Direct naar artikelinhoud

De hond blaft, maar bijt niet

De aanklager van het Joegoslavië-Tribunaal eiste 28 jaar tegen de Servische 'oorlogsmisdadiger', maar de rechters spraken hem vrij. In Bosnië en Kroatië wordt verbijsterd gereageerd.

Het Joegoslavië-Tribunaal heeft Vojislav Seselj, de ultranationalistische Servische politicus die in de oorlogsjaren qua haatzaaierij zijn evenknie niet kende, gisteren vrijgesproken van alle aanklachten betreffende oorlogsmisdaden. De rechter acht onvoldoende bewezen dat het uitgerekend Seseljs woorden waren die tot moord, plundering, marteling, verkrachting en verwoesting leidden.

Seselj (61), die uitgezaaide darmkanker heeft en eind 2014 op medische gronden tijdelijk in vrijheid werd gesteld, was niet in de rechtszaal. Op een persconferentie in Belgrado direct na de uitspraak prees hij evenwel de "honorabele rechters" die "na zoveel processen tegen onschuldige Serviërs" eindelijk "de enig juiste beslissing" hebben genomen. In Kroatië en Bosnië werd met verbijstering op de vrijspraak gereageerd.

De uitspraak sluit aan bij eerdere jurisprudentie van het Tribunaal, waarin politici beduidend lichtere straffen kregen dan militairen, en kan mogelijk invloed hebben op andere processen tegen politici die terechtstaan vanwege haatdragende uitspraken. Veel uit het vonnis dat de rechter gisteren voorlas, viel onder de noemer 'de hond blafte hard en gemeen, maar bijten deed hij juridisch gezien niet'.

In het eerste jaar van de oorlog in Kroatië, 1991, bepleitte Seselj onder meer 'het uitlepelen van Kroatische oogbollen met roestige theelepeltjes' en het bombarderen van de Kroatische hoofdstad Zagreb met napalm. In november 1991 sprak hij bij Vukovar voor eenheden van het Joegoslavische Volksleger. Wat Seselj betreft mochten die alle Kroaten van de aardbodem wegvagen. Volgens de rechter deed Seselj in Vukovar op dat moment niet veel meer dan 'het moreel van de troepen opkrikken'.

De aanklagers van het Tribunaal hadden 28 jaar tegen Seselj geëist. De rechter erkende dat Seselj niet alleen maar haatzaaiende uitspraken deed, maar bijvoorbeeld ook betrokken was bij het rekruteren van vrijwilligers voor paramilitaire groeperingen. Deze bendes zaaiden in de jaren 1991-1993 verderf in Kroatië en Bosnië, en werden daar ook wel Seseljovicen, 'mannen van Seselj', genoemd. Volgens de rechter had Seselj zelf evenwel geen enkel gezag over die groepen.

Psychische onberekenbaarheid

Vojislav Seselj was in 1979 op 25-jarige leeftijd de jongst gepromoveerde in het oude Joegoslavië (proefschrift: marxistische guerrilla-technieken). In 1984 werd in zijn bureau op de universiteit een manuscript aangetroffen waarin hij voorstelde de grenzen van de Joegoslavische deelrepublieken langs etnische lijnen te trekken, in die tijd een ernstige wetsovertreding. Seselj verdween in de cel, maar kwam in 1986 weer vrij.

Uit de jaren daarna dateren de eerste meldingen van zijn psychische onberekenbaarheid. Na de opkomst van Milosevic en de desintegratie van Joegoslavië manifesteerde Seselj zich als politicus. In het Servische parlement werd hij berucht vanwege zijn neiging collega-parlementariërs met de vuist te lijf te gaan, of met klodders speeksel. In februari 2003 gaf Seselj zich bijna triomfantelijk over aan het Tribunaal. Op de aanklacht tegen hem verklaarde hij destijds 'trotser te zijn dan op mijn proefschrift'.

In de jaren daarna kwam het ook in de rechtszaal van het Tribunaal tot handgemeen en andere excessen. In november 2006 moest Seselj wegens onhandelbaarheid worden verwijderd. Nadat het Tribunaal zijn verzoek om zichzelf te verdedigen had geweigerd, ging hij in hongerstaking, waarna het alsnog werd gehonoreerd. Echter: in februari 2009 werd zijn proces op verzoek van de aanklagers voor onbepaalde tijd stilgelegd. In hun optiek was Seselj niet bezig getuigen te ondervragen, maar te intimideren.