Direct naar artikelinhoud

'Ik ben niet het brein achter de aanslagen'

'Nee, ik ben niet de mentor of het brein achter de aanslagen in Brussel en ik wist ook niet wat Brahim en Khalid van plan waren.' In een brief aan zijn moeder reageert Oussama Atar op de verdenkingen.

Oussama Atar (32) is een neef van de broers El Bakraoui en wordt door speurders in Brussel en Parijs beschouwd als mogelijke brein achter de aanslagen van 22 maart. Hij heeft op zijn minst het ideale profiel. Hij vertrok in 2003 naar Irak, werd begin 2004 door de Amerikanen opgepakt wegens valse papieren en belandde in het strafkamp van Abu Graib, waar toen ook Abu Bakr al-Baghdadi zat, de actuele leider van IS.

Atar werd in september 2012 vrijgelaten en keerde naar België terug, maar bleef hier maar even. Vorige week raakte bekend dat Atar door de in Oostenrijk gearresteerde Algerijnse IS-strijder Adel Haddadi op foto is herkend als de man die hem ruim een jaar geleden in Raqqa de instructies gaf om met enkele anderen naar Parijs te reizen en zich op te blazen voor het Stade de France.

Zus Asma Atar beticht de speurders van framing: "Het is heel gemakkelijk om een verdachte even naar een foto te laten te kijken en te vragen of hij wil meewerken aan het onderzoek."

Nu laat ook haar broer zelf van zich horen. La Dernière Heure pakte zaterdag uit een met een brief die Oussama Atar onlangs via Facebook naar zijn moeder stuurde: "Ik kan je verzekeren, dankzij Allah, dat met mij alles goed gaat en ook met mijn zoon, hij groeit heel snel. Nee, ik ben niet de mentor of het brein achter de aanslagen in Brussel en ik was me niet bewust van wat Ibrahim en Khalid van plan waren. Moge Allah hen genade tonen. Die honden weten maar al te goed dat ze me gedwongen hebben om uit België te vluchten en dat ik daarna nooit meer contact met hen heb gehad."

Met 'honden' doelt Atar niet op zijn neven, maar op de politiediensten. Binnen de familie gaat het verhaal dat Oussama, getekend door folteringen, snel gedesillusioneerd geraakte. "Hij werd bijna wekelijks geconvoceerd bij politie of parket", zegt zijn oom. "Hij is op een dag in het Brusselse justitiepaleis aangesproken door een substituut die hem zei dat hij de rest van zijn Iraakse straf hier zou moeten uitzitten en zijn cel al gereserveerd was. Daarom is hij gevlucht."

Verre van afgerond

Waar Oussama nu zit en of hij zich effectief heeft aangesloten bij IS laat Atar in zijn brief in het midden: "Nee, ik ben niet in Europa. En nee, ik denk er niet aan om terug te keren nadat Allah, hij zij geprezen, mij heeft gered van deze criminelen. Deze honden weten heel goed waar ik nu ben, dus waarom al die leugens en die meedogenloze oorlog tegen jullie? De honden kunnen het niet verdragen dat ik wist te ontsnappen aan de cel die ze voor me klaar hadden staan.

"Onze scheiding is heel moeilijk, maar ik denk dat je er de voorkeur aan geeft dat ik vrij ben, en de religie van Allah predik, dan dat ik opgesloten en vernederd in een cel zit."

Voor Adel Haddadi een foto van Atar voorgelegd kreeg, leek hij zijn opdrachtgever te identificeren als Abu Ahmad al-Alwani, een van de hoogste bevelhebbers bij IS. De leeftijd, ouder dan 40, die Haddadi de man in zijn eerste verklaringen toedichtte, strookt ook meer met hem dan met Atar. Volgens federaal procureur Frédéric Van Leeuw is het niet meer dan 'een werkhypothese', dat Atar de man achter 22 maart zou zijn: "Het onderzoek is verre van afgerond, er zijn nog een hoop verificaties te doen."