Direct naar artikelinhoud

Vlaams Netlog wijst Facebook de weg

Natuurlijk is Facebook met voorsprong de belangrijkste socialenetwerksite. De cijfers spreken voor zich: beschikbaar in 65 talen en meer dan 300 miljoen gebruikers die dagelijks goed zijn voor zo'n 40 miljoen statusupdates. Maar ook het cijfermateriaal van Netlog (de Belgische tegenhanger van Facebook die kantoor houdt midden in het Middeleeuwse stadscentrum van Gent) is behoorlijk impressionant. Met meer dan 53 miljoen gebruikers onbetwist marktleider in de leeftijdsgroep 14-24 jaar binnen Europa. Beschikbaar in 35 talen waaronder Arabisch en Chinees, wat ervoor zorgt dat Netlog (in tegenstelling tot Facebook) ook in de groeimarkten China en het Midden-Oosten stilaan voet aan de grond krijgt.Maar als Coppens, die Netlog in 2000 samen met zijn kompaan Lorenz Bogaert uit de grond stampte, écht indruk wil maken, pakt hij uit met het zakencijfer van zijn onderneming. “Toen we starten was dat met een absoluut minimum aan kapitaal”, vertelt Coppens. “We moesten dus van bij het begin min of meer break-even draaien. Dat we daarin geslaagd zijn, is uniek op het internet. Zeker wanneer je het over socialenetwerksites hebt. Kijk maar naar het voorbeeld van Facebook. Zij hebben van bij het begin enorm veel geïnvesteerd, zonder dat er op dat moment al geld binnenkwam. Het resultaat is een gigantische financiële put die nu eindelijk gedempt is.”

Geheim wapen

Nochtans hadden Coppens en Bogaert negen jaar geleden geen geheim wapen dat hen een voorsprong op de concurrentie gaf. “Netlog haalde toen en haalt nog steeds het grootste deel van de inkomsten uit advertenties”, vertelt Coppens. “Net zoals de concurrentie dus. Maar wij zijn er van bij het begin in geslaagd om nauw met die adverteerders te gaan samenwerken. Je kan op Netlog natuurlijk een traditionele bannercampagne opstarten, maar onze succesproducten zijn de zogenaamde brandpages, een soort homepage voor een bepaald merk, maar dan binnen Netlog. Merken kunnen die pagina gratis aanmaken, maar als ze er extra's aan willen toevoegen, moeten ze ons betalen. Die extra's kunnen bijvoorbeeld een paar onlinegames zijn, of een downloadbare achtergrond met het logo van het merk in kwestie. Vroeger moesten merken die dat soort dingen wilden doen een dure website laten ontwikkelen. Dankzij onze brandpages valt die kost weg. Bovendien is het een erg doeltreffende manier om campagne te voeren. Je gaat als merk de doelgroep die je wil bereiken zelf opzoeken, je moet niet wachten tot zij jou vinden.” Die twee troeven zorgen ervoor dat Netlog de economische crisis zonder al te veel kleerscheuren lijkt te zullen doorkomen. “Natuurlijk voelen wij ook dat het allemaal wat minder is, maar de adverteerders waar wij mee samenwerken merken door de reacties van de Netlogcommunity dat wat ze bij ons doen ook echt werkt”, beweert Coppens. “En als je in tijden van crisis mag kiezen tussen een dure campagne waarvan het effect nog af te wachten is of een goedkope variant waarvan je zeker weet dat die werkt, dan is de keuze vlug gemaakt.”Bij Netlog kunnen ze zich zelfs de luxe permitteren om zo nu en dan een adverteerder te weigeren. “Niet elk merk kan zomaar een brandpage krijgen. Merken die niet bereid zijn om een leuke, jonge pagina aan te maken komen er bij ons niet in. Een saaie brandpage biedt geen meerwaarde voor onze leden en zal ook voor de adverteerder niet het gewenste effect hebben. Dan is het beter er niet aan te beginnen.” Maar bij Netlog willen ze niet al hun eieren in één mandje leggen en dus wordt er ook met andere inkomstenbronnen geëxperimenteerd. Virtuele kredieten bijvoorbeeld. Die laten Netlogleden toe een onlinespaarpotje van fictief geld aan te leggen, waarmee ze binnen Netlog kunnen betalen voor extraatjes zoals spelletjes of virtuele cadeautjes die je aan je vrienden kan geven. Dat ze dat virtuele geldcircuit bij Netlog heel serieus nemen blijkt uit de partners waarvoor ze ermee in zee gingen. De bank ING bijvoorbeeld, of telecomoperator Mobistar. De eerste geeft je extra credits telkens je een bankverrichting doet, de tweede trakteert op credits bij elke herlaadbeurt. Met Mobistar wordt trouwens ook gewerkt aan een systeem om die virtuele credits om te zetten in echte belminuten.Toch wil Coppens liever niet te veel nadruk leggen op die virtuele economie. “Netlog is een gratis site en moet dat ook blijven. De basisdienst van Netlog - contacten leggen met vrienden - zal altijd gratis blijven, alleen voor extra's mogen credits nodig zijn.” Maar dat betekent niet dat ze bij Netlog niet verder op zoek gaan naar partners om hun virtueel betalingssysteem verder uit te bouwen. “Gamesfabrikanten bijvoorbeeld die hun spelletjes online willen aanbieden. Ook Apple is een voor de hand liggende partner. Als we onze gebruikers de kans kunnen geven om met hun credits muziek aan te kopen op iTunes is dat toch een extra troef.”

Onlineshoppen

Ook onlinewinkelen is een van de pistes die bij Netlog onderzocht worden. “Nu al is een aantal van onze adverteerders die er een brandpage op nahouden aan het experimenteren met minishops waar ze bijvoorbeeld concerttickets aanbieden”, vertelt Coppens. Maar ook wanneer het over die onlinewinkels gaat is Coppens voorzichtig. “Netlog is eerst en vooral een plaats waar jongeren komen om fun te beleven. Niet om te shoppen.” Bovendien heeft Netlog een heel jong doelpubliek, het leeuwendeel van de gebruikers zijn tussen de 14 en de 24 jaar. “En dus moeten we, zeker wanneer het over producten gaat die je online kan aanschaffen, heel voorzichtig zijn. We houden ons heel strikt aan de Europese wetgeving wat dat betreft en die is een stuk strenger dan die in de VS.”De verschillende pistes die ze bij Netlog bewandelen om geld te verdienen hebben ervoor gezorgd dat het bedrijf vorig jaar een omzet van 8 miljoen euro draaide. Veel winst leverde dat echter niet op, de teller bleef op 2.437 euro staan. “Niet slecht toch”, lacht Coppens. “Maar dat winstcijfer is natuurlijk relatief. Wij zijn een bedrijf dat heel snel groeit. Sinds 2004 is ons personeelsbestand elk jaar verdubbeld, waardoor we ondertussen een honderdtal mensen in dienst hebben. Al het geld dat binnenkomt wordt meteen weer geïnvesteerd. Het is ons niet om winst te doen. We willen Netlog doen groeien. Daar draait het om.”