Direct naar artikelinhoud

'Al snel bleek dat ze geen werk had en geen geld, en ik, oliebol, wilde haar helpen'

Sietse (47) ontmoette haar en was op slag verliefd. Hij wilde alles doen en nog meer geven. Maar zo werd hij 'Meneer Sorry' en kon het alleen maar slecht aflopen.

Ze was nog knapper dan op de foto. Ik kwam die donderdagavond het eetcafé binnen en zag haar meteen, helemaal in haar uppie aan een grote tafel. Pas toen ik vlak voor haar stond, zag ze me en lachte. Overal herrie, maar aan de tafel waar zij zat was het stil, een rust die ze afdwong met haar voorname aanwezigheid, leek het. Haar lange roodbruine haar en het brilletje op de punt van haar neus pasten eigenlijk niet tussen het cafépubliek op een donderdagavond. Ze was geen vrouw bij wie je gemakkelijk aanschoof, ze had een bepaalde reserve. Ik geloof dat ik die avond als een kip zonder kop heb zitten ratelen, alsof ik dacht: als ik maar blijf kletsen, dan kan ze niet weg, dan kan ik de tijd die ik met haar deel, de tafel, de lucht die wij samen inademen nog even oprekken en vasthouden. Over volslagen willekeurige onderwerpen had ik het, Radio 1 bijvoorbeeld, dat ik daar op zondagmiddag altijd naar luisterde, hoe haalde ik het in mijn hoofd.

"Ik had geen ervaring met vrouwen als zij. Ze stemde in met een tweede drankje en lachte regelmatig naar me en keek niet één keer naar de klok, waaruit ik opmaakte dat ze het ook naar haar zin had. Ze was weduwe, vertelde dat haar man heel jong was overleden toen haar kinderen nog heel klein waren. Ik kreeg de indruk dat deze eerste afspraak met mij de eerste was na zijn dood, maar lang stond ik daar niet bij stil, evenmin bij de betekenis daarvan. Na een paar uur liepen we naar buiten en durfde ik te vragen of we nog een keer zouden afspreken. Ja, zei ze, weer met een kalme, grote glimlach, en wat ging ik blij naar huis. Ik gaf haar een kus op de wangen, gewoon netjes. En vanaf dat moment ging het snel.

"We begonnen steeds vaker met elkaar te mailen, we spraken af. Al snel bleek dat ze geen werk had en geen geld, en ik, oliebol, wilde haar helpen. Veel te graag. Ze vertelde zo lang voor haar man te hebben gezorgd dat ze zo langzamerhand geen idee meer had wat ze kon doen en ik stelde een beroepskeuzetest voor. 'Te duur', antwoordde ze. En ik, haar reddende engel, zei: 'Geen probleem, ik betaal wel.' Ik zag wel dat ze daar niet echt op zat te wachten, maar ik was te veel op stoom. Liefde maakt blind, of misschien moet ik zeggen drammerig. Ze was zo leuk, en zo mooi en zo lekker. Ze was geen vrouw met wie je een kwartier naar bed gaat, maar een paar uur, de nachten met haar waren heel fijn, en ook al zag ik dat de gesprekken, telkens ik haar op enig gebied mijn hulp aanbood, wat stroever werden, ik liet me daar niet door belemmeren. Dan maakten we bijvoorbeeld een lange wandeling met haar hond en had ik voor dat dier alweer een dure werpbal aangeschaft, en alsof dat nog niet genoeg was, vroeg ik iets als: heb je nog nagedacht over mijn voorstel de paardrijles van je dochter te betalen, voor mij is het een kleine moeite, en dan viel ze stil en keek ze ineens een andere kant op. Ik zag wel dat ze trots was, dat ze het altijd in haar eentje gerooid had, ik registreerde het, maar ik was een bulldozer geworden zonder rem. Intussen wist ik van elke ontmoeting dat het de laatste keer kon zijn, maar probeer maar eens rationeel te zijn als je knetterverliefd bent. Op een dag bood ik aan om bij haar en haar dochters te gaan barbecueën, dus ik met kooltjes en vlees ernaartoe. Eerder had ze zich laten ontvallen dat ze zo graag een hangmat wilde, dus die had ik als cadeau meegenomen. Samen met een reuzenboor om de boel te verankeren in de grond. En dan niet zomaar een hangmatje, maar zo'n joekel met een standaard van tropisch hardhout waar Brazilië nog steeds verdrietig over is.

"Ik herinner me hoe ik daar in die tuin in de weer was, en hoe zij en haar dochters vooral met elkaar bezig waren, niet op een onaardige manier, ze is nooit onaardig tegen me geweest, maar juist heel naturel, en dat maakte het alleen maar pijnlijker. Ze hadden genoeg aan elkaar, ik was niet nodig. En dan verontschuldigde ik me weer, waardoor ik het alleen nog erger maakte. Meneer Sorry, hoorde ik een van haar dochters in de keuken over mij fluisteren, en toen we daarna nog een keer met mijn twee zoons en hun drieën vanuit het oosten van het land naar het strand waren gegaan en zij de enige was die zich afzijdig hield van de zeepret, wist ik dat ik te hard van stapel was gelopen en had ik nog maar een troef: het concert in november waar ik kaartjes voor had gekocht en waarvoor ze me had bedankt met een chocoladereep waarop stond: Ik vind jou lief.

"Ik leerde haar kennen in het voorjaar, onze affaire bloedde na een maand of drie, vier dood. Dus toen ik haar kwam halen voor het concert in november had ik haar al weken niet meer gezien. Toen ze naar buiten kwam in haar simpele spijkerbroek en T-shirtje, was ik onmiddellijk weer verkocht. Ik was altijd bereid voor haar op de knieën te gaan, en god weet dat ze daar nooit misbruik van heeft gemaakt, maar ook geen gebruik helaas. 'Oh Susan, ik had wel een plan, maar wat ik niet kreeg was de tijd', klonk het vanop het podium tijdens dat concert. En ik dacht, ja, zo was het ook voor mij: ik heb alles aan mezelf te danken, ik wilde te veel en te snel, ze kon niet anders dan op de vlucht slaan. Als ik maar iets afwachtender was geweest, was het misschien heel anders afgelopen. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan."