Direct naar artikelinhoud

Stukje Wilde Westen in de Oostkantons

'Vergelijk het met Fargo', zegt schrijver Marnix Peeters over de plek waar hij nu woont, werkt en - heel vroeg - opstaat.

Marnix Peeters weet niet wat weekend is. Na vijfentwintig jaar meedraaien in de mallemolen van de journalistiek, achtte hij de tijd rijp voor verpozing en trok hij naar de Oostkantons, waar de dagen makkelijk op lichte draf in elkaar overvloeien en wekkers niet werken.

De grootste aantrekkingskracht komt van de rust ("'s Avonds zet ik mijn gsm eens tegen het raam, zodat ik ontvangst heb") en van de natuur. Een gewone dag ziet er zo uit: om half zes begint Marnix te schrijven. Tegen dat zijn vrouw Jana opstaat, zit zijn dagtaak erop en begint hij met klusjes. Tegen de middag volgt doorgaans een wandeling gevolgd door een trappist in een lokaal café en desgewenst een dutje. 's Avonds is het avond en in de avond hoeft niets.

Het is de beloning voor jarenlang westerse stress, maar een verblijf in de Oostkantons heeft ook zijn schaduwzijde. "Het is hier zo'n beetje het Wilde Westen. Mensen leven hier nog volgens de wetten van de jaren 10. Vetes uit de vroege 20ste eeuw zijn nog altijd van kracht. En ze hebben hier onlangs onze hond doodgeschoten, denk ik. Waarom weet ik niet. Ken je Fargo? Dat is het hier zowat: een kleine, gesloten gemeenschap met vuil onder het gras. Raar, maar buitengewoon fascinerend."

Af en toe keert hij even terug naar 'de beschaving'. "Als we eens in de stad zijn, is het druk - of toch voor mij - met telkens een afspraak voor de middag en één erna. Ik zou het niet kunnen missen, maar zo gauw de stank en het lawaai me te pakken hebben, moet ik direct weer weg."