Direct naar artikelinhoud

Kaboel of Kuregem, De Crem blijft koelbloedig

Met één hand losjes in zijn broekzak komt vicepremier Pieter De Crem (CD&V) de Plantinstraat ingewandeld. Alsof hij hier elke dag een ommetje maakt. Alsof hij niet door de meest verloederde buurt van het land loopt. Alsof er geen twee camera's en tien journalisten zijn doen en laten registreren.

De Crem is het soort politicus dat zonder kogelvrij vest door Kaboel trekt. Dezelfde koelbloedigheid probeert hij aan de dag te leggen in Kuregem, Anderlecht.

Partijgenoot Walter Vandenbossche nodigde de minister van Defensie uit voor een rondleiding. De Anderlechtenaar is daarmee niet aan zijn proefstuk toe: in 2009 durfde toenmalig justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) het ook al aan deze woelige straten van dichtbij te bekijken.

Het duo Vandenbossche-De Crem geeft zelfs een persconferentie op het Lemmensplein, berucht om zijn drugsdealers. Voor een uitgebrand huis zegt De Crem 'dat hij wil aantonen dat hij een visie heeft op de stedelijkheid van de 21ste eeuw'. "Een sterke overheid kan veel problemen oplossen. Het vermanend beleid speelt zijn rol", zegt hij.

De familienaam De Crem mag dan onlosmakelijk verbonden lijken met Aalter, hier pakt hij er graag mee uit dat zijn familie ook wortels heeft in Anderlecht. Die liggen wel in Neerpede, dat deel van de gemeente Anderlecht dat eerder bekend is om zijn golfterrein dan om zijn straatcriminaliteit.

Vandenbossche herhaalt keer op keer dat hij 'het negatieve imago van Kuregem wil doorbreken', maar de feiten geven hem ongelijk. De directrice van de kinderopvang die de CD&V'ers bezoeken, vertelt dat in één jaar twee collega's overvallen zijn op weg naar huis.

Dirk Gilis van de gelijknamige drukkerij moet toegeven dat zijn veiligheidscamera's de ministeriële delegatie al van 100 meter afstand zagen aankomen. En het lijkt dan wel alsof de vicepremier doodgemoedereerd door deze grauwe straten kuiert, minstens vier agenten in burger volgen elke stap die hij zet.

"Hopelijk ga ik nu enkel letterlijk het hoekje om", besluit De Crem met een gebeitelde glimlach zijn blitzbezoek. "En niet figuurlijk."