Direct naar artikelinhoud

Fout in de oorlog

Dubbelslag voor Jeroen Olyslaegers bij de Fintro Literatuurprijs: zowel het publiek als de vakjury bejubelt zijn oorlogsroman Wil. Een zoete revanche voor Olyslaegers, die een week eerder nog de Libris aan Alfred Birney moest laten.

"Of je wint of niet hangt af van een godin die met wat dobbelstenen gooit, meer niet. Maar nu ik op de shortlist sta, wil ik hem ook winnen." Jeroen Olyslaegers (° 1967) beseft bliksems goed dat literatuur geen voetbalcompetitie is. Toch roffelde hij de voorbije weken meermaals de trom en stak hij zijn zegehonger in interviews niet onder stoelen of banken. Overtuigd van het feit dat hij met Wil een WOII-roman schreef die ertoe deed. En die zelfs Antwerps burgemeester Bart De Wever van zijn sokken blies.

Nu halen Olyslaegers - en uitgever De Bezige Bij - hun prijzenslag thuis met deze roman 'als een koek op uw bakkes'. In de Gentse Handelsbeurs wist de Antwerpenaar zowel de vakjury van de Fintro Literatuurprijs als de Lezersjury te overtuigen met Wil, "een ijzersterke oorlogsroman waarin inhoud, tempo en taligheid hand in hand gaan", volgens juryvoorzitter en Terzake-anker Kathleen Cools. "Een moreel geladen boek waarin de stad Antwerpen een etterende wonde is die nooit volledig heelt zolang men zich nog herinnert wat ooit passeerde." Medefavoriete Lize Spit - die aangaf "dat ze niet treurig zou zijn als ik de Fintro niet binnenrijf" - delfde zo het onderspit. "Competitie blijft enkel leuk als je ook eens verliest", besefte ze vooraf al.

Met de dubbele Fintro-bekroning strijkt Olyslaegers een cheque van 25.000 euro op, een kunstwerk van Nick Ervinck, plus 2.500 euro van de overtuigende publieksbekroning. En natuurlijk een boost in de verkoopcijfers van Wil, dat nu al 17.000 keer over de toonbank ging. Toch was het lang geen gewonnen race voor Olyslaegers.

Bij de vakjury ging het er alleszins verhit aan toe, zo blijkt. "Tijdens het slotberaad werd snel duidelijk dat de jury unaniem twee boeken wenste te bekronen. Maar zo groot als die eensgezindheid binnen de jury was, zo verscheurd waren de individuele juryleden", volgens het juryverslag. Uiteindelijk gaf de jury toch de voorkeur aan een "onontkoombaar" boek "dat niet los gezien kan worden van een actuele, maatschappelijke context". Ook vanwege "de ambitie en morele complexiteit, verwoord in een lucide taal". Cools omschreef Olyslaegers' roman als "een literaire en politieke oerschreeuw".

Onstuimige pageturner

Olyslaegers stond vorige maandag - ook met Lize Spit - al hoog genoteerd voor de Libris. Daar moest hij Alfred Birney met De tolk van Java laten voorgaan. Nu haalde hij het van Spit en drie Nederlandse genomineerden. Wellicht spande het erom met Martin Michael Driessen, die met zijn sublieme verhalencyclus Rivieren al de ECI Literatuurprijs op zak stak. De twee andere Nederlandse genomineerden en outsiders Donald Niedekker (Oksana) en Richard Hemker (Hoogmoed) leken vrij kansloos. Olyslaegers volgt winnares 2016 Hagar Peeters (Malva) en Mark Schaevers (Orgelman, in 2015 nog de Gouden Boekenuil) op de erelijst op.

Met Wil schreef Olyslaegers in ieder geval een onstuimige pageturner over ambiguïteit en boter op het hoofd tijdens WO II in Antwerpen, gebaseerd op onder meer research door UA-rector Herman van Goethem. Het is een ware kladderadatsch, met dubbelzinnige personages en verwikkelingen in een troebele periode die zich uitermate leent tot bespiegelingen over de flinterdunne grenzen tussen verraad, mededogen en schuld. Hoofdfiguur, de hulpagent Wilfried Wils, is een 'tweezak', deerniswekkend en sluw. Als lezer koester je afwisselend sympathie en afkeer. Wilfried is handlanger en laffe getuige en werd een opportunistische hulpagent "om te ontsnappen aan de verplichte arbeidsdienst van de Duiters". Om vervolgens werkweigeraars of joden mee te helpen oppakken.

Postmodern proza

Olyslaegers kun je een 'oudgediende' in de Vlaamse literatuur noemen. Als schrijver geldt hij als een volwaardige discipel van Louis Paul Boon. Helemaal verwonderlijk is dat niet, gezien hij bij het Louis Paul Booncentrum werkte. Tegelijk vocht hij tegen dat label en voerde hij de eigenzinnigheid hoog in het vaandel. Hij debuteerde in 1994 met Navel, publiceerde de verhalenbundel Il faut manger en maakte enige naam met Open gelijk een mond (1999). Daarin onderzocht hij de mediatisering rond de zaak-Dutroux. Maar Olyslaegers worstelde ook met zijn eigen "postmodern proza dat bulkte van de ironie". Na langdurige theaterwerkzaamheden, onder meer voor Toneelhuis en later ook Mount Olympus van Jan Fabre, keerde hij terug naar de roman met Wij in 2009 en in 2012 Winst, onderdeel van "een drieluik over onze ontspoorde tijd". Romans met de vinger aan de pols van de 21ste eeuw, vol statements over de samenleving.

De laatste jaren liet Olyslaegers zich opmerken met Antwerpse acties rond geefpleinen en menige tussenkomst in de debatten over armoede en asielzoekers, ook op Facebook, zijn geliefkoosd ventiel. Zijn engagement werd gehonoreerd met de Arkprijs voor het Vrije woord. Maar langzaam verpopte de opiniemachine opnieuw tot een romancier, die zijn eigen paradoxen subtiel in het hoofdpersonage van Wil injecteerde.

De romancier triomfeert met dit boek over de activist en daar mogen we blij om zijn. "Mijn boek is nog in volle expansie, ik ben ervan overtuigd dat er tienduizenden lezers zijn die het nog niet kennen", vertelde Olyslaegers al. "Een schrijver is een handelsreiziger. De aandacht die met zo'n literaire prijs gepaard gaat, kan ik dus heel goed gebruiken." Dat er lang gefeest wordt in de Seefhoek - waar de schrijver woont - staat buiten kijf.