Direct naar artikelinhoud

Voelhorens voor het verborgene

Roman. Zonder pathos en met veel grijswaarden brengt Ingrid Vander Veken de getroebleerde oorlogsgeschiedenis van haar ouders boven water. In Zwijgen toont ze zich een schrander observator.

Talloze genres bespeelde voormalig journaliste Ingrid Vander Veken (°1948) in haar rijk gevulde schrijversloopbaan. Columns, reisverhalen, theaterteksten, kinderboeken, verhalen én romans geven haar zonder meer recht op het predicaat 'veelzijdig'.

Toch vielen haar boeken regelmatig tussen twee stoelen, met nogal wat uitgeverswissels tot gevolg. Zet ze met haar laatste roman Zwijgen de kroon op het werk? Misschien wel.

Vander Veken levert alleszins het bewijs dat ze een onderschatte schrijfster mag heten. Ze giet het troebele oorlogsverleden van haar vader en de relationele zijsprong van haar moeder in een serene en uitstekend gedoseerde autobiografische roman. Waarom stuitte ze zo lang op een bijna wrokkig zwijgen van haar vader en wilde hij nooit met haar naar de Zoo? En waarom koesterde haar moeder zo'n onstuitbare drang naar een stadse train de vie, waardoor haar dochter in een Franstalige school belandde?

Het is een kistje met liefdesbrieven aan haar overleden moeder dat als doos van Pandora fungeert. Als kind keek Vander Veken 'door kieren' naar het leven van haar ouders, 'wat je ervan opving was slechts een glimp van de werkelijkheid'.

Maar 'een kind weet meer dan het zelf beseft, het heeft voelhoorns voor het verborgene', noteert ze. 'Soms is het geheugen meer dan een verzamelbak van het verleden. Soms is het een glazen bol waarin je de toekomst ziet.'

Diverse vingerwijzingen openen haar langzaam de ogen. In korte, intense hoofdstukken legt Vander Veken de pijnlijke geheimen van haar ouders bloot, waarbij de vader zich - op aanraden van zijn oudere broer - had aangemeld bij de paramilitaire Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen, en schetst ze vervolgens de contouren van een langzaam uitdovend huwelijk.

Vander Veken is natuurlijk lang niet de eerste Vlaamse schrijver die gaat spitten in het oorlogsverleden van een vader die 'onder een foute vlag diende'. Dit verhaal uit de schemerzone van de collaboratie krijgt echter een aparte dimensie door het naoorlogse overspel van haar moeder met een inwonende student, die ze later, 'met haar typische ambiguïteit', altijd omfloerst zal laten.

'Hoeveel inniger konden het politieke en het persoonlijke vervlochten worden?', vraagt Vander Veken zich af. Misschien alludeert de auteur bij het eind van elk hoofdstuk iets te stelselmatig op het nakende drama, bang dat de lezer niet bij de les zal blijven. Een overbodige zorg. Zwijgen valt op door zijn milde maar nergens verbloemende toon en is bovendien doorspekt met accurate sociologische waarnemingen.

Vander Veken weet met weinig woorden hele tijdvakken op te roepen - van de Tweede Wereldoorlog tot Expo 58 en de Cubacrisis - en gaat nooit over de schreef van het pathos. Dat maakt haar verhaal meer dan beklijvend en onderscheidt het van talloze andere oorlogsgeschiedenissen.

Ingrid Vander Veken, Zwijgen, uitgeverij Polis, 204 pagina's, 19,95 euro.