Direct naar artikelinhoud

Eén op de tien Vlaamse vrouwen tussen 35 en 45 is ongewild kinderloos

Van alle Vlaamse vrouwen tussen 35 en 45 jaar is één op de tien een OK-vrouw: Ongewild Kinderloos. Zij voelen zich in vergelijking met moeders vaker minderwaardig, en liegen soms over hun situatie. 'OK-vrouwen kunnen op weinig begrip rekenen.'

Anno 2015 is moeder worden niet meer zo vanzelfsprekend. Meer en meer vrouwen krijgen geen kinderen. Onder hen zijn er twee groepen die erg van elkaar verschillen. Dat blijkt uit een enquête van iVOX in opdracht van deze krant bij duizend Vlaamse vrouwen tussen 35 en 45 jaar.

Ruim de helft van de kinderloze vrouwen koos daar bewust voor en is er blij mee. Een kleine helft (44 procent) heeft een bijna even sterke kinderwens als moeders, maar bleef kinderloos. De belangrijkste reden: ze liepen de juiste partner niet tijdig tegen het lijf (51 procent). Minder dan de helft heeft momenteel een partner. De helft van de ongewild kinderloze vrouwen heeft haar droom om moeder te worden opgeborgen.

De impact op het gevoelsleven is nefast. Meer dan een kwart van de ongewild kinderloze vrouwen voelt zich "abnormaal in onze samenleving", dubbel zoveel als de bewust kinderloze vrouwen. Meer dan één op drie voelt zich minderwaardig ten opzichte van moeders.

Zich moeten verantwoorden blijkt de grootste frustratie (56 procent), maar ook gesprekken over kinderen liggen lastig. Ruim één op drie voelt zich ongemakkelijk bij gesprekken over kinderen, één op vijf liegt wel eens over de redenen waarom ze kinderloos zijn.

Vooroordelen blijken dan ook een realiteit. 13 procent van de moeders oordeelt dat kinderloze vrouwen van hun leeftijd "raar" zijn. 66 procent van de moeders ziet de carrière als belangrijkste reden waarom leeftijdsgenoten geen kinderen hebben. In werkelijkheid is dat bij slechts een absolute minderheid (1,6 procent) het geval.

Waar de bewust kinderlozen zich minder lijken aan te trekken van die commentaren, is de situatie voor hun ongewild kinderloze zusters vaak pijnlijk. "Zij kunnen op weinig begrip rekenen omdat hun verlies niet concreet tastbaar is. Zeker als ze ook geen partner hebben, krijgen ze een dubbele opdoffer en gaan ze vaak door een rouwfase", reageert psychoanalyticus Stijn Vanheule (UGent).