Direct naar artikelinhoud

Turkije duwt Syriërs terug over de grens

Turkije stuurt vluchtelingen op grote schaal terug naar Syrië. Dat blijkt uit een rapport van Amnesty International dat vandaag wordt gepresenteerd. Het roept de vraag op of Turkije wel veilig genoeg is om vluchtelingen naar terug te sturen, wat de EU vanaf maandag wil doen.

De Turkse autoriteiten hebben in de voorbije twee maanden enkele duizenden Syrische vluchtelingen teruggestuurd, schrijft de mensenrechtenorganisatie. Het oppakken en uitzetten is half januari begonnen. Soms gaat het om groepen van honderd mannen, vrouwen en kinderen per dag.

"In hun wanhopige poging de grenzen te sluiten, hebben de Europese leiders bewust het meest simpele feit buiten beschouwing gelaten: Turkije is geen veilig land voor Syrische vluchtelingen en het wordt met de dag onveiliger", zegt John Dalhuisen, directeur voor Europa en Azië van Amnesty International. Hij wijst erop dat alle vormen van gedwongen terugkeer naar Syrië onwettig zijn, zowel op grond van de Turkse en Europese wetgeving als van het internationaal recht.

De EU kwam twee weken geleden met Turkije onder meer overeen dat Syrische vluchtelingen die op de Griekse eilanden aankomen, worden teruggestuurd naar Turkije. De afspraak gaat ervan uit dat Turkije een veilig land is om asiel aan te vragen. De Europese Commissie nam gisteren nog aan dat de uitvoering van het akkoord volgens plan verloopt, en kon niet op de bevindingen van Amnesty reageren.

Gewapende groep

De gedwongen uitzettingen gebeuren vooral vanuit de grensprovincie Hatay, waar de praktijk een publiek geheim is. Een van de getuigen die Amnesty sprak, vertelt dat hij eind februari met vier familieleden door de Turkse politie is opgepakt en enkele uren vastgehouden. Daarna zijn ze overgebracht naar de grensovergang Bab al-Hawa. De getuige telde daar een konvooi van zeven bussen, zowat dertig vluchtelingen per bus.

Twee politieauto's escorteerden de bussen en in elke bus zat een gewapende Turkse soldaat. Ze kwamen rond drie uur 's ochtends bij de grens aan en zijn daar aan de Syrische kant overgedragen aan Ahrar al Sham, een gewapende salafistische groep. De getuige is daarna overgebracht naar het vluchtelingenkamp Atma, in de provincie Idlib. Volgens hulporganisaties zitten in dat kamp bijna 58.000 vluchtelingen onder slechte omstandigheden: geen stromend water, geen sanitair en nauwelijks voedsel.

Radicale breuk

Niet alleen Amnesty maakt melding van het terugsturen van Syriërs. Vluchtelingen vertelden aan de Turkse krant Cumhuriyet dat ze een papiertje moesten ondertekenen in een taal die ze niet begrepen. Ze kregen de keuze om in een detentiecentrum te blijven of teruggestuurd te worden naar Syrië. Zeker tachtig vluchtelingen zijn volgens Cumhuriyet vanuit Erzurum naar Syrië gestuurd en overgeleverd aan Ahrar al Sham.

De Turkse autoriteiten spreken de bevindingen tegen. Er zijn volgens Ankara wel vluchtelingen teruggekeerd, maar niet onder dwang.

De recente harde maatregelen aan de grens vormen volgens Amnesty een radicale breuk met de opstelling van de Turkse autoriteiten in de eerste vijf jaar van de oorlog in Syrië. Voorheen konden Syriërs met een paspoort normaal de grens passeren, terwijl degenen die illegaal binnenkwamen de kans kregen om zich bij de Turkse autoriteiten te registreren. Nu zijn de grensposten over land hermetisch gesloten, behalve voor mensen die dringend medische hulp nodig hebben. Er zijn zelfs berichten dat de politie heeft geschoten op vluchtelingen die illegaal de grens probeerden over te komen.

"In plaats van Turkije zover te krijgen dat het de bescherming van Syrische vluchtelingen verbetert, bereikt de EU precies het tegenovergestelde", zegt Dalhuisen.

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) zegt dat de Turks-Europese overeenkomst inhoudt dat Turkije zich aan zijn verplichtingen moet houden. "Europa zal erop toezien dat vluchtelingen de correcte bescherming krijgen."

► 11