Direct naar artikelinhoud

Millimeterwerk in Museum M

De expo van de Amerikaanse kunstenaar Sol LeWitt is voor het Leuvense Museum M de meest ambitieuze in zijn bestaan. Al meer dan een maand brengen zo'n zestig kunstenaars en studenten in het museum wall drawings aan, tot op de millimeter nauwkeurig, zoals de meester het gewild heeft. Een exclusieve blik achter de schermen.

Wanneer we aankomen in het museum zijn de grote zalen met prachtige muurtekeningen leeg, wat het nog imposanter maakt. Het is middagpauze. Sommige werken zijn al af, andere zijn nog deels afgeplakt. De vloer is bedekt met karton dat vol kleurige vlekken zit. Stellingen staan voor werken die nog afgewerkt moeten worden. "Die hoogste stelling noemen we de Kilimanjaro", zegt LeWitt-kenner Wim Starkenburg.

Na de lunch komt iedereen druppelsgewijs weer binnen. In een grote zaal met kleurrijke muurtekeningen zit een meisje op een stelling voor de laatste retouches. Op een groot rood vlak met horizontale gele lijnen hangen allemaal kleine stukjes tape. Alle plekken waar tape bij plakt, moet ze nog bijwerken: lijnen moeten een millimeter dikker worden of stukjes gevallen vetkrijt van een speldenkop groot moeten verwijderd worden. Dit is monnikenwerk. Maar het resultaat is adembenemend.

Partituur

De vader van de conceptuele kunst Sol LeWitt (1928-2007) stuurt zijn discipelen uit in Museum M. Zes mensen van de Estate van Sol LeWitt, die door de meester zelf werden opgeleid, geven kunstenaars en studenten aanwijzingen voor de opbouw van de tentoonstelling. Sol LeWitt. Colors is het grootste ensemble muurtekeningen van LeWitt dat ooit in België te zien was en bestrijkt zijn volledige carrière. Van de eerste tekeningen in fijne potloodlijnen over inkwashes tot zijn latere werken in acrylverf. Over twee weken moet alles af zijn voor de opening.

Nederlander Wim Starkenburg is een van de mensen die door Sol LeWitt zelf werd opgeleid. Sinds 1984 werkte hij aan talloze LeWitt-expo's. "We gebruiken klassieke tekenmaterialen", zegt Starkenburg. "Dat past in het denken van Sol LeWitt. Geen moderne apparaten. Om iets recht of regelmatig te maken gebruiken we dus geen laserstralen." De jonge Brusselse kunstenares Sarah De Vos, die aan een grote potloodtekening werkt, treedt hem bij: "Om het werk gemakkelijker te maken proberen we voortdurend tools te verzinnen, zoals zelfgemaakte latten waarop we tien centimeter aftapen voor lijnen die exact zo lang moeten zijn. En om sneller te kunnen werken, plakken we drie potloden aan elkaar, met een staafje grafiet tussen, van telkens dezelfde dikte."

De voorbereiding van het materiaal is dus van cruciaal belang. "Om lijnen van exact dezelfde dikte te tekenen, moeten we de potloden heel vaak scherpen", zegt De Vos. "Maar als je een potlood scherpt met een slijper, heb je de eerste tien centimeter een vlijmscherpe lijn die daarna steeds breder wordt. We ronden de punt dus af met schuurpapier. En we trekken maximaal vier lijnen met één potlood. Er zijn medewerkers die voortdurend de tools klaarmaken." "Ik heb twee dagen niets anders gedaan dan potloden slijpen", zegt Jeannine Dehoucke. "Al het werk is hier evenwaardig. De lat vasthouden is even belangrijk als de lijn trekken."

Aan het werk van de kunstenaars ging nog een heel voorbereidingsproces vooraf. "Twee weken lang hebben we de muren voorbereid", zegt curator Eva Wittocx. "Gespecialiseerde bedrijven hebben de muren helemaal proper en plat gemaakt. Elke tekentechniek vroeg om een andere voorbereiding. Sommige muren hadden wel zes lagen primer en verf nodig die met bepaalde borstels en technieken aangebracht moest worden." Zo was er voor Wall Drawing#449, een ruimtevullende muurschildering met driehoeken in verschillende kleuren, een heel ander oppervlak nodig dan voor de potloodtekeningen. "Wall Drawing#449 is gemaakt met een inkwashtechniek", zegt Wittocx. "De driehoeken worden gekleurd met natte doeken, dus het moest heel snel gaan om geen droogovergangen te hebben. Veel mensen tegelijk werkten eraan. Vanop hoge stellingen gooiden ze met de doeken. Heel spectaculair om te zien. Hier heerste een heel andere dynamiek dan in de zaal van de potloodtekeningen, waar meer een meditatieve sfeer hing."

Voor alle wandtekeningen bestaan instructies en diagrammen. Starkenburg: "Zelf gebruikte LeWitt vaak de metafoor van de muziek. Hij maakt een partituur. De mensen van de Estate zijn de dirigenten en de uitvoerders de muzikanten. Zij vertalen de partituur. En bij de uitvoering krijg je soms verrassingen. Omdat mensen moe worden of foutjes maken of omdat LeWitt soms bewust vrijheid liet voor de uitvoerders. Sommige kunstenaars van de Estate willen zo veel mogelijk vastleggen, maar ik vind die kleine afwijkingen net belangrijk. Het werk moet bij het soms nonchalante karakter van LeWitt blijven passen. Kijk, dit is een typisch voorbeeld van iets dat net niet gelukt is: de punten van deze driehoeken komen hier samen en ze horen precies aan te sluiten, maar dat lukt niet altijd. (lacht) Van dat soort dingen hou ik echt. Nét niet perfect."

In de bovenste ruimte van het museum zijn een aantal mensen aan een grote zwart-witmuurschildering aan het werken. Het werk is bijna volledig afgeplakt, maar het moet een cube without a cube worden. "Het lijkt een eenvoudige tekening", zegt Starkenburg. "Maar er wringt iets met de afstand. Om ervoor te zorgen dat het lijkt alsof alle banden dezelfde breedte hebben, moeten we een beetje sjoemelen. Dat zijn de interessante verrassingen waar je voor komt te staan als je LeWitts werken uitvoert. Soms moét je een beetje vals spelen. Zo krijg je ook af en toe met een scheve doorgang te maken. Deze muur bijvoorbeeld, is niet loodrecht. Dus de eerste lijn die je hiernaast trekt, moet de scheve muur volgen. Heel langzaam aan trekken we de lijn recht. En als je naar de tekening als geheel kijkt, lijkt de deur ineens recht. Allemaal visuele trucjes." De Vos: "If you can't make it, fake it. Zo lang het er juist uitziét, is het goed."

Sol LeWitt. Colors, vanaf 21 juni in Museum M. www.mleuven.be