Direct naar artikelinhoud

GRIET OP DE BEECK

Griet Op de Beeck (°1973) graaft in het veld tussen cultuur en samenleving. Haar nieuwste boek Gij nu kwam uit in februari 2016.

Het was Bart De Wever die al een dag na de gruweldaden in Brussel zei dat hij woede voelde: "Enorme woede dat we nog altijd analyses moeten lezen dat het de schuld is van de samenleving die deze mensen niet goed behandeld heeft." Alsof het een geïsoleerd probleem zou zijn van een paar godsdienstfanatieke individuen. Alsof het nu niet meer dan ooit hoog tijd zou zijn om op alle niveaus te durven analyseren waar het misliep en -loopt, en om ver weg te blijven van alle simpele conclusies die nooit adequate antwoorden kunnen zijn op zulke complexe kwesties.

Neem alleen al het penitentiaire systeem in dit land. Overal hoor je nu mensen tekeergaan tegen de vervroegde vrijlating, omdat daar het hele parcours van Ibrahim el-Bakraoui begon. Hoe vreselijk het ook is dat een hele reeks fouten en nalatigheden ervoor zorgden dat deze man deze feiten heeft kunnen plegen, dat verklaart niet waarom hij tot dat extreme gedrag is overgegaan, en het verrechtvaardigt verder geenszins dat het hele idee van vervroegde vrijlating niet zou deugen.

Ik heb in mijn theaterjaren nog rondgelopen in gevangenissen, één keer zelfs een periode van een aantal maanden, vijf dagen in de week, om een project op te zetten met gedetineerden en personeel, toegankelijk voor een publiek dat van buiten de muren kwam. En ik heb toen aan den lijve ondervonden dat zelfs al de mensen van goeie wil in de penitentiaire instellingen niet konden voorkomen dat de meerderheid van de gedetineerden de gevangenis slechter buitenkomt dan ze er binnengaat. Zeker de langgestraften.

Ik heb gewerkt met moordenaars, fraudeurs, geweldplegers, drugsdealers, dieven, en wat dan blijkt is dat het allemaal, stuk voor stuk, verwonde mensen zijn, met veelal ellendige jeugden en een structureel gebrek aan figuren die hulp boden - clichés zijn clichés om een reden. Niet dat die achtergrond een excuus zou zijn of hen zou ontslaan van verdere verantwoordelijkheid, maar dat betekent wel dat er mogelijkheden liggen tot herstel. Als basisproblemen worden aangepakt, kunnen mensen ook veranderen.

Ik heb één gast leren kennen die zat voor zware feiten. Om de twee weken kwam er een therapeut langs, betaald door zijn familieleden, jarenlang. De evolutie was spectaculair. De man had zelfinzicht gekregen, kon haarfijn analyseren wat waar was misgelopen en hoe hij daar in het heden mee omging en moest -gaan, en wat hij van plan was met zijn toekomst. Hij maakte in de gevangenis een opleiding af, en was vastberaden om nooit meer terug te keren, en er iets van te maken daarbuiten. Hij zou ook vervroegd vrijkomen. Ik durf er geld op inzetten dat dat een goede zaak is geweest.

Wraakroepend toch, niet alleen voor de daders zelf, maar evengoed voor al diegenen die nadien naast hen zullen wonen of met hen op een bus zullen zitten, dat alleen gedetineerden met bereidwillige families met financiële armslag op dat soort van ondersteuning kunnen rekenen. In Belgische gevangenissen is veel te weinig personeel in alle diensten die niet louter bezig zijn met de orde te bewaren. En hetzelfde geldt voor het begeleidingstraject voor wie voorwaardelijk vrijkomt. Niet dat bepaalde mensen vroeger vrijkomen is het probleem, het feit dat er met hen voordien niet afdoende gewerkt is, en dat er vervolgens evenmin genoeg volk is om hen bij te staan en op te volgen als het mis dreigt te lopen. Dat er daarna dan ook nog eens door allerlei andere diensten niet adequaat gereageerd wordt, is weer een andere kwestie.

Een eindeloze reeks studies bewijst dat ons bestraffingssysteem niet werkt. Er bestaan talloze voorbeelden in buitenlanden van hoe het beter kan, met veel lagere recidivismecijfers om dat te bewijzen. Al wie zich met die materie bezighoudt, weet dat. Maar het over een andere boeg gooien, kost geld, en gevangenen zijn geen sexy verkiezingsthema.

Ik bedoel maar: natuurlijk dragen we maatschappelijk wel degelijk verantwoordelijkheid. De beleidsmakers en wij die hen verkiezen. Laten we die zeker nu toch niet blijven ontlopen.