Direct naar artikelinhoud

Slachtoffers van asbest sterven tevergeefs

Asbest maakt in ons land meer slachtoffers dan het verkeer. Ondanks alle aandacht wordt het probleem steeds snel vergeten. Gisterenavond toonde Pano op Eén een reportage van journaliste Ilse Van Lysebeth. Zij zag drie jaar geleden haar moeder wegkwijnen aan longvlieskanker en ging op zoek naar het dodelijke stof.

Elk jaar sterven ongeveer 1.400 Vlamingen aan longvlieskanker, een ziekte die je alleen kan krijgen door stofdeeltjes van het bouwmateriaal in te ademen. Reportagemaakster Van Lysebeth vond de stof overal. Vier miljoen ton zit er nog in Vlaanderen, en we gaan nog altijd onvoorzichtig met het dodelijke spul om.

De moeder van Ilse van Lysebeth was lerares. In het klasje waar ze jaren les gaf, zaten isolatieplaten van asbest achter de verwarmingstoestellen. Op haar 72ste werd bij haar kanker ontdekt. Longvlieskanker, een sluipmoordenaar die eerst heel veel geduld heeft - de incubatieperiode beslaat dertig à veertig jaar - en vervolgens heel weinig: tachtig procent overlijdt binnen het jaar na de diagnose. De moeder van Ilse Van Lysebeth was na drie maanden dood. Dat is nu twee en een half jaar geleden.

Toen asbestfabrikant Eternit eind maart van dit jaar veroordeeld werd tot het betalen van 25.000 euro schadevergoeding aan een slachtoffer, vond Van Lysebeth de tijd rijp om iets met het onderwerp te doen. Bovendien had ook haar VRT-collega Thomas Vanderveken de redactie van Panogetipt. Hij verloor zijn vader aan longvlieskanker. Dat was acteur Ugo Prinsen, bij oudere kijkers bekend als de koster in De Paradijsvogels. Hij liep de ziekte mogelijk bij de VRT op, waar hij werkte. Nu nog zit er in de gebouwen zes ton asbest.

Sluipmoordenaar

Maar asbest is overal, zo bleek toen Van Lysebeth met de camera op zoek ging. En ook dat we er te vaak nog te onvoorzichtig mee omgaan. Ze filmde dakwerkers die onbeschermd Eternit-pannen breken, containerparken waar kapotte asbest zomaar in de containers gegooid mag worden en een arbeider die getuigt hoe zijn ex-werkgever het materiaal dumpt op sluikstorten.

"Maar ik ben meer geschrokken van de hoeveelheid asbest in Vlaanderen", zegt Van Lysebeth. "Maar liefst vier miljoen ton. En die zit in veel meer dingen dan ik zelf vermoedde. De golfplaten en dakpannen kent iedereen, maar dat het ook in mastiek in ramen zit, in vloerbekleding, in ventilatiesystemen en achter lambrisering? Die materialen zijn aan het einde van hun levensduur en beginnen vezels vrij te geven. De overheid is wel bezig met een plan om Vlaanderen asbestvrij te maken. Maar in Nederland en Engelandzijn de plannen al concreet. In Nederland bestaan ook subsidies voor wie een dak van asbest verwijdert." Het gevaarlijke materiaal op een professionele manier laten wegnemen is namelijk duur.

"Ik vraag me af of de overheid niet sneller maatregelen moet nemen", zegt Van Lysebeth in de reportage. Een retorische vraag heet dat, want eigenlijk twijfelt ze geen seconde: "Natuurlijk moet het sneller. Ik liet bewust geen beleidsvoerders aan het woord gelaten omdat ik weet wat ze zullen zeggen. 'We zijn ermee bezig, OVAM is alles aan het onderzoeken.' Dat is ook waar, minister van onderwijs Crevits trekt bij voorbeeld al 7,5 miljoen euro uit om asbest uit scholen te halen, maar het is allemaal weinig ambitieus. Alsof het niet zo dringend is. En dat is het wel. België is twintig jaar lang de grootste verbruiker van asbest ter wereld geweest. We kennen het probleem al zo lang, maar het eerste afbouwplan mogen we pas in 2018 verwachten."

De vader van Ilse Van Lysebeth komt ook in de reportage voor. Twee keer laat hij een diepe 'godverdomme' horen. "Mijn vader vloekt nogal graag", lacht Van Lysebeth, "maar ik begrijp hem. Het is om bij te vloeken. Meer dan duizend doden per jaar en nog altijd wordt er te weinig tegen gedaan."