Direct naar artikelinhoud

Jongere managers doen het beter dan oude rotten

Wie zegt dat ervaren bazen het altijd beter doen? Jonge managers scoren beter bij werknemers dan hun oudere tegenhangers, leert een nieuwe studie van de KU Leuven. Zowel op het vlak van coaching als communicatie.

Onderzoekers van de KU Leuven en het Nederlandse vermogensfonds Instituut Gak gaven zo'n 540.000 werknemers de unieke kans om hun baas eerlijk en ongehinderd te beoordelen. In totaal werden liefst 122.000 leidinggevenden, verspreid over België en Nederland, geëvalueerd.

De beoordeling gebeurde op basis van een uitgebreide enquête, met vragen als "creëert je baas een goede werksfeer" tot "durft je baas knopen door te hakken" en "komt hij of zij gemaakte afspraken en verplichtingen na". Het resultaat is opvallend: jonge leidinggevenden, tussen de 20 en 34 jaar, scoren over het algemeen beter dan oudere managers.

"Ze doen het gemiddeld op alle vlakken beter, zowel op het takenaspect als op de relatie tussen baas en werknemer", zegt onderzoekster Jana Deprez van de vakgroep organisatiepsychologie van de KU Leuven. "Hun leiderschapsstijlen worden meer gewaardeerd. Ze geven minder directe bevelen en hebben meer aandacht voor de noden en wensen van het individu op de werkvloer."

Jonge managers zijn volgens hun ondergeschikten ook democratischer: beslissingen nemen ze snel samen, in groep. Bovendien zouden ze hun werknemers meer coachen en ondersteunen. Ook op vlak van duidelijke communicatie en het uitdragen van een heldere toekomstvisie haalt de jongere garde globaal gezien de beste punten. "Ze zijn over het algemeen actiever in hun rol van baas", legt Deprez uit. "Misschien ook omdat een baas met de jaren vaak meer inhoudelijke taken krijgt, en zich dus minder kan toeleggen op de puur leidinggevende kant."

Niet dat oudere managers per definitie slecht scoren. Zij blinken volgens hun werknemers dan weer uit in leading by example: ze stellen ook hoge doelen aan zichzelf en werken lang en hard om die te bereiken. Wel zouden ze het gemiddeld moeilijker hebben om te delegeren en plooien ze soms te vaak om conflicten met werknemers te vermijden.

"In absolute cijfers is ook hun evaluatie relatief goed", zegt Deprez. Dat jongere managers het niettemin beter doen, heeft wellicht te maken met het feit dat zij recent de omschakeling maakten van ondergeschikte naar leidinggevende. "Zij weten nog goed welk idee zij zelf hadden van 'een goede baas'. Ze herinneren zich nog goed wat hen allemaal stoorde bij hun chef. Vaak worden ze gedreven door het gevoel: "ik wil het anders doen. Beter ook".