Direct naar artikelinhoud

Brusselse babysterfte hoogste in Europa

Een baby heeft meer kans om te sterven in Brussel dan in Roemenië, Letland of Slovenië. Dat blijkt uit het vijfjaarlijkse Peristat-onderzoek. In enkele jaren tijd is de perinatale sterfte in onze hoofdstad met 36,5 procent toegenomen.

Het Euro-Peristat-project neemt als sinds 1999 de gezondheid van Europese moeders en kinderen vlak voor en na de geboorte onder de loep. Deze keer bundelden ze alle gegevens van 2010. Brussel doet het volgens het laatste rapport opmerkelijk slecht, zeker wat de babysterfte betreft. In een opsomming van alle 29 Europese landen en drie regio's bengelt de hoofdstad helemaal achteraan.

In Brussel bedraagt de perinatale sterfte 11,6 op 1.000 baby's. In IJsland is dat 4,7 op 1.000, in Portugal 4,8 en in Cyprus zelfs 4,2. Vooral de foetale mortaliteit, baby's die in de buik sterven na 22 weken zwangerschap, is de voorbije jaren in Brussel enorm toegenomen, van 5,4 op 1.000 tot 8,9. Een stijging van bijna 65 procent.

"De cijfers zijn schokkend", zegt Stephane Heymans van Dokters van de Wereld. "Al moeten we voorzichtig zijn met dit soort procentberekeningen. Het gaat hier om erg kleine aantallen, waardoor enkele gevallen zwaar kunnen doorwegen. Bovendien wordt een stad hier vergeleken met landen. Er zijn zeker nog andere steden die hier slecht scoren."

De oorzaak voor die hoge babysterfte is kansarmoede, zo beklemtonen verschillende experts. "Hoe hoger de sociale klasse, hoe minder babysterfte", zegt professor gynaecologie Hendrik Cammu (VUB). "Hoe lager de klasse, hoe meer. Dat bewijzen alle onderzoeken. De armoede in Brussel is de voorbije jaren toegenomen, de werkloosheid piekt en er is een grote instroom van nieuwkomers: allemaal elementen die de hoge babysterfte verklaren. Al blijft het schokkend dat onze hoofdstad het volgens die cijfers slechter doet dan pakweg Roemenië."

Het wordt nog erger

De voorzieningen zijn er, zo benadrukken specialisten. "Het probleem is dat kansarme groepen soms moeilijk de weg vinden naar de gezondheidszorg", zegt Heymans. Hij coördineert de Belgische projecten van Dokters van de Wereld en ziet in de praktijk hoe kwetsbare groepen niet bij de juiste hulpverleners raken. "De administratieve barrières zijn enorm. Zeker voor sans-papiers."

Socioloog en stedenexpert Eric Corijn (VUB) vreest bovendien dat het de komende jaren alleen maar erger zal worden. "In de komende tien jaar verwachten we 200.000 nieuwe Brusselaars. Veel jongeren, veel kinderen en veel nieuwkomers. Hierdoor zal de druk nog verder toenemen op de sociale voorzieningen. Dan heb ik het niet alleen op de huisvesting, mobiliteit of de scholen, maar dus ook over de gezondheidszorg. Het aanbod is misschien nu nog toereikend, maar zonder de nodige investeringen zullen we de vraag in de toekomst helemaal niet meer de baas kunnen."

>>4