Direct naar artikelinhoud

Lopen als de Kenianen

Wilfred Bungei. Brimin Kipruto. Asbel Kiprop. Nancy Langat. Pamela Jelimo. Samuel Wanjiru. Ze komen uit Kenia, winnen goud op de Spelen en worden vervolgens vergeten door de wereld. Maar wat is hun geheim? En waarom blijft Kenia zoveel goede lopers produceren? 'Iedere Keniaan die loopt, ziet zichzelf als een prof.'

Op de dertiende plaats van de medaillespiegel van Peking staat Kenia, als eerste land van het Afrikaanse continent. Zes keer goud, vier keer zilver, vier keer brons. Negen mannen, vijf vrouwen. Allemaal in de atletiek, allemaal in het afstandslopen. De verwachting is dat Kenia in Londen nog beter doet.

Hebben momenteel de snelste tijd van 2012 achter hun naam: David Rudisha en Pamela Jelimo (800m), Asbel Kiprop (1.500m), Augustine Kiprone Choge (3.000m), Vivian Cheruiyot (5.000m), Wilson Kiprop (10.000m) en Patrick Makau Musyoki en Marie Keitany (marathon).

De Britse auteur en amateurloper Adharanand Finn wou weten waar die hegemonie vandaan komt en vestigde zich zes maanden in Kenia. Hij schreef het boek Running with the Kenyans over zijn ervaringen. Een aanrader voor wie houdt van lopen. En voor wie houdt van een goed boek.

'Numbers game'

"Er is het verhaal van de Finse atlete Annemari Sandell", zegt auteur Finn. "Ergens midden jaar negentig trok zij op haar achttiende naar Kenia om er met de plaatselijke atleten te trainen. Niemand had voordien van haar gehoord, maar ze kwam terug en werd Europees en wereldkampioene in het veldlopen. Kenia had van haar een andere atlete gemaakt. Ik wilde uittesten of met mij - amateuratleet - hetzelfde zou gebeuren. Ik wilde hun geheim kennen. Kenianen zeggen altijd dat er geen geheim is. 'Ik woonde ver van school. Ik moest ver lopen.' Ik kon niet geloven dat het zo simplistisch was."

Finn vestigde zich met vrouw en kinderen in Iten, de hardloophoofdstad van Kenia. Hij sloot aan bij de Keniaanse lopers: volgde hun trainingsschema, hun dieet, hun gewoontes. Zes maanden lang. Om vast te stellen dat zij gelijk hadden. Er is geen geheim.

"In ieder geval geen markant geheim", zegt Finn. "Maar ik ben wel in mijn opzet geslaagd. In de zin dat ik nu begrijp wat lopen in Kenia betekent en waarom ze er zo goed in zijn. Ergens is het een numbers game : iedereen met aanleg kiest in Kenia voor een bestaan als afstandsloper. Er zullen in Groot-Brittannië of in België meer mensen zijn die lopen, maar de benadering is anders. Iemand die loopt in Kenia, ziet zichzelf als een prof. Ook als hij er niets mee verdient."

In Running with the Kenyans staat een geweldige anekdote die de kracht van het getal bewijst. Auteur Finn vertelt: "Ik probeerde te bellen met Wilson Kipsang, een van de allerbeste marathonlopers aller tijden. Maar iemand had me het verkeerde telefoonnummer gegeven. Van William Kipsang, in plaats van Wilson. Er ontstond een ongelooflijke spraakverwarring, waarop ik vroeg: 'u bent toch degene die 2:04 liep op de marathon?' De onbekende aan de andere kant van de lijn antwoordde: 'Neen, ik loop 2:05.' Zo gaat het in Kenia. Bel het verkeerde nummer en je hebt nog altijd een wereldtopper aan de lijn."

Maar zijn er ook geen wetenschappelijke argumenten? Genetische aanleg, lichaamsbouw, trainen op hoogte, het heilzame effect van lopen op blote voeten? Finn: "Hoogte speelt een rol, zeker en vast. Maar genetische aanleg is een discussiepunt. Het is wetenschappelijk niet bewezen. Zoals ook niet bewezen is dat het niet bestaat. Ik geloof persoonlijk heel sterk dat ze voordeel halen uit het lopen op blote voeten. Maar de Kenianen zelf hebben daar een dubbelzinnige houding over. David Rudisha vertelt vaak 'ja, we krijgen er sterke spieren en pezen door. Ja, we lopen er beter door.' Maar als je aan Rudisha vraagt of je kinderen in Europa dan op blote voeten moet laten lopen, verklaart hij je gek. Kenianen zien schoenen als het technologische voordeel van de Europeanen. Wie succes heeft als Keniaan, loopt op schoenen."

Doping

In mei dit jaar bracht de Duitse zender ARD een documentaire uit waarin Keniaanse dokters getuigden over dopinggebruik bij de topatleten van het land. Zou dat het geheim van de Kenianen kunnen zijn? Finn: "Ik heb zes weken lang de beste trainingskampen gevolgd. Met de allerbeste atleten van het land. De echte toppers: huidige en aanstaande medaillewinnaars. Niet in keer is er gesproken over dokters. Niet één keer over doping. Er was niet eens elektriciteit, en dus ook geen koelkast om een zakje bloed of zoiets in te bewaren. In mijn boek vertel ik dat niet, maar ik heb onofficieel gesproken met controleurs van de atletiekfederatie. Volgens hen is dopinggebruik in Kenia very uncommon."

De achterdocht bij de Keniaanse atleten zou ook kunnen komen uit het feit dat we ze eigenlijk niet kennen. Vaak is daar de tijd niet voor: de loopkampioen verdwijnt doorgaans even snel als hij gekomen is. "Dat heeft te maken met wat er gebeurt als ze succesvol worden", zegt Finn. "Dan komt er plots veel dat hen kan afleiden. Een huis dat ze voorheen niet hadden. Een gemeenschap waar ze verantwoordelijk voor zijn, een school die ze zelf zijn begonnen. Het verhaal van Wanjiru is bekend." (De olympische kampioen marathon overleed in mysterieuze omstandigheden. Hij zou vermoord zijn, JPDV)

Misschien heeft het ook te maken met misprijzen van de Europeaan voor de Afrikaanse atleet. We kennen 'de Keniaanse loper', niet diens verhaal. Finn: "Dit zijn opwindende tijden voor de marathon. Makau is officieel wereldrecordhouder, Mutai onofficieel. Zijn zij twee Amerikaanse atleten, dan is daar op dit moment veel om te doen. Usain Bolt slaagt erin om een bepaald 'persona' te creëren, terwijl Kenianen heel stil en nederig zijn en we hen daarom makkelijk aan de kant schuiven als just another Kenyan. Maar ik merk dat het stilaan verandert. Rudisha is een naam, Jelimo ook. Voor Londen kenden mensen hen misschien niet, na Londen zeker wel.Tenminste, dat hoop ik toch."