Direct naar artikelinhoud

'Rusland liegt om coalitie te verdelen'

Rusland wijst België als schuldige aan voor een reeks van burgerdoden in Syrië. 'Dat de Amerikanen deze aanval nu ook maar veroordelen', voegt het daar snerend aan toe. België heeft de Russische ambassadeur Alexander Tokovinin op het matje geroepen.

Het waren Russische media die dinsdagavond als eersten berichtten over een bombardement dat zes burgers zou hebben gedood in Hassadjek, een dorp dat twintig kilometer noordelijk van Aleppo ligt. Op de frontlijn tussen Koerden en IS, maar vooral ook in een gebied waar zowat alle luchtmachten actief zijn: van de westerse coalitie tegen IS, over de Turken die ook de Koerden bestoken, tot het Syrische regime en zijn bevriende Rusland.

Maar volgens Moskou staat al vast wie de doden gemaakt heeft: "Twee F-16's van het koninkrijk België", zo stelt Defensie daar. Die informatie zou afkomstig zijn van de "lokale raad" in Afrin, een Syrisch-Koerdische provincie. Maar Hassadjek maakt daar geen deel van uit, en noch de website, noch de Facebookpagina van het lokale bestuur in Afrin maakte gisteren al melding van het incident.

Beproefd recept

De Belgische defensieminister Steven Vandeput (N-VA) spreekt de beschuldiging resoluut tegen. Er waren op dat tijdstip geen Belgische vliegtuigen op die plaats, benadrukt hij. Een versie die wordt bijgetreden door Mustafa Sejari, een lokale commandant van het Vrije Syrische Leger, het gematigde Syrische verzet.

Vandeput zei omonwonden dat de Russen zich vergrijpen aan "desinformatie om verdeeldheid in de coalitie te zaaien". Spelen met de werkelijheid is inderdaad een beproefd recept van Moskou. Soms wordt het gebruikt om zichzelf wit te wassen, zoals bij de verwoestende aanval op een hulpkonvooi ten westen van Aleppo vorige maand. Die gebeurde op een plek waar Moskou twee gevechtsvliegtuigen heen gestuurd had. Eerst beweerden de Russen dat de schade duidelijk niet vanuit de lucht was aangericht, om daags nadien te suggereren dat de schuldige een drone was - maar dan wel een Amerikaanse.

Vaak is de desinformatsiya echter niet zo defensief en dient ze om tweedracht en onrust te stoken. Zo was Duitsland onlangs in de ban van een verkrachtingsverhaal, waarbij een asielzoeker zich zou hebben vergrepen aan een tienermeisje met Russische roots. Dat werd gelanceerd door een Russische zender en hoewel de politie al vlug achterhaalde dat het meisje alles verzon, bleven Russische media het voor waarheid verkondigen, kwamen er betogingen van en veegde Russisch minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov de vloer aan met de Duitse "laksheid" tegenover vluchtelingen.

Cowboyverhalen

Toen Zweden debatteerde over een samenwerkingsakkoord met de NAVO, doken er ook daar cowboyverhalen op. Zo zou de deal betekenen dat de NAVO in het grootste geheim kernwapens op Zweedse bodem zou plaatsen - een kwakkel die ook vanuit Rusland in de Zweedse pers doordrong.

Vaak zijn het dezelfde twee ernstig ogende Russische media die de desinformatsiya helpen verspreiden: het persagentschap Sputnik en de televisiezender Russia Today. Sputnik-baas Dmitri Kiseljov geeft zelfs toe dat informatie dient om oorlog te voeren. "Het is nu veel duurder dan vroeger om een vijand te doden", verklaarde hij ooit. "En als je een vijand kunt overtuigen, hoef je hem niet om te brengen."