Direct naar artikelinhoud

Over de taal van Trump

Nu hij presidentiëler moet worden, doorspekt Donald Trump zijn speeches met enige logica en een snuifje hoop. Maar de 'oude' Trump is nooit ver weg. Wij deden onderzoek naar zijn taalgebruik.

In de zaal in Wausau zitten duizenden mensen, en er staan nog duizenden mensen buiten; duizenden boze mensen die hun hoop hebben gevestigd op een man die het eindelijk eens voor hen opneemt, en die man staat binnen met een microfoon in zijn handen en heeft het over vensters.

"Wausau-vensters! Ik koop altijd Wausau-vensters. De beste vensters ter wereld. Ik gebruik ze in mijn hotel in Washington - je weet wel, dat grote hotel vlak bij het Witte Huis, een plek die iedereen wilde hebben, maar ík kreeg die plek. We bouwen daar een van de geweldigste hotels ter wereld. Op tijd en binnen de begroting. Sterker, het loopt voor op schema en het blijft onder de begroting. Maar goed, Wausau-vensters, geweldig bedrijf, ik bestel ze vaak. Ook in een ander gebouw, 40 Wall Street, 72 verdiepingen, daar heb ik er, denk ik, 3.500 nodig. Dat zijn veel vensters. Maar goed... trouwens, ze lekken niet! Geen lekkages! Zeg dat tegen Wausau-vensters. Of zou ik juist moeten zeggen dat ze wel lekken? Dan krijg ik mijn geld terug. Dat doe ik soms ook. Maar goed..."

Donald Trump lijkt de draad even kwijt, tijdens deze speech in april in Wisconsin. Hij zwemt mee met zijn eigen gedachtestroom, en die stroom voert hem zoals altijd terug naar zijn successen, electoraal en zakelijk, een stroom van getallen, met een vleugje oplichterij. Het publiek klapt aarzelend. "Dus...", zegt Trump, even watertrappelend, op zoek naar de vaste grond van zijn verkiezingsformules, "...dus we moeten ons land weer sterk maken... met big stuff....", en hij pakt er een opgevouwen A4'tje bij en weet weer waar hij het over moest hebben, over banen en lonen en blue-collar workers, de mensen waarvoor hij gekomen is, buiten zichzelf.

De speeches van Trump tijdens deze campagne waren, hoe je verder ook over hem dacht, retorische wildwateravonturen, met opspattend schuim, taalkundige draaikolken en af en toe een doodlopende kreek richting een vensterfabrikant. 'Let Trump be Trump', was het motto van zijn campagnemanager Corey Lewandowski, ook geen ervaren peddelaar, en dat was een belangrijk deel van Trumps aantrekkingskracht. Dit was een oom die je al jaren niet meer op de familiereünie had gezien, vol van zichzelf en zijn halfbakken anekdotes, maar die wel iets zei dat nog nooit iemand had gezegd. Dat die taart van oma echt niet te vreten was.

Er is ook een nieuwe Trump, sinds twee weken. Lewandowski is ontslagen. Met de Republikeinse Conventie op komst, over anderhalve week in Cleveland, en de nominatie zo goed als op zak, heeft Trump niet meer genoeg aan zichzelf. Hij moet presidentiëler worden. In inhoud, maar toch ook in toon. Hij moet een koers kiezen waarmee hij nieuwe aanhangers voor zich wint: gematigde Republikeinen, boze blue-collar Democraten, misschien zelfs wat vrouwen en zwarten en latino's. En waarmee hij tegelijkertijd zijn harde witte kern niet van zichzelf vervreemdt.

We hebben onderzoek gedaan naar de taal van de 'klassieke' Trump. Acht toespraken hebben we naast acht toespraken van Hillary Clinton gelegd, om te kijken wat zijn recept nu eigenlijk is. Klein voorbehoud: het waren toespraken die getranscribeerd waren, en dus iets formeler dan die in Wausau, waarvan niemand de moeite had genomen om hem helemaal uit te schrijven. Wat valt dan op?

Zijn woordgebruik is niet eens zo veel simpeler dan dat van Clinton. Hij gebruikt net iets vaker een woord uit de duizend meest voorkomende Engelse woorden (39 procent), maar dat is niet significant meer dan Clinton (36 procent). Zijn zinnen zijn wel beduidend korter, tien woorden bij Trump tegen vijftien bij Clinton (en achttien bij Obama, negentien bij Bernie Sanders). En heel typerend: hij begint 44 procent van zijn zinnen met een persoonlijk voornaamwoord, vaak 'ik'; Clinton doet dat maar in 29 procent van de zinnen. Zij begint veel vaker met een voegwoord dat zinnen logisch met elkaar verbindt: en, want, omdat.

Maar Trump is dus aan het veranderen. De oude Trump sprak uit zijn hoofd. De nieuwe Trump leest een script voor van een autocue. De oude Trump was soms onnavolgbaar met zijn associaties. De nieuwe Trump volgt een lijn die logisch lijkt. Ook is er overduidelijk meer focus. Trumps team heeft gezien dat er maar één kans is om te winnen: als hij genoeg steun krijgt uit de onderste regionen van de Amerikaanse middenklasse. De héle Amerikaanse middenklasse. Dus niet alleen van de boze witte conservatieven, maar ook van boze witte Democraten uit oude industriestreken in Pennsylvania en Ohio, en daarnaast ook van vrouwen, zwarten en latino's. Die worden dus expliciet genoemd en aangesproken ("Vrouwen vinden mij de laatste tijd ook leuk, want ze voelen dat ik het land veilig maak." Hoog gejoel uit het publiek. "En ze houden van Ivanka!"). De toon is hoopvoller, en zelfs de slogan is bijgesteld: 'You are making America great again.'

Uithaal naar een mug

Daarmee komt Trump, af en toe, dichter bij de Amerikaanse electorale traditie te staan. Nog steeds prijst hij zijn persoonlijke zakelijke successen als het kan, maar zelffelicitaties horen bij dit land zoals grote auto's en hoge wolkenkrabbers. Zeker presidentskandidaten kunnen niet te bescheiden zijn. Loze frasen zijn ook gebruikelijk, van George Bush (Read my lips: no more taxes!) tot Barack Obama (We will end the war in Afghanistan). Trump heeft banen en protectionisme tot de kern van zijn toespraken gemaakt, en ook al biedt hij geen enkele oplossing behalve "betere deals", retorisch zitten zijn toespraken strakker in elkaar.

Totdat de oude Trump de kop opsteekt. In New Hampshire vorige week schoof hij aan het einde van zijn speech zijn aantekeningen met een klassiek trumpiaanse drogreden opzij. "Ik heb deze aantekeningen echt niet nodig, want ik heb geen aantekeningen nodig."

En dus was hij in North Carolina en Ohio deze week weer helemaal zichzelf. Lof voor Saddam Hoessein, hoon voor de CO2-uitstoot van Obama's Air Force One, een nieuwe ontkenning dat hij een antisemitische ster had getweet, en natuurlijk voortdurend venijn over de e-mails van Clinton, en het rigged system van de Amerikaanse politiek. Hij strooide met endorsements en by-the-ways en schreeuwde en lulde maar door, met imitaties en gekke stemmetjes en een uithaal naar een mug ("Hello Hillary, how are you doing?"), tot vermaak van de aanwezigen. Met wat papieren maar zonder autocue. "Leuk om dat talent te hebben, niet? Het is een goed talent om te hebben."