Direct naar artikelinhoud

Verwoester erfgoed krijgt negen jaar cel

Een Malinese jihadist die in 2012 leiding gaf aan de verwoesting van cultureel erfgoed in Timboektoe is door het Internationaal Strafhof in Den Haag veroordeeld tot negen jaar cel. Het is voor het eerst dat aanvallen op werelderfgoed als een oorlogsmisdaad zijn bestraft.

Ahmad al-Faqi al-Mahdi (circa 40) is een voormalige godsdienstleraar en lid van de radicaal-islamitische, aan Al Qaida gelieerde Toeareg-militie Ansar Dine. Die nam in 2012 de oude karavaanstad in en voerde er een jaar lang een schrikbewind, tot ze door een Frans interventieleger werd verdreven.

Al-Mahdi was chef van de zedenpolitie. Het doelwit van de extremisten waren de monumenten van het verdraagzame soefisme van Timboektoe, in hun ogen ketters bijgeloof. Al-Mahdi regisseerde de verwoesting van negen 14de-eeuwse mausolea en een deel van een moskee, met een deur die volgens de mythe pas aan het einde der tijden mocht worden geopend. De gebouwen stonden op de Unesco-werelderfgoedlijst en hadden volgens de rechters grote symbolische betekenis voor de bevolking.

Het vonnis van Al-Mahdi is ook de eerste schuldigverklaring van een moslimextremist. De rechtszaak is opmerkelijk voortvarend verlopen. Het onderzoek begon al direct in 2012. Al-Mahdi, in 2013 uitgeweken naar Niger, werd in 2014 gearresteerd en in 2015 aan het Strafhof uitgeleverd. Het proces zelf begon op 22 augustus.

De verwoesting van cultureel en historisch erfgoed is de laatste decennia een vast onderdeel geworden van veel gewapende conflicten. Bosnische Serviërs verwoestten moskeeën in Bosnië, de taliban bliezen in Afghanistan de boeddha's van Bamiyan op, Syrische rebellen en het Syrische regeringsleger schoten het oude Aleppo aan puin, Islamitische Staat verwoestte antieke oudheden in Syrië en Irak, en Saudi-Arabië bombardeert middeleeuwse steden in Jemen.

Tot nu toe blijven zulke oorlogsmisdaden veelal onbestraft. In die zin is de veroordeling van Al-Mahdi een opsteker voor het Strafhof, dat niet altijd even succesvol opereerde sinds de oprichting in 2002. Probleem is wel dat bijvoorbeeld de verwoestingen van IS in Irak en Syrië niet onder zijn jurisdictie vallen. Het Strafhof kan alleen individuele personen vervolgen voor misdaden die in een van de lidstaten zijn begaan. En Irak noch Syrië zijn lid.

Al-Mahdi, die zijn vonnis gisteren zwijgend aanhoorde, had 30 jaar cel kunnen krijgen. Maar de rechters namen volgens voorzitter Raul Pangalangan in hun vonnis in aanmerking dat hij schuld had bekend en 'oprecht' spijt had betuigd. Ook werd als een verzachtende omstandigheid aangevoerd dat Al-Mahdi pas na de nodige aarzelingen tot de verwoesting van de tombes zou zijn overgegaan.

Gemengde reacties

Directeur-generaal Irina Bokova van Unesco, de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur, noemde het vonnis gisteren in een reactie "een mijlpaal voor de erkenning van het belang van erfgoed voor de mensheid als geheel en voor de gemeenschappen die het door de eeuwen heen hebben bewaard".

De eerste reacties in Timboektoe waren gemengd. Negen jaar cel is weinig, zei Alhoussaini Saye, een onderwijzer, tegen persbureau Reuters. Markthandelaar Hawa Sisse zei: "Ik had verwacht dat ze hem levenslang zouden geven, maar (het Hof) heeft anders beschikt. Ik hoop niet dat zijn terugkeer naar Timboektoe over negen jaar door de extremisten als een overwinning zal worden opgevat."