Direct naar artikelinhoud

Mooie beloftes maken nog geen schone kleren

Europese kledingmerken doen nog altijd te weinig om werknemers in Aziatische landen een leefbaar loon te betalen. Belgische kledingbedrijven zijn in hetzelfde bedje ziek, zegt Sara Ceustermans van Schone Kleren.

Een onderzoek dat Schone Kleren Campagne presenteert laat zien dat van de 35 grootste kledingmerken in Europa alleen Inditex (Zara) en Marks & Spencer serieus werk maken van hogere lonen. "Een groot deel van de kledingmerken onderschrijft het belang van een leefbaar loon", zegt Sara Ceustermans, coördinator van Schone Kleren. "Nu de praktijk nog."

Een leefbaar loon is het salaris dat een werknemer minimaal nodig heeft om een gezin te onderhouden. In Bangladesh heeft een arbeider minstens 190,32 euro nodig voor voedsel, gezondheidszorg en een dak boven het hoofd, maar ligt het minimumloon op 36,31 euro.

Vlak voor de zomersolden lanceert de Schone Kleren Campagne daarom haar derde merkenrapport. 18 Belgische en 37 internationale kledingbedrijven kregen de vraag voorgelegd wat ze zelf doen om een leefbaar loon te garanderen aan de werknemers in de kledingfabrieken.

De meeste Belgische kledingbedrijven waarmee de campagne een dialoog is opgestart verschuilen zich achter hun geringe grootte en de beperkte impact die ze daardoor hebben om hun afwachtende houding te verantwoorden, analyseert het rapport.

Maar er is een verandering in hun houding waar te nemen. Mayerline, JBC en Bel & Bo worden geciteerd als bedrijven die werk maken van een transitie naar een beleid van meer controle en transparantie. Dat geeft Sara Ceusterman hoop dat zij als voorbeeld zullen dienen voor bedrijven als E5 Mode, Mer du Nord en andere.

Een aantal bedrijven reageerde niet op de vraag van de Schone Kleren Campagne. "Dat doet ons vermoeden dat het respect voor de mensenrechten niet hoog op hun prioriteitenlijstje staat", sneert Ceustermans aan het adres van onder meer Caroline Biss, River Woods of Lola & Liza.

Strijd voor leefbaar loon