Direct naar artikelinhoud

De prime minister en de parttime staatsman

Kijk, daar is de staatsman Bart De Wever weer. Blinkend van trots stond de N-VA-leider deze week voor Downing Street 10, voor de bekendste voordeur van de hele wereld. Het was dan ook hoogst ongewoon: een politicus, niet eens regeringsleider, laat staan minister, die een audiëntie krijgt bij de Britse prime minister. Bij een van de drie machtigste mensen van Europa. Zelfs voor Yves Leterme was die eer nog niet weggelegd.

De ontmoeting tussen Cameron en De Wever was geregeld door LDD-europarlementslid Derk-Jan Eppink. Hij zit in dezelfde fractie als de Britse conservatieven, de partijgenoten van Cameron. De N-VA zit in het Europees Parlement, als een tang op een varken, samen met de Europese groenen. Met een N-VA die steeds groter wordt en zich niet echt thuisvoelt in de huidige fractie ruiken de conservatieven kansen om hun fractie uit te breiden of minstens steun te vinden voor bepaalde rechtse maatregelen. Al spelen de persoonlijke motieven van Eppink natuurlijk ook een rol: hij weet dat LDD een aflopend verhaal is en solliciteert nadrukkelijk om toe te treden tot de rangen van de N-VA.

Maar de grote winnaar is natuurlijk De Wever zelf. Door hun leider te ontvangen, krikt Cameron de geloofwaardigheid van de Vlaams-nationalisten op. Als ze alleen maar die radicale dwarsliggers zijn waarvoor steeds meer partijen hen verslijten, zouden ze toch zeker niet uitgenodigd worden door de prime minister van het machtige Verenigd Koninkrijk? Het beeld dat de Britse eerste minister heeft helpen creëren is dat van De Wever als staatsman. Als betrouwbare politicus. Als iemand waar je zaken mee kan doen. Misschien wel als iemand die het gelijk aan zijn kant heeft. Eat this, Elio Di Rupo.

De N-VA maakte van de Londense trip een perfect georkestreerde pr-stunt, de partij heeft in geen tijd geleerd hoe ze een mediastorm(pje) ontketent. De timing zat toevallig ook perfect. ’s Ochtends en overdag het nieuws halen met de ontmoeting met Cameron, om er dan ’s avonds gewoon in te blijven met de zoveelste steengoede peiling. Waren Libië en Japan er niet geweest, de N-VA had de hele dag de scepter gezwaaid. Voorzitter De Wever is als geen ander de kunst gaan verstaan om zich op de juiste momenten weken lang onzichtbaar te maken, om als de tijd er weer rijp voor is met veel tromgeroffel weer tevoorschijn te komen.

De voorbije weken stuurde de N-VA vooral Jan Jambon uit. Vlaams-nationalist met een onberispelijke stamboom, op geen enkele manier gecorrumpeerd door de macht. Als Jambon op de voorgrond treedt, is het meestal niet om de tegenstanders over de bol te aaien. Hij is de man die de verbale lappen uitdeelt, die slaat na het zalven. De man die de dreigementen niet schuwt. Kopwerk perfect uitgevoerd, nu plaats ruimen voor de onbetwiste kopman De Wever. Met dank aan David Cameron, die de rode loper uitrolde, neemt de populairste politicus van het land de teugels opnieuw zelf in handen. Een internationaal nummertje voor de galerij, nog maar eens een peiling die zijn partij nog maar eens naar ongekende hoogten stuwt, en het is weer aan De Wever om de lakens uit te delen.

De boodschap is helder. Nee, onderhandelaar Wouter Beke heeft nog weinig tot niets in handen, behalve een eindeloze lijst met knelpunten. Maar ja, de N-VA gelooft ondanks alle miserie nog steeds in een oplossing. Alleen kan die geen eeuwen meer uitblijven. Het eindspel is ingezet, het werd tijd dat eens iemand dat hardop durft te zeggen. Duidelijkheid boven alles. Ook onder preformateur Di Rupo, verduidelijker De Wever en bemiddelaar Johan Vande Lanotte is het eindspel talloze keren ingezet, maar het einde moet nu eenmaal ooit een keertje komen.

Haast en spoed

Nu een communautair akkoord met de dag verder weg lijkt - zowel N-VA als PS bivakkeren volgens zowat alle bronnen op hun stellingen en lijken het nooit ofte nooit eens te zullen raken - is er eigenlijk maar één realistisch scenario dat écht naar het eindspel zou leiden. Als de N-VA zelf de stekker uit de onderhandelingen trekt, kunnen de andere partijen een regering vormen. Dan wordt de met de sp.a en eventueel ook de groenen uitgebreide regering van lopende zaken een echte regering, nog meer dan ze nu al is, en blijft de N-VA in de oppositie. Waar ze zich als een vis in het water voelt.

Maar zelfs dat scenario rammelt. Om te beginnen, is het lang niet de eerste keer dat de N-VA dreigt te stoppen met onderhandelen. Om vervolgens schoorvoetend toch maar weer mee aan tafel te schuiven. De oorspronkelijke deadline, die vooral geen deadline mocht heten, durft geen enkele N-VA’er nog te herhalen nadat ook de Vlaamse partijen CD&V en Open Vld de eis om mee te onderhandelen over de meerjarenbegroting laconiek wegwuifden. Het is niet omdat de N-VA absoluut niet bang is van de oppositiebanken, dat een deel van de partij er zelfs steeds hartstochtelijker naar verlangt, dat ze de concurrenten een geweldig cadeau wil doen door zichzelf buitenspel te zetten.

Ook CD&V en Open Vld gingen op de rem staan nadat Di Rupo en MR-chef Charles Michel wat overmoedig werden en een tikkeltje té gretig begonnen te zinspelen op een regering zonder Vlaams-nationalisten. De Vlaamse vleugels van de christendemocraten en de liberalen, waar in beide gevallen ook de voorzitter bij hoort, steigerden. Dat ze de communautaire lat misschien niet even hoog leggen als de N-VA, tot daar aan toe, maar dat de Franstaligen het communautaire doodleuk willen evacueren, dat kan nu ook weer niet de bedoeling zijn. Zelfs in het geval dat de N-VA er zelf de brui aan geeft omdat de malaise te lang aansleept - eerst zien, dan geloven - zullen de Franstaligen CD&V en Open Vld nog altijd een staatshervorming moeten gunnen. Minder verregaand dan de N-VA eist, maar nog altijd een stuk verder dan ze nu bereid zijn te gaan.

Het eindspel is ingezet, daar heeft De Wever gelijk in. Maar dat impliceert wel dat er aan Vlaamse kant íémand durft te springen. De Franstalige partijen voelen zich best comfortabel in de huidige stilstand. Een allesbehalve gehaaste Di Rupo vindt dat we “de tijd de tijd moeten laten”, en voor Didier Reynders zijn zelfs de vijfhonderd dagen die de onderhandelaars volgens veteraan Jean-Luc Dehaene desnoods moeten nemen niet eens overdreven. De regering van lopende zaken heeft nog altijd een meerderheid, ze doet niet minder dan een echte regering zou doen, ze kan in het slechtste geval zelfs tot de verkiezingen van 2014 regeren. Uiteraard spelen persoonlijke ministerambities geen onbelangrijke rol bij Reynders, maar het illustreert het ontbreken van elke urgentie ten zuiden van de taalgrens. Haast en spoed is zelden goed.

Bij de N-VA hebben ze terecht de indruk dat de PS niet meer zal bougeren, minstens zolang De Wever mee aan tafel zit. Omdat verder inbinden “nooit” een optie is, dixit Jambon, kan de partij moeilijk anders dan de verholen dreiging om te stoppen met onderhandelen hardmaken. Waarop CD&V, Open Vld en sp.a dan kleur moeten bekennen. Het huidige schimmenspel kan nog wel even duren, niemand wil het de ander makkelijk maken. Zowat de hele Wetstraat is dezer dagen parttime strateeg, parttime staatsman. Hoe dan ook gelooft bij de N-VA amper nog iemand dat de partij nog mee zal regeren. Maar of staatsman De Wever ook dat tegen Cameron verteld heeft? We vermoeden van niet.