Direct naar artikelinhoud

Pohlmann & Calvo

Kristof Calvo is federaal fractieleider van Groen. Zijn wisselcolumn met Joachim Pohlmann (N-VA) verschijnt op vrijdag.

Een collega die je graag hebt, verlies je niet graag. Sarah Claerhout was zo'n collega. In onze stiel betekent dat babbelen in de koffiekamer of elkaars tussenkomsten en boeken recenseren. Het zijn momenten die de zaterdagse samenvatting van Villa Politica niet halen, maar gelukkig wel bestaan. Sarah zegde deze week niet alleen haar partij CD&V, maar ook het parlement vaarwel. Ik apprecieer haar erg, ben geen lid van CD&V Gent en weet er ook het fijne niet van.

Ik begeef me dus op glad ijs. Maar het houdt me al een hele week bezig, dus dan kan ik het thema maar beter vastpakken. Aanleiding is onenigheid over een decreet over de Universiteit Gent. "Als het onmogelijk is om algemene belangen te verdedigen, dan heeft mijn functie als volksvertegenwoordiger geen enkele betekenis", klinkt het ferm. Het siert Sarah, temeer ze ook haar zitje teruggeeft. Want parlementslid kun je inderdaad maar waardig zijn als je ook echt volksvertegenwoordiger mag zijn.

Maar zo'n inhoudelijk conflict met je partij of coalitie overkomt elke politicus. Politiek is een beroep waar je per definitie je trouwste medestanders ooit teleurstelt. Moet je dan afzwaaien? Wat is dan een eerbaar compromis en wat niet? Wat met de weg van de geleidelijkheid? Vragen die zich overal stellen, maar a fortiori in onze stiel. Want de stiel is net gebaseerd op overtuigingen en wordt georganiseerd onder het oog van camera's.

Possibilist

Het staat allemaal dicht bij een nog fundamentelere vraag: of het überhaupt zin heeft om zich politiek te engageren. Twijfels zijn soms ook mijn deel, maar ik kan en wil geen ander antwoord geven dan 'Ja!', inclusief het uitroepteken. Zo'n pro-politieke houding is echter dansen op een slappe koord. Net omdat er zo aan politiek wordt getwijfeld, probeer ik zo transparant mogelijk te zijn over dat dansen.

Ik heb me op deze pagina's al eerder geout als possibilist, een term die niet opduikt in de Van Dale, maar wel al een lange geschiedenis heeft. We moeten daarvoor terug naar Paul Brousse, een Franse socialist op het einde van de negentiende eeuw. Laten we niet wachten op de Grote Revolutie, maar vastpakken wat nu al kan, klonk het uit zijn mond. Hij splitste de weg naar het uiteindelijke doel op in verschillende nu al af te leggen etappes. Die oefening constant maken is een job van een politieker.

Brousses possibilisme is een leidraad om de honger naar verandering te combineren met het omarmen van kleine successen. Of je wordt heel snel moe en cynisch. Als politiek dier moet je én challenger én believer zijn van partijen, coalities en compromissen. Dit lijkt dan al snel een pleidooi voor particratie. Maar dat is het niet. Het is een pleidooi voor een volwassen en transparante democratie waar personen en partijen elkaar even fel tegenspreken dan ze met elkaar samenwerken.

Het is een pleidooi voor een politiek van geëngageerde compromissen als sluitstuk van scherpe, uitgesproken debatten. Made by pragmatici met principes in plaats van ego's zonder overtuigingen. Succesvoorwaarde voor zo'n omslag? Transparanter kunnen en willen zijn over meningsverschillen én akkoorden, ook op individuele basis. Die kwetsbaarheid actief opzoeken is in deze tijd van supermondigheid en hypertransparantie de enige weg naar meer geloofwaardigheid. Zolang elk meningsverschil herleid wordt tot een incident wordt dat echter moeilijk.

Aan de bar van de koffiekamer was Sarah altijd zo'n pragmaticus mét principes, de christendemocratie op haar best eigenlijk. Het is niet aan mij om te oordelen over haar beslissing. Maar één iets weet ik wél zeker. Een parlementslid dat het over één concreet punt oneens is met zijn of haar partij zou eigenlijk geen nieuws mogen zijn.