Direct naar artikelinhoud

Zweedse film 'The Square' wint race om Gouden Palm

De Gouden Palm 2017 gaat naar The Square van Ruben Östlund. Een verrassende winnaar voor velen, maar zeker geen onverdiende. Het filmfestival van Cannes was dit jaar een open race zonder duidelijke koploper, maar wel met een overvloed aan boeiende films.

The Square zet op het eerste gezicht cultuursnobs in hun hemd: we volgen een gladde museumdirecteur die niet eens zelf de wazige praatjes gelooft die hij op vernissages afsteekt. Maar regisseur Ruben Östlund bezondigt zich niet aan plat populisme. The Square is gebaseerd op een kunstinstallatie die de Zweedse regisseur enkele jaren geleden zelf bedacht: een symbolisch vierkant, waarbinnen mensen beloven om zich verantwoordelijk en altruïstisch te gedragen.

Het geeft aan waar de film echt over gaat: de egoïstische natuur van de mens, het dier dat onder het dunne laagje beschaving verstopt zit. Een terechte Gouden Palm, als u het ons vraagt.

Comeback van Coppola

En toch was het een verrassing van formaat. De meeste journalisten hadden op voorhand 120 battements par minute getipt als winnaar, en dit Franse aidsdrama had inderdaad zijn charmes. Regisseur Robin Campillo (Eastern Boys) brengt ons terug naar de vroege jaren negentig, toen de (veelal seropositieve) leden van ACT UP in Parijs gewelddadige protestacties op touw zetten om aids onder de aandacht te brengen. De film kreeg uiteindelijk de Grand Prix, zowat de zilveren medaille in Cannes.

Wij zagen dit jaar een overvloed aan schitterende films, en die kregen bijna allemaal een plaatsje op het palmares. Lynne Ramsay en Yorgos Lanthimos deelden de scenarioprijs voor respectievelijk You Were Never Really Here en The Killing of a Sacred Deer. Andrej Zvjagintsevs Loveless kreeg (een beetje) liefde onder de vorm van de Prix du Jury, en Sofia Coppola bezegelde haar comeback met de regieprijs voor The Beguiled.

Opvallend: geen awards voor tweevoudig Palm-winnaar Michael Haneke, die al sinds zijn eerste selectie in 1997 niet meer met lege handen naar huis moest. Ook de twee Netflix-films in competitie keerden, zoals juryvoorzitter Almodóvar op voorhand had aangekondigd, van een kale reis terug. Al lag dat ook gewoon aan de kwaliteit van de films: Okja was best interessant en The Meyerowitz Stories een leuke Woody Allen-kloon, maar geen van beide liet een verpletterende indruk na.

Rake maatschappijkritiek

Het festival van Cannes blies dit jaar zeventig kaarsjes uit. Maar door strenge veiligheidsmaatregelen, een valse bommelding en het nieuws uit Manchester viel de sfeer niet feestelijk te noemen. Woog dat op de pers? Heel wat journalisten vonden het namelijk een zwakke editie. Onterecht, want ook al was er geen overweldigende triomf à la Toni Erdmann, het gemiddelde niveau lag zeer hoog.

Misschien heeft het wel te maken met het afstandelijke, intellectuele karakter van heel wat competitiefilms. Diepe ontroering was zeldzaam: de gewelddadige psychothriller You Were Never Really Here was zowat de enige film die echt onder onze huid kroop. Heel wat films compenseerden dat gebrek aan emotie echter met humor, stijl en intelligentie. Zo was er veel rake maatschappijkritiek: op Rusland (A Gentle Creatureen Loveless), op het Europese vluchtelingenbeleid (Jupiter's Moon), op de gegoede westerse middenklasse (The Square, The Killing of a Sacred Deer en Happy End), op kapitalisme en vleesconsumptie (Okja).

Bovendien keerden wij naar huis met een koffer vol onvergetelijke beelden: een kleine jongen die hartverscheurend staat te huilen achter een deur (Loveless), een man die als een gorilla op tafel springt (The Square), en euh, de binnenkant van een opengesperde vagina als nogal letterlijk openingsshot (L'amant double). Cinema is verre van dood, zoveel is duidelijk.