Direct naar artikelinhoud

Le Mont St. Michel Bretonse traditie in nieuw kleedje Mer du Nord Trui met visje maakte plaats voor Romeinse zwier Petit Bateau Klein bootje is

Wie kust zegt, zegt vakantie.

En vakantie rijmt op vrolijke onbezorgdheid. Daarom laten modemakers zich voor hun merknaam graag inspireren door de zee. Dat deed het drietal hiernaast.

door Agnes Goyvaerts

p de grens van Bretagne en Normandië, oprijzend uit de zee, ligt de imposante Mont Saint-Michel. Na de Eiffeltoren is dit het meest bezochte monument van Frankrijk. Le Mont St. Michel is ook een merk van nette kleding met een nostalgisch tintje. Sinds enige tijd is het in Frankrijk niet meer toegelaten om een bestaande geografische plaats te gebruiken als merknaam, maar Le Mont St. Michel bestaat al sinds 1913 als Bretons merk van degelijke werkkleding. Het was nagenoeg weggedeemsterd toen Alexandre Milan, zelf stammend uit een breigoedfamilie, met een nieuw merk op de markt wilde komen. "Ik wou de familietraditie niet laten voorbijgaan, maar ik voelde wel dat er iets nieuws moest komen", vertelt hij, op bezoek in Brussel. Hij liet de kans niet voorbijgaan om de naam te kapen, want die sluit goed aan bij wat hij 'de golf van neotraditionalisme' noemt. Als kind van ouders die mei 68 meemaakten, wil hij achterhalen waarmee die generatie zo radicaal wou breken. Het resultaat is een collectie met een herkenbaar retrogevoel, vertaald in kleine motiefjes in het breiwerk en oude jacquardweefsels die uit de archieven werden gehaald en opgefrist. Le Mont St. Michel heeft in België een goede ambassadeur: Bent Van Looy van de band Das Pop heeft actief meegeholpen bij de creatie van de herencollectie. Tijdens een reis naar Zweden voor een nieuw project was Milan zeer onder de indruk van Stockholm. "Ineens begreep ik ook waarom we daar zo weinig verkopen... al die lange meisjes! Als die een truitje van Le Mont St. Michel aantrekken, komen de mouwen tot aan hun ellebogen."

e ontstonden niet op de dijk van Oostende, maar het merk is altijd wel erg populair geweest aan de kust, niet het minst in Knokke. Toen Mer du Nord op 1 mei 1988 werd gesticht, lagen de kantoren in Molenbeek, met zicht op het kanaal. Het was een geesteskind van de Brusselse textielman Alain Freilich en zijn medewerkster Sophie Campion. In de nasleep van de overheidsactie 'Mode dit is Belgisch' ontstonden toen veel nieuwe Belgische merken, waarvan het ene al duurzamer is gebleken dan het andere. Mer du Nord bestond aanvankelijk vooral uit grove truien, met een visje als logo. Het ging goed met Mer du Nord, het was de tijd van de logo's, en je zag de vis op elke dijk, in elke winkelstraat, in elke plattelandsgemeente. Van 3.000 stuks groeide de collectie in vijf jaar naar 300.000. Men trok afgestudeerden van de modescholen aan om wat creatieve impuls te geven. Een man die van in het begin bij Mer du Nord betrokken was, is Luc Duchêne. In 1996 kocht hij het merk. "Mer du Nord is een merk met een leuke naam, ontworpen door jonge stilisten, die ons niet te veel kosten", liet de zakenman optekenen in Trends. Mer du Nord heeft in België eigen winkels in nagenoeg elke stad van enig formaat, waarvan die in Knokke een van de steunpilaren blijft. Het merk is intussen ver afgeweken van sportieve truien met een vis erop geborduurd. Het logo is helemaal verdwenen, en de huidige zomercollectie staat in het teken van Rome. Meer dolce vita dan garnalenvissers. Het is een jonge, flirterige collectie met kleurige korte jurken, jeansshorts, lederen jekkers en grafische cardigans. n

aartoe een kinderliedje al niet kan leiden: het verhaal van Petit Bateau begint in 1886 in de Franse textielstad Troyes. Een jong stel begint een bedrijf van caleçons voor heren. De zonen komen mee in het bedrijf en het is die volgende generatie die een geniale inval heeft. Het kinderliedje 'Maman, les p'tits bateaux qui vont sur l'eau, ont-ils des jambes?' blijft door het hoofd spoken van Pierre Valton en in 1918 grijpt hij de schaar en knipt de pijpen af van lange onderbroeken. Geboren is la petite culotte, het onderbroekje voor kinderen, met een elastiek in de taille en aan de beentjes. In 1920 deponeert Valton het merk 'Petit Bateau' en, misschien even belangrijk, begint hij er grappige reclame voor te maken. Symbool wordt Marinette, een poezelig meisje met vlezige billetjes. Er worden nog meer verbeteringen aangebracht, zoals in 1938 een procedé om de stof te bleken, zodat het ondergoed hagelwit is. Petit Bateau wordt een van de bekendste, zo niet hét bekendste merk van kinderondergoed, en het blijft groeien tot in de jaren zestig. Petit Bateau is ook de pionier van kruippakjes met drukknopen onderaan, om luiers gemakkelijk te kunnen verversen. In 1970 wordt met nieuwe breimachines tricot met fijne streepjes ontwikkeld, wat een klassieker is geworden in elke collectie.

Het succesverhaal krijgt een abrupt einde in de jaren zeventig en Petit Bateau sukkelt diep in de schulden. Net op tijd, in 1988, komt de ridder op het witte paard: Yves Rocher, bekend van zijn natuurcosmetica en de nummer één in de verkoop van schoonheidsproducten via postorder. Met Yves Rocher beleeft het merk een tweede jeugd. De frisse kleuren en het katoen slaan zo aan dat jonge meisjes de grootste kindermaat beginnen te kopen. In 1994 gaan er vier miljoen T-shirts van Petit Bateau over de toonbank en het jaar daarop verschijnt de eerste collectie die speciaal voor volwassenen is ontworpen. De opening van een boetiek op de Champs Elysées in 2000 is alweer een mijlpaal, en intussen heeft het merk wereldwijd eigen winkels. 'Pour obtenir le premier prix au concours d'élégance il suffit de porter une culotte Petit Bateau' was een van de eerste slogans. Vervang de petite culotte door een gestreept mini-jurkje, en tachtig jaar later zou hij nog altijd gebruikt kunnen worden.