee Kill Bill-films (2003)

• is vijf keer genomineerd voor de Oscar voor beste filmmuziek (1979: Days of Heaven; 1986: The Mission; 1987: The Untouchables; 1991: Bugsy; 2000: Malèna), maar grijpt telkens naast de hoofdprijs

• krijgt uiteindelijk in 2007 een ere-Oscar voor zijn hele carrière

• Jay-Z, The Orb en anderen gebruikten samples uit Morricones muziek