Direct naar artikelinhoud

Vliegende auto's en andere dingen om te vieren

Paul Krugman is columnist van The New York Times en Nobelprijswinnaar Economie (2008).

De geslaagde landing van de raket van Elon Musk deze week was een mijlpaal. Ruimtekolonies en hotels met zero zwaartekracht, laat staan galactische imperiums, zijn nog altijd verre toekomstmuziek. Maar na tientallen jaren stagnatie komt er weer schot in de ruimtevaarttechnologie.

Ik ben gedoctoreerd in 1977, het jaar van de eerste Star Wars-film. Dat betekent dat ik zowat heel mijn beroepsleven in een technologisch teleurstellend tijdperk heb doorgebracht. Tot in de jaren 1970 dacht iedereen dat de vooruitgang van de technologie zou blijven doen wat ze tot dan toe had gedaan: snelle, onmiskenbare verbeteringen produceren in vrijwel alle domeinen van het leven. Maar dat is niet gebeurd. En hoewel sociale factoren - op de eerste plaats de snel toegenomen ongelijkheid - een belangrijke rol hebben gespeeld in die teleurstelling, is het een feit dat de technologie in veel opzichten haar verwachtingen niet heeft ingelost.

Het evidentste voorbeeld is het reizen. Auto's en vliegtuigen zijn vandaag niet sneller dan toen ik studeerde. De drukte en de veiligheidscontroles hebben de reële reistijden zelfs langer gemaakt. Meer algemeen is de vooruitgang in onze beheersing van de fysieke wereld - ons vermogen om dingen te maken en te leveren - trager gegaan dan de meeste mensen hadden verwacht.

Natuurlijk is ons vermogen om informatie te verwerken en te verzenden enorm verbeterd. Maar hoe leuk clipjes van katten ook zijn, informatie is een beperkt deel van het leven. Onze wereld blijft materieel en informatie heeft haar grenzen. In de afgelopen vijf, zes jaar lijkt de technologie weer fysiek te worden. We boeken opnieuw vooruitgang in de wereld van de dingen en niet alleen in die van de informatie. En dat is belangrijk.

De vooruitgang in de ruimtevaart is boeiend, maar het echt grote nieuws is de energie. We zien nu een revolutie op tal van fronten. Fracking heeft tot nu toe de sterkste impact gehad. Het is niet alleen een nieuwe bron van energie maar kan ook helpen in de strijd tegen de klimaatsverandering. Gas uit fracking is wel een fossiele brandstof maar geeft veel minder broeikasgassen vrij dan steenkool. De machtigste revolutie is natuurlijk die van de hernieuwbare energie, met de ongelooflijk snelle daling van de kosten van wind en vooral zon.

Je hoort nog altijd zeggen, meestal uit de rechtse hoek maar soms ook uit de linkse, dat we de klimaatverandering niet efficiënt kunnen aanpakken zonder de economische groei te fnuiken. De Republikeinse presidentskandidaat Marco Rubio, bijvoorbeeld, houdt vol dat pogingen om de uitstoot te beperken "onze economie zouden verwoesten". Dat is nooit een redelijke stelling geweest, maar nu is ze echt niet meer verdedigbaar.

Een duurzame, koolstofarme toekomst begint heel duidelijk gestalte te krijgen, met een economie die voornamelijk elektrisch zal zijn, met een rol voor kernenergie maar vooral voor zon en wind. Het kan natuurlijk ook anders gaan, maar dat zal dan de schuld zijn van de politiek en niet van de technologie.

Ik wacht nog altijd op vliegende auto's en op de hyperdrive. Maar de technologische vooruitgang is zo groot dat de redding van de wereld opeens veel geloofwaardiger lijkt. En dat is iets om te vieren.