Direct naar artikelinhoud

Moureaux levieten lezen is te makkelijk

Gezagsdragers als Philippe Moureaux hebben een verpletterende verantwoordelijkheid voor de kwalijke ontwikkelingen in hun gemeente, was Bart Eeckhout beenhard voor de PS-burgemeester van Molenbeek. Johan Leman reageert.

In een opmerkelijk opiniestuk in deze krant spaart Bart Eeckhout zijn kritiek op burgemeester Moureaux allerminst (DM 16/6). Ann Brusseel, Vlaams parlementslid voor Open Vld, stelt in een brief in dezelfde krant "alle Brusselse politici" verantwoordelijk voor de problemen in de gemeente.

Met dit stuk wil ik Moureaux niet goedpraten. Ik wens wel een bepaalde Vlaamse blinde vlek aan de kaak te stellen.

Voor alle duidelijkheid: ik ben het eens met Ann Brusseel. Er moet een antispijbelplan komen in het onderwijs. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid voor sommige misdrijven. Er is een structurele aanpak gewenst van de jeugdwerkloosheid. Ik ben het ook eens met Bart Eeckhout dat het niet kan dat mensen zich problemen op de hals zouden halen door zich niet aan een lokale subcultuur aan te passen. Maar is dat alles een gevolg van het beleid van Moureaux en van hem alléén? Pardon, wat bakt Vlaanderen er ondertussen van in de Kanaalzone? Hoe frequent zijn de contacten tussen de verantwoordelijken in de Vlaamse Gemeenschap of in de Vlaamse Gemeenschapscommissie om er met de burgemeesters uit die Kanaalzone eens over te praten?

En tussendoor, als er al eens een onderwijsproject in Brussel model stond voor het niet spijbelen van de leerlingen - met name dan de meertalige OETC-projecten - waarom wordt dat dan het enige onderwijsproject over heel Vlaanderen waarvan de financiering door de Vlaamse regering in één klap moest gestopt worden? Vier van de zes scholen lagen binnen of aan de onmiddellijke rand van de Kanaalzone.

Ander voorbeeld: het Vlaamse middenveld in de Kanaalzone. Voor heel Brussel-19 financiert Vlaanderen 17,8 medewerkers om aan integratie te werken, niet eens één per gemeente. In de Kanaalzone moeten die mensen zich inzetten, met Franstalige collega's en met de gemeenten, tegen de verpaupering van sommige delen van de bevolking, tegen het kasteachtige separatisme dat sommige groepen opgelegd krijgen of zelf kiezen, en voor een niet-monoculturele invulling van de publieke en semipublieke ruimtes (met aandacht ook voor een Vlaams cachet). Het gaat om een gebied met enkele honderdduizenden inwoners, met 50 procent mensen jonger dan 30 jaar, en met sommige buurten waar de werkloosheid tot 70 procent reikt. Ondertussen mag je als coördinator van zulke werking uren van je kostbare tijd opofferen aan vergaderingen waarbij je aan mensen van buiten Brussel mag uitleggen dat dit een ander soort publiek is waarmee je bezig bent dan dat waar de onthaalbureaus mee bezig zijn die nu eenmaal vooral met nieuwkomers werken, en dat ook je methodieken verschillen.

Ja maar, er gaat nu toch al veel geld naar Brussel en naar die wijken, hoor ik sommige niet-Brusselaars regelmatig tegenwerpen. Wel, naar mijn mening zou het een bijzonder nuttige oefening zijn als een onafhankelijk bureau eens zou onderzoeken waar al dat Vlaams geld voor Brussel effectief naartoe gaat en tot welk soort efficiëntie dit leidt? Ik betwijfel ten zeerste dat dit geld in de Kanaalzone terechtkomt met het publiek voor ogen waar Bart Eeckhout en Ann Brusseel het over hebben. Of Vlaanderen dus goed geplaatst is om burgemeester Moureaux de levieten te lezen in Molenbeek, betwijfel ik.