Direct naar artikelinhoud

‘Steven Vanackere is zijn geloofwaardigheid kwijt’

Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) verdedigt zijn beslissing. ‘Het is beter Libië te engageren een aantal verantwoordelijkheden op te nemen dan van het land een paria te maken’, zegt hij aan De Morgen.

Even terug naar 12 mei vorig jaar. In de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties wordt er gestemd over welke veertien lidstaten de komende drie jaar een zitje krijgen in de 47-koppige Mensenrechtenraad, het VN-orgaan dat toezicht houdt op de naleving van de mensenrechtenverdragen en waar ook België in zetelt. Alle kandidaat-lidstaten halen vlot hun zetel binnen. Ook het omstreden Libische regime van Muammar Kadhafi, dat in alle rapporten barslecht scoort als het over het vrijwaren van de mensenrechten gaat.

Uit diplomatiek verkeer dat afgelopen weekend in deze krant uitlekte, blijkt dat ook ons land de omstreden kandidatuur van Libië steunde. Dat gebeurde op uitdrukkelijke vraag van het kabinet van Vanackere én na een negatief advies van zijn administratie, zo tonen de vertrouwelijke documenten aan.

Nochtans had Vanackere op een recente parlementaire vraag over het onderwerp geantwoord dat België bij de stemming rekening had gehouden met het track record inzake mensenrechten van de kandidaat-lidstaten.

Met wat nu bekend is, vertelde de minister alvast niet de waarheid, oordeelt sp.a-Kamerlid Bruno Tuybens. “Ik vraag mij immers af welke de Libische bijdrage was aan de bevordering en bescherming van de mensenrechten. Op deze manier verliest hij, maar ook heel ons land, elke geloofwaardigheid op vlak van mensenrechten. Hij wekt de indruk dat over de rechten van de mens gemarchandeerd kan worden. Dat is ontoelaatbaar.”

Ook Eva Brems, Kamerlid van Groen! en mensenrechtenexperte, vindt het ongehoord dat België zijn stem aan een land als Libië gaf. “We weten dat Vanackere zich profileert als iemand van de zachte weg, maar als hij volhield dat hij achter de schermen wel zegt waar het op staat, wilde ik hem nog vertrouwen. Dat vertrouwen heeft hij nu beschaamd. Zijn zachte aanpak lijkt door dit soort beslissingen op een gedoogbeleid voor autoritaire regimes. Of erger, hij geeft er blijkbaar zelfs actieve steun aan”, aldus Brems.

Niet alleen bij de oppositie klinkt er harde kritiek, ook bij Open Vld, nog steeds in de meerderheid, heeft men allerminst begrip voor de houding van de buitenlandminister. “Libië een zitje geven in de Mensenrechtenraad dat is zoals het holebibeleid laten uitstippelen door aartsbisschop Léonard”, zegt Kamerlid Gwendolyn Rutten. “Ons land was net zelf in de raad gaan zetelen om er voor een zeker een evenwicht te zorgen tussen de landen die het goed menen en zij die een loopje nemen met de mensenrechten. Nu zet de minister opnieuw de deur open voor de slechte leerlingen van de klas. Ik vraag mij af of het Belgische mensenrechtenbeleid met deze beslissing wel rechtop blijft staan.”

Alle parlementsleden kondigen aan dat ze Vanackere bij de eerstvolgende bijeenkomst van de Kamercommissie Buitenlandse Zaken aan de tand zullen voelen over het onderwerp.

Vorige week wilde men bij Buitenlandse Zaken de ja-stem voor Libië “bevestigen noch ontkennen”, maar nu de kritiek aanzwelt, reageert Vanackere wel. “We hebben inderdaad voor Libië gestemd, maar het klopt niet dat ik lijnrecht tegen mijn administratie ben ingegaan. De houding daar was immers verdeeld. De dienst mensenrechten heeft een negatief advies afgeleverd, maar de Afrikacel en de diensten in New York waren pro. Ik heb vervolgens de keuze gemaakt”, aldus Vanackere.

Een keuze waar hij nog steeds achter staat. “Ofwel schrijf je een land als Libië af als een paria ofwel plaats je het voor een aantal verantwoordelijkheden. Door het lidmaatschap kunnen we Libië aanzetten om een aantal constructieve engagementen aan te gaan.” Bovendien ging het volgens de minister om een clean slate - er waren maar evenveel kandidaten als plaatsen. “Moesten er meer kandidaten geweest zijn, dan hadden we waarschijnlijk een andere keuze gemaakt”, besluit hij.