Direct naar artikelinhoud

Mag ik deze oceaan over u uitkieperen?

Met Electric Soldiers toonden The Van Jets zich voornamelijk een veelbelovend talent. Die eerdere belofte lossen ze vandaag moeiteloos in op Cat Fit Fury!, een langspeler die hun debuut moeiteloos overschaduwt. Een plaat die ook niet langer de Grote Helden op een piëdestal zet trouwens, maar ruimte biedt aan introspectie. Of zoals Johannes Verschaeve het samenvat voor ons: ‘Ik kan een heel goed mens zijn. En een onmenselijke klootzak.’

The Van Jets leggen de lat hoog op hun tweede langspeler ‘Cat Fit Fury!’

We hebben rendez-vous bij de broers Johannes en Michaël Verschaeve, respectievelijk de frontman en drummer van The Van Jets. Die Gentse groep met Oostendse roots linkt fluimende garagerock aan glam, en loeiharde gitaren aan kwikzilveren melodieën. In Londen namen ze Cat Fit Fury! op, “in dezelfde studio waar Nick Cave op het toilet zat”, klinkt het enthousiast bij de twee. Even geestdriftig vertellen ze over de vierwegstekker van de Arctic Monkeys die hun bassist uit de studio weggriste als relikwie, over de limo van Kylie Minogue voor de deuren van de studio, of over Zak Starkey - zoon van Ringo Starr en drummer van The Who, Oasis, The Lightning Seeds - die Michaëls drumstel stemde. “We werden echt high op het tempo van die stad”, herinnert Johannes zich. “Het is een stad die constant overkookt: more is more. Die overdaad aan prikkels werkte op mij méér inspirerend dan wat ook.”Mocht ook wel natuurlijk: er verliep liefst drie jaar tussen hun debuut Electric Soldiers en Cat Fit Fury!. “We gingen helemaal op in het concertleven”, verklaart Johannes die wachttijd. “En we hebben ook wat te veel gefeest, misschien. Maar geen van beiden heb ik ooit als tijdverspilling gezien: er slopen toch redelijk vaak nieuwe nummers in de set. Alleen heb ik daarna in een vreemde bui besloten om heel moeilijke songs te schrijven, echt donkere shit.” Michaël beaamt: “We hebben een half jaar crap in 7/8-maatsoort gemaakt (lacht). Het was een echte zoektocht naar onszelf. Mintzkov heeft exact hetzelfde meegemaakt, overigens. Die drift om te experimenteren moet je toestaan als groep, maar uiteindelijk merk je dat je toch terug bij het begin uitkomt; Mintzkov noemde zijn vorige plaat niet voor niets 360°, hè.”Enige restanten uit die ‘moeilijke periode’ zijn het brugje in ‘Damage’, en grote lappen uit ‘Matador’, vertelt de groep. “Maar de rest van de plaat is eigenlijk op zes maanden tijd geschreven.” Wie die razend agressieve teaser ‘Matador’ kent, kan overigens nauwelijks geloven dat een perfecte popsingle als ‘The Future’ al die tijd òòk in hun vingers schuilde. “Maar die contrasten tekenen The Van Jets net.”

Zocht Verschaeve op de vorige plaat nog zijn inspiratie bij posters (‘Johnny Winter’), dan ging hij vandaag bij zichzelf te rade, en bij de ‘bjistjes in zin uoft’: “Een song als ‘Down Below’ was als een catharsis voor me. Die song schreef ik in een donkere periode. Ik raakte in een neerwaartse spiraal, had last van een writer’s block en dreigde te sukkelen in wat andere mensen misschien een ‘depressie’ zouden noemen. Zo’n songtekst schrijven is waarschijnlijk niet cool, maar het hielp wel.”Van krijgsgevangene in eigen hoofd naar de twee Wereldbranden: dat lijkt op zijn minst een paar lichtjaren verwijderd, maar die overbruggen The Van Jets met de eigenaardige muziekvideo bij ‘The Future’. “We hebben die clip opgenomen in Fort Napoleon, in de de duinen van Oostende. We wilden eerst gaan opnemen in kloostergangen, maar ik wist dat het daar niet goed zou komen. Al die spaghetti en confetti … Nee, dat werkt niet (lacht). Fort Napoleon was voor ons direct goed. Het monument heeft veel karakter, en is bovendien Oostends erfgoed.”Ook Leon Spilliaert liet zich beinvloeden door dat Fort Napoleon. Over die symbolistische kunstschilder werd wel eens gezegd: “Als je lange tijd naar een interieur kijkt, zie je een schilderij van Spilliaert.” Naar analogie met hem: wat herkent een mens van Johannes Verschaeve als hij deze nieuwe plaat intens genoeg beluistert? “Redelijk veel contrasten. Bij mij geldt het gezegde ‘stille waters, diepe gronden’. Mensen die me vroeger kenden, lieten de woorden ‘autistisch’ en ‘sociaal gehandicapt’ ook wel eens vallen (lacht). Maar als ik op een podium sta, verandert dat: dan heb ik zin om die hele oceaan die in mij kolkt, gewoon uit te kieperen over het publiek. Op deze plaat krijg je een goede blik op mijn oceaan. Al mijn zwaktes, al mijn frustraties lees je tussen de regels door. Ik ben daar eerlijk in, ja. Ik wéét ook dat ik een heel goed mens ben, maar ook een onmenselijke klootzak kan zijn. (glimlacht) Als songschrijver mag dat natuurlijk wel: het doel heiligt de middelen.”