Direct naar artikelinhoud

Iedereen jaagt op eigen streamingdienst

Disney gaat twee nieuwe streamingdiensten lanceren in de VS: in 2018 een sportkanaal van ESPN en in 2019 een familieplatform voor Disney- en Pixar-films. Als gevolg verdwijnen populaire films als Frozen, Finding Dory of Vaiana uit het aanbod van Netflix in de VS.

Hoeveel streamingabonnementen wil de consument betalen? Tot een paar jaar geleden waren de opties overzichtelijk: Spotify voor muziek en Netflix voor video, beide ongeveer 10 euro per maand. Nu leidt de wildgroei aan diensten tot een versplintering van de markt. Wie legaal van het laatste album van Jay-Z of de nieuwste aflevering vanGame of Thrones wil genieten, moet een abonnement nemen op respectievelijk Tidal en Telenet Play More.

Er worden miljoenendeals gesloten met populaire artiesten als Drake en Taylor Swift over het exclusief lanceren van nieuwe albums op Apple Music, Google Play, Tidal of Spotify. Film- en serieliefhebbers moeten kiezen uit onder meer Netflix, Telenet Play More en Proximus TV.

Het lijkt er voorlopig niet op dat de wildgroei stagneert. De diensten worden zelfs steeds specifieker. Disney, dat het techbedrijf BAMtech heeft overgenomen om het streamingsysteem te bouwen, heeft nog niet bekendgemaakt hoeveel de nieuwe diensten gaan kosten. Wel denkt het bedrijf nu al na over de optie om nog weer aparte platformen te maken voor de films en series van Star Warsen Marvel, zoals The Avengersen Captain America. Nichevorming lijkt de trend dus op de streamingmarkt.

Of de consument daar blij mee moet zijn, is de vraag. Mensen die maar één interesse hebben (alleen sport of detectives) kunnen andere abonnementen opzeggen. Maar voor anderen dreigen de kosten zich op te stapelen, om het hele gezin tevreden te houden.

Anderzijds is het gunstig voor de consument als monopolievorming wordt tegengegaan. Als Netflix de alleenheerser is, kan het abonnementsgeld onredelijk worden verhoogd. Meer concurrentie leidt doorgaans tot meer keuze en lagere prijzen. Een mogelijk problematisch gevolg van de versplintering kan wel zijn dat de consument weer de neiging krijgt om meer illegaal te downloaden. Dat fenomeen was de afgelopen jaren juist op zijn retour omdat de legale streamingdiensten kwalitatief goede en betaalbare alternatieven boden.

De komende jaren zal duidelijk worden welke diensten deze concurrentiestrijd overleven. Het spreekt voor zich dat de grootste spelers, zoals Amazon, Netflix, Apple en Google, de langste adem hebben. Hoe hevig de markt reageert op nieuwe concurrentie bleek woensdag, toen de aandelenkoers van Netflix meteen 5 procent daalde na de aankondiging van Disney.

Levensvatbaar

Toch blijft het gissen naar de levensvatbaarheid van de meeste diensten, aangezien er zelden abonneeaantallen en nooit kijkcijfers worden vrijgegeven. (Het Digimeter-onderzoek van de Universiteit Gent schatte dat er een kleine 200.000 Vlaamse abonnees zijn.)

Het voordeel voor de internationale bedrijven is dat ze technisch gezien overal ter wereld relatief goedkoop kunnen uitbreiden. Begin 2016 breidde Netflix op één dag zijn diensten uit van 60 naar 190 landen. Amazon Prime Video, waarop onder meer de Top Gear-opvolger The Grand Tour te zien is, werd eind 2016 in tweehonderd landen tegelijkertijd gelanceerd.

De uitzendrechten (die verschillen per land) zijn de grootste kostenpost voor de streamingdiensten. Tegelijkertijd is het aanbod de belangrijkste reden voor nieuwe klanten om zich in te schrijven. Stap ik over naar Tidal voor de laatste plaat van Beyoncé? Is een abonnement op Play More het geld waard als ik dan een nieuw seizoen van Twin Peakskan bekijken? Het lijkt in elk geval onwaarschijnlijk dat de gemiddelde consument zich zowel op meerdere muziek- als verschillende videodiensten zal abonneren.