Direct naar artikelinhoud

Crowd funding: back to the future

Primeur! Schrijver Bob Van Laerhoven (die ook meewerkt aan Boeken) heeft met succes het eerste literaire crowdfundingproject van de Benelux afgerond. Met de steun van individuele geldschieters zal De wraak van Baudelaire (Hercule Poirotprijs 2007) in het Engels worden vertaald. Voor de vertaling van Terug naar Hiroshima is ongeveer 65 procent van het nodige geld al binnen.

Van Laerhoven is zelf opgetogen over het succes van het experiment: "Toen ik dit project startte, dacht ik dat ik voor elk boek ongeveer duizend participanten/sponsors moest vinden die tien euro wilden besteden", zegt hij. "Ik ben echter verrast door de gulheid van sommige deelnemers die tot tientallen en zelf honderden participaties kochten. Opvallend is ook dat grote participanten/sponsors vaak anoniem willen blijven. Ik had in ieder geval nooit verwacht dat het zo snel zou gaan."

De techniek van crowd funding is eigenlijk zo oud als de straat. Zeker in Vlaanderen was hij diep ingeburgerd in de literaire zeden. Schrijvers gaven vaak hun boeken uit bij lokale drukkers die boter bij de vis wilden. Een auteur die een boek wilde uitgeven, vroeg vooraf steun aan vrienden, kennisen, rijkelui of politici. Die deden een milde schenking en kregen nadien een exemplaar van het boek cadeau. In dat boek stond dan de 'voorintekenlijst'. Via zo'n lijst konden de voorintekenaars (crowd funders) ook hun eigen pr een beetje verzorgen of een auteur een duwtje in de rug geven.

Een bekend voorbeeld is De leeuw van Vlaanderen. Het oerboek van de Vlaamse literatuur kende aanvankelijk weinig succes. De voorintekenaars, 430 mensen in totaal, waren niet voldoende in aantal om de eerste druk uit te verkopen. Maar Conscience had geluk: niemand minder dan koning Leopold I steunde het boek. Rijk werd Conscience niet meteen van, maar zijn reputatie was wel gevestigd.

Crowd funding is een interessant systeem, omdat het een middenweg biedt tussen het uitgeven bij een grote uitgever en de huisvlijt van een amateurschrijver die zijn eigen boekje naar de drukker draagt. Voor uitgevers wordt het risico ook fors verkleind, en aangezien er toch een paar honderd mensen investeren in het boek, is het ook meer dan pure vanity press.

Via sociale netwerken is het nu veel makkelijker om een community rond een auteur te bouwen en daar ook een systeem van prefinanciering op te enten. In de muziek werkt dat al een tijdje erg goed voor bepaalde nichegroepen (zoals Einstürzende Neubauten).

Het maakt het uitgeefsysteem ook menselijker en minder ijskoud. Nu gooien uitgevers massaal boeken op de markt onder het motto: trial and error. Honderd boeken uitgeven in de hoop dat er eentje een shortlist of een praatprogramma haalt. De rest is al rijp voor de ramsj nog voor ze goed en wel in de winkel ligt (als ze al in de winkel raakt).

Schrijvers verdienen beter dan dit soort groothandelspraktijken. Ze werken vaak een jaar of meer aan een boek dat hen uit het hart gegrepen is. Ze wagen hun mentale gezondheid (en hun spaarboekje) telkens wanneer ze een boek uitgeven. Als de pers dan niet zorgt voor een lekkere quote voor de achterflap en de jury's stekeblind blijven, blijven het zwarte gat en de twijfel over.

Schrijvers moeten wat meer warmte zoeken bij hun fans en hun vrienden. Via crowd funding kan dat.

Het systeem van Bob Van Laerhoven is transparant en eerlijker dan het systeem van Conscience. Hij belooft immers dat iedereen zijn/haar geld terugkrijgt wanneer het project winstgevend blijkt te zijn. Hij geeft ook inzage in alle facturen (voor de vertaler) en in de opbrengst van het project. Er worden aan het eind van de rit honderd exemplaren verloot, zodat kleine sponsors even veel kans hebben als grote.

Het blijft natuurlijk een risicovolle onderneming. Pas wanneer de vertalingen klaar zijn, wordt een uitgever gezocht. En hopelijk gevonden.

Toch een goede raad aan schrijvers die nu al van plan waren om een brief aan de koning te schrijven in de hoop hem de nodige fondsen af te luizen. Dat levert doorgaans niet veel op, geloof me. Laken belegeren is nog potsierlijker, overigens.