Direct naar artikelinhoud

Nijntje hangt naast Matisse

Nijntje in het museum is niet alleen de titel van een van de 32 Nijntje-boekjes. Sinds gisteren hangt het wereldberoemde konijn ook in het Rijksmuseum in Amsterdam. Het werk van geestelijke vader Dick Bruna wordt er in een kunsthistorische context belicht. Zoon Sierk nam de honneurs waar.

Sierk Bruna (61) vindt het wat onwennig, te moeten praten over het werk van zijn vader Dick. "Daar heb ik geen verdienste aan", vindt hij. Eergisteren was de hele familie nog op vakantie in Frankrijk, inclusief de pater familias. "Zijn gezondheid is stabiel, maar hij kan de drukte niet meer aan. Hij is te broos om bij dit soort gelegenheden aanwezig te zijn." Sinds hij vorig jaar stopte met tekenen, laat de 88-jarige schepper van Nijntje zich niet meer in het openbaar zien.

Toch is het niet onlogisch dat Sierk als oudste zoon de honneurs mag waarnemen in het Rijksmuseum. Als kind is hij hier vaak geweest, aan de hand van zijn vader. Als advocaat - eerst in Parijs, dan in Brussel - heeft hij ook lang de intellectuele eigendom van Dick Bruna verdedigd. Bovendien ligt Sierk aan de basis van zijn vaders meest geliefde creatie: Nijntje.

Sierk was amper een jaar oud toen hij met zijn ouders de zomer doorbracht in een vakantiehuisje aan de Nederlandse kust. Daar, in de duinen van Egmond aan Zee, zou een idee ontstaan dat Dick Bruna wereldberoemd zou maken. Elke avond zag hij er een konijntje rondlopen, en dat werd de inspiratie voor verhaaltjes die hij zijn zoon voor het slapengaan zou vertellen.

"Dat is hij lang blijven doen", vertelt Sierk. "Tot hij bedacht om die verhaaltjes ook in zijn eigen beeldtaal om te zetten. Zo is Nijntje ontstaan." Zestig jaar later zijn er 32 boekjes van het Nederlandse konijntje. Ze zijn vertaald in zowat 50 talen, in totaal zijn er bijna 85 miljoen exemplaren van verkocht. Als ultieme hommage-bij-leven zijn Nijntje en andere werken gisteren bijgezet in het Rijksmuseum, in de tentoonstelling Dick Bruna. Kunstenaar. Toch zal Dick Bruna zelf dat allicht niet zo interpreteren. "Mijn vader is een heel bescheiden man", zegt Sierk. "Hij heeft nooit gewerkt voor een publiek, maar vanuit zijn eigen overtuiging en inspiratie."

Knipwerk en affiches

Zijn prenten en tekeningen worden in de recent geopende Philipsvleugel belicht vanuit een internationale, kunsthistorische context. Ze pronken naast werk van Henri Matisse of Fernand Léger, meesters die zich ook vaak in eenvoud hebben gebaad. Hoe zijn vader dat deed, heeft zoon Sierk zelden gezien.

"De werken waarmee hij bezig was, mochten we niet zien", zegt hij. "Mijn vader werkte erg solitair. Als hij iets klaar had, mocht eerst mijn moeder komen kijken. Zij gaf het ultieme oordeel. Vond zij het niet goed, was mijn vader wel even humeurig, maar dan begon hij gewoon opnieuw. Ze had ook altijd gelijk, hoor. Soms was hij gewoon te lang aan iets bezig geweest, dan verloor hij even zijn eigen objectiviteit. Bij de tweede lezing mochten de kinderen in zijn atelier komen kijken. Dan lette hij eerder op onze reacties, om te zien of zijn werk wel deed wat hij bedoeld had dat het zou doen."

Sierk heeft mooie herinneringen aan dat atelier. "Het lag er vol met gekleurde vellen, knipwerk en affiches. Het was ook ingericht met een vooruitstrevende smaak in meubels en design. Dingen die voor een kind erg spannend waren. In die burgerlijke, naoorlogse tijd zag je dat niet vaak, zeker niet in Utrecht. Dat vond ik toen al erg bijzonder."

Toch was het niet alleen het werk van zijn vader, dat Sierks kindertijd heeft getekend. "Met de Nijntje-boekjes ben ik zelf niet echt opgegroeid", zegt hij. "De meesten zijn pas later verschenen. Bovendien schermde mijn moeder dat erg af. Ze is een vrouw van principes, ze vond dat we niet alleen met het werk van vader moesten bezig zijn. Dus hadden we veel boeken van andere schrijvers in huis."

Geïllustreerde kattebelletjes

Dick Bruna wordt weleens de opa van miljoenen kinderen genoemd. Toch had hij zelf weinig tijd voor zijn eigen gezin, vond hij zelf. "Daar ben ik het niet mee eens", zegt Sierk. "Jawel, zijn werk kwam altijd op de eerste plaats. Hij fietste 's ochtends al erg vroeg naar zijn atelier en bleef vaak lang doorwerken. Maar 's middags en 's avonds was vader altijd thuis. Dan aten we samen, aan de keukentafel. Het was onze moeder die voor de praktische kant van de opvoeding zorgde. Maar voor hij 's ochtends vertrok, perste hij haar eerst nog een verse vruchtensap. En hij liet haar elke dag een tekeningetje na. Die heeft ze nog allemaal." Die geïllustreerde kattebelletjes zitten niet in de tentoongestelde werken die de familie uitleende. Ze zijn privé, al denkt Sierk dat er ooit misschien wel iets mee zal gebeuren.

Zelf heeft Sierk dat creatieve van zijn vader geërfd, net als de andere kinderen in het gezin Bruna. Hoe te tekenen, heeft Dick hen nooit aangeleerd. "Maar hij was wel diegene die ons een groot vel papier en potloden gaf, om ons vervolgens alles zelf te laten ontdekken", zegt Sierk. Geen druk, want daar hield zijn vader niet van.

Eigenlijk was Dick Bruna voorbestemd om mee te draaien in het familiebedrijf van zijn vader en grootvader, A.W. Bruna Uitgevers, maar hij wou liever tekenen. Zijn vader gaf toe en liet hem tekenen voor de uitgeverij. Zo maakte Dick Bruna meer dan 2.000 omslagen voor de Zwarte beertjes pockets.

"Voor mijn vader waren zijn ouders en grootouders zakenmensen", zegt Sierk. "De artistieke wereld vond hij veel interessanter. Toch is dat zakelijk aspect soms ook belangrijk. Mijn moeder moest dan weleens zorgen voor wat tegengewicht. En als advocaat heb ik me ook altijd ingezet om hem bij te staan en zijn belangen te verdedigen. Al jaren werkt hij met een goed kantoor in Amsterdam. Maar als er overleg met hem zelf nodig is, spring ik bij als een soort commissaris."

Intussen is Sierk wel officieel uit de advocatuur gestapt. Zo kan hij meer tijd maken om zelf creatief te zijn, om opnieuw te schilderen. Als Dick Bruna zijn vader een zakenman vond, hoe zou hij zijn zoon dan benoemen? "Hoewel ik advocaat ben geworden, denk ik dat mijn vader me toch meer als een creatieveling ziet", denkt Sierk. "Hij is zelf zó onzakelijk, dat hij elk greintje kunstenaarschap dat hij in iemand anders ziet naar voor zal halen. In zijn beeld ben ik dus meer dat."

'Toch wel wat'

"Zonder Matisse zou Nijntje misschien niet eens hebben bestaan", zei Dick Bruna ooit. In de expo ligt een eerste uitgave van Nijntje naast een tekening uit het kunstenaarsboek Jazz van Henri Matisse. Een witte torso tegen een blauwe achtergrond. Plots wordt de inspiratie duidelijker dan ooit. Voor Sierk is deze vitrinekast het mooiste uit de hele opstelling.

Sierk Bruna: "Voor mij is hij natuurlijk gewoon mijn vader, maar op gelegenheden als deze wordt hij weer even naar boven getild. Beseffen we dat hij toch wel bijzondere dingen heeft gedaan. Ik denk dat hij op een rustig moment weleens zal komen kijken. Want het is wel wat, in het Rijksmuseum hangen."

Dick Bruna. Kunstenaar, tot 15 november in het Rijksmuseum, Amsterdam (rijksmuseum.nl). Het gereconstrueerde atelier van Bruna is vanaf 19 september te zien in het Dick Bruna Huis, Utrecht (centraalmuseum.nl)