Direct naar artikelinhoud

Hoelang nog, Elio?

Te lankmoedig heeft PS-voorzitter Elio Di Rupo gereageerd op de Publifin-affaire. Zijn partij draagt er nu de zware gevolgen van. Maar toch blijft de voorzitter voorlopig zitten. Hoelang nog?

Een schandaal dat maar niet onder controle geraakt, een waardevolle minister die moet opstappen en de slechtste peilingen sinds er peilingen worden gehouden. Laat de 23,6 procent uit de jongste RTL-peiling er, zoals altijd bij peilingen, een paar procenten naast zitten, dan nog is het een desastreus resultaat voor een partij die sinds 1995 bij alle verkiezingen jojoot tussen de 30 en 35 procent in Wallonië. En dan moest Publifin deze week nog echt ontploffen.

Alle blikken, extern maar ook intern, zijn nu op monsieur le président gericht: Elio Di Rupo. Dat de situatie in Luik niet onder controle bleef, is zijn verantwoordelijkheid.

Het is niet dat ze stilgezeten hebben aan de Keizerslaan sinds de affaire losbarstte. Voorzitter Di Rupo joeg inmiddels in noodtempo een batterij maatregelen door het partijbureau: de cumul van mandaten wordt ingeperkt, vergoedingen worden geplafonneerd, een nieuwe junior minister wordt in de arena gestuurd.

En toch. Velen beseffen dat dit soort klassieke schadebeperking niet meer volstaat. Wat met de voorzitter zelf? Hij is, met tussenpozen, partijleider sinds 1999 en dus belichaming van de partij zoals ze is.

Zeker, Di Rupo blijft persoonlijk veraf van elke zweem van schandalen. Hij heeft evenmin het kluwen van intercommunales geïnstalleerd, waarin politici - ook van MR en cdH - onterecht vergoedingen konden opstrijken. Hij heeft het systeem wel fataal getolereerd.

Oude koning

In zijn eigen provincie Henegouwen heeft Di Rupo tien jaar geleden, na de affaires van zelfverrijking door PS-mandatarissen in Charleroi, de 'parvenu's' nog redelijk kunnen buiten vegen. Maar tegenover de machtige en autonome Luikse PS-federatie hanteerde hij de strategie van de oude Chinese krijgsheer Sun Tzu: een vermeden gevecht is een gewonnen gevecht. Die keuze breekt nu zuur op.

Als een oude koning uit een Shakespeariaanse tragedie moet Elio Di Rupo toekijken op de verkruimeling van zijn eigen koninkrijk. Dit was niet het plan, toen hij zich in 2014 als afgewezen premier weer trots het stuur van de partij toe-eigende. Dat had hij in bewaring gelaten bij Paul Magnette, die wel nog Waals minister-president mocht worden.

Di Rupo koos niet zomaar voor een terugkeer naar zijn bureau op de Keizerslaan. Toen hij er net na de verkiezingen achter was gekomen dat zijn oude coalitiepartner CD&V niet voor een Di Rupo II zou kiezen, maar wel een rechtse regering rond N-VA zou steunen, werd revanche een drijfveer. Dat ze de zittende premier, niet eens hadden ingelicht over die position switch ging er maar moeilijk in.

Via het partijvoorzitterschap zou dat onrecht rechtgezet worden. Zo bleef Di Rupo in beeld op het federale niveau. Die folie van de Zweedse coalitie, met de MR als enige Franstalige partner, was gedoemd om te mislukken, toch? En dan zou Elio weer op het voorplan kunnen keren als rechtmatige kandidaat-premier.

Toen de regering-Michel toch van start ging, bleef de ambitie nog een tijdlang intact. Zelfs de tegenslag in voorbije peilingen kon de hoop op eerherstel en een tweede kans in de Zestien niet definitief de kop indrukken. Misschien bood de plotselinge opkomst van de radicaal-linkse PTB juist mogelijkheden, omdat ze de traditionele concurrenten PS en MR in elkaars armen zou drijven in een 'grote coalitie'. En dan valt nog te bezien wie als chef van de grootste politieke familie de leiding van die combinatie krijgt.

Geen Elio II

Intussen lijkt hij niettemin tot het besef gekomen dat de Zestien niet meer voor hem zal zijn. Ook niet na de verkiezingen in 2019, zelfs niet als de PS er weer bij is. Di Rupo weet maar al te goed dat toen hij in 2011 premier werd de omstandigheden uniek waren. De kans dat CD&V of Open Vld Di Rupo nog een keer aanvaarden als regeringsleider is eerder klein, al was het maar omwille van zijn blijvende symbolische taalhandicap.

Nu de weg naar hernieuwd premierschap definitief afgesloten lijkt, dringt er zich dus een existentiëlere vraag op voor Elio Di Rupo. Moet hij dan nog wel voorzitter blijven? Exit Elio: binnen de partij blijft het taboe nog overeind.

Maar bij de buitenwacht wordt aan de positie van de voorzitter geknabbeld. Op een nieuwjaarsbijeenkomst van zijn partij in Namen zei de lokale voorzitter Robert Joly afgelopen maandag dat Elio Di Rupo "zijn plaats moet overlaten aan jongeren" en "zichzelf in vraag moet stellen".

Een schampschot dat afketst op de falanx rond de voorzitter. Joly is tweede garnituur in de partij. Dat net hij, zelf 65 en dus even oud als Di Rupo, een oproep doet om plaats te laten voor de jeugd, werkt eerder op de lachspieren dan op de zenuwen.

Alarmerender is dat ook elders de druk toeneemt. In Le Soir, een krant die de interne PS-keuken goed volgt, schrijft commentator Béatrice Delvaux dat "Paul Magnette moet vooropgaan" in de overlevingsstrijd van zijn partij. Begrijp: niet Elio Di Rupo.

Wanneer komt Magnette?

"Een grote en diepgewortelde partij kan wel degelijk instorten." Het betoog van Paul Magnette op het partijbureau van afgelopen maandag raakt gevoelige snaren. "Kijk naar wat met de Pasok in Griekenland en de PSOE in Spanje is gebeurd, of wat er nu bezig is in Frankrijk."

De woorden van de Waalse minister-president zinderen niet alleen na omwille van duistere voorspellingskracht. Ook omwille van wie het zegt. Zeker sinds zijn opvallende verzet tegen het CETA-handelsakkoord met Canada, is de 45-jarige Magnette de nieuwe homme fort van de PS, die hij al zolang beloofde te gaan worden. Zijn groeiende populariteit is stilaan de laatste strohalm voor de partij.

Is dit dan het goede moment om de macht over te dragen? Niet iedereen is overtuigd. "Niemand staat klaar om over te nemen", meent ULB-politoloog en PS-watcher Pascal Delwit.

Ja, er is Magnette. Maar ook hem benoem je niet zomaar tot nieuwe chef. "Er zouden voorzittersverkiezingen moeten komen", merkt Delwit op. "En wie weet wie stelt zich allemaal kandidaat? Mogelijk voelt ook Laurette Onkelinx zich geroepen, of nog een derde kandidaat. De PS'ers voelen aan dat het nu niet het moment is voor een interne strijd. En dan kun je je ook nog afvragen of Magnette dan wel zo vernieuwend is. Hij draait al meer dan tien jaar mee, en komt ook uit de stal van Di Rupo."

Bovendien is het nu ook weer niet zo dat de inhoudelijke keuzes van Magnette naadloos overeenkomen met die van zijn politieke vader. Zoals in het CETA-debat gebleken is, sluit Magnette weer aan bij de regionalistische, Waals-nationalistische tendens van het Franstalige socialisme. Die loopt van André Cools tot bij Jean-Claude Van Cauwenberghe. De belgicist Elio Di Rupo legde die partijader juist droog: het behoud van de sociale zekerheid moet voorgaan op Waalse autonomie.

Niet alleen de voorzitter komt zo voor een bepalende keus te staan, ook zijn gedoodverfde opvolger. Ja, Paul Magnette is de dauphin van Di Rupo, maar dat is hij intussen al een jaartje of tien. Ook zijn blazoen raakt mettertijd bezoedeld. Als federaal energieminister stond hij toe dat intercommunales hogere distributieprijzen mochten aanrekenen aan hun klanten - een cadeau dat onder meer Tecteo (de voorloper van Publifin) in dank aanvaardde.

Vervelend. En het risico bestaat dat hoe langer Magnette in reserve wordt gehouden, hoe meer hij 'vervelende' klussen zal moeten klaren en zo zichzelf zal diskwalificeren als man van de vernieuwing.

Di Rupo laten zitten en bidden dat de schade beperkt blijft of met Magnette de vernieuwing laten aantreden, met het risico dat hij stuk loopt op de verwachte verkiezingsnederlagen van 2018 en 2019? In dat duivelse dilemma lijkt de partij vooralsnog de kaart Di Rupo te verkiezen. Feit blijft dat hij nog een enorme steun heeft aan de basis. Bij de voorzittersverkiezingen ging hij vlotjes boven de 90 procent - weliswaar als enige kandidaat.

Bovendien is het simpelweg te laat om nog eens een 'grote rokade' uit te voeren. Di Rupo zou met Magnette van plaats kunnen wisselen, zoals je bij het schaken de koning en de toren over elkaar heen laat wippen. Dat gebeurde al een eerste keer in 2014, toen omgekeerd. Nu die beweging weer omdraaien kost geloofwaardigheid.

Allicht zal Di Rupo dus blijven zitten tot hij zijn termijn in 2019 heeft uitgedaan, bij gebrek aan alternatief. Liever de oude meester op het mes laten lopen, dan de kroonprins naar een zekere nederlaag leiden.

En intussen werkt Elio Di Rupo met de chantiers des idées naarstig aan de ideologische vernieuwing van de partij. Een van de thema's: goed bestuur. Alleen gebeurt die herbronning op zijn Di Rupo's: tergend traag. Na ruim twee jaar van intern debat is de partij nog altijd niet toe aan de conclusies.

Ook niet over goed bestuur. Hadden de PS'ers intern wat vaart gezet en zelf paal en perk gesteld aan de wildgroei van mandaten en de exuberante vergoedingen, dan was de hele Publifin-affaire in de kiem gesmoord.

'Le club des cinq'

Dat dat niet gelukt is, heeft een reden: de niet te temmen autonomie van de Luikse PS-partijfederatie. Sinds de gewelddadige dood van André Cools in 1991 verdween 'Luik' stilaan uit de cockpit van de nationale partijleiding. Maar hun eigen zaakjes hebben ze nog altijd piekfijn voor elkaar, zo is gebleken uit de affaire Publifin.

'Le club des cinq' worden ze genoemd, de PS-toppers van Luik. Het is de Franse titel van de reeks van jongensboeken die bij ons bekend is als 'De Vijf'. De Luikse 'Vijf' zijn burgemeester Willy Demeyer, Waals viceminister-president Jean-Claude Marcourt en Kamerlid Alain Mathot. In hun schaduw opereren André Gilles, tot afgelopen donderdag voorzitter van de raad van bestuur van Publifin, en... Stéphane Moreau, als CEO van Nethys (de operationele poot van Publifin), de spil in de hele affaire die nu is losgebarsten.

Intouchables

De vijf hebben de macht gegrepen in 2005. Tot dan toe was Michel Daerden de sterke man in Luik. De dan nog grotendeels onbekende Daerden is een trouwe partijsoldaat. Hij staat dicht tegen Di Rupo. Maar na een putsch neemt Willy Demeyer het commando over met in zijn zog zijn vier kompanen.

De Vijf sluiten een pact. Demeyer blijft als burgemeester in de stad, Marcourt concentreert zich op het Waalse niveau, Mathot federaal. Moreau kiest voor een carrière achter de schermen en stampt 'de grootste intercommunale ter wereld' uit de grond: Publifin. Ze wanen zich intouchables.

Meermaals heeft Di Rupo geprobeerd om hun macht te breken. Nooit zal hij slagen. Zo heeft hij Daerden opnieuw willen lanceren, maar diens rijk in Luik was in 2011 definitief uit. Hij wordt afgezet als burgemeester in Ans. Door Moreau zelf nota bene, die Daerden ooit zijn leermeester noemde. 'Papa' is nochtans op dat ogenblik de populairste politicus in Wallonië, wat nog maar eens bewijst hoe immens de lokale macht is van De Vijf.

Met de tot minister gebombardeerde ziekenfondsman Jean-Pascal Labille doet Di Rupo een nieuwe poging om Luik te temmen. Opnieuw mislukt de operatie: Labille bedankt gedegouteerd voor het kopmanschap bij de verkiezingen van 2014.

Hun macht verlenen De Vijf aan hun eigen, lokale, achterban. Terwijl elke Waal die zichzelf links noemt kookt van woede door het Publifin-schandaal, is dat anders in Ans. Vraag daar op straat wat ze van Moreau vinden en ze zullen alleen maar lof hebben voor hun burgemeester. Ook daarom heeft Di Rupo zo weinig in de pap te brokken. De partijdemocratie speelt tegen hem.

Het contact tussen Di Rupo en Luik loopt in eerste plaats via Jean-Claude Marcourt. Met Moreau heeft de PS-voorzitter amper contact. De Luikenaar heeft zich ingegraven in eigen streek en intercommunale, Publifin. Hij vertoont zich maar zelden in Brussel. Zelfs de afgelopen dagen heeft Di Rupo Moreau niet rechtstreeks durven aanpakken. Hij veranderde de cumulregels, zodat de Luikenaar wel moet kiezen tussen zijn burgemeesterssjerp en zijn positie als CEO.

De opgang van Publfin gaat samen met die van De Vijf. In 2007 richten Moreau en Gilles Tecteo op, de voorloper van Publifin. Vanuit de Luikse intercommunale ALE, gespecialiseerd in elektriciteit en teledistributie, koopt Moreau de ene na de andere intercommunale in Wallonië op. De energie- en telecommarkt worden geliberaliseerd, dus gaat hij in het offensief. Dure managers moeten het hele proces begeleiden.

De ambities reiken tot de hemel. Journalist François Brabant heeft dat gedetailleerd beschreven in zijn uitstekende boek Histoire secrète du PS Liégeois uit 2015. "Ze wilden vanuit de vurige stede de absolute kampioen worden in tv, internet en energie."

Ideologisch valt er iets voor te zeggen: jobs blijven in Wallonië, het strategisch belang van energie en internet ook. Maar is het wel verstandig om een intercommunale zo commercieel te oriënteren? En wanneer er overheidsgeld in het spel is, loert de verleiding van misbruiken om de hoek.

De Luikse Vijf vinden nog altijd dat er niks aan de hand is. De bemoeienis uit Brussel wijzen ze af. En misschien hebben ze met het ontslag van voogdijminister Paul Furlan hun revanche al beet. Furlan werd het functioneren onmogelijk gemaakt door onthullingen over vriendjespolitiek, belangenvermenging en cliëntelisme op zijn kabinet.

Bewijs is er niet, maar op het PS-hoofdkwartier houdt men er rekening mee dat een deel van de lekken werd georganiseerd vanuit de Luikse federatie. Door Furlan te raken, raak je de partijtop in het hart.

Aanval in de rug

De machtsstrijd tussen Luik en de Keizerslaan lijkt dus nog niet beslecht. Er vallen slachtoffers aan beide kanten. André Gilles moet opstappen als voorzitter van de raad van bestuur van Publifin. Ook Moreau lijkt dicht bij zijn politieke einde te staan. Maar een nieuwe aanval in de rug vanuit Luik is voor Di Rupo ook niet uitgesloten.

Zeker niet, omdat hij met zijn decumul-maatregelen lang niet alleen applaus oogst. Is het dan oké dat Di Rupo zelf vrolijk voorzitter, burgemeester en parlementslid mag blijven, klinkt het. Is dan dan geen cumul? De intercommunales betekenen ook lokale verankering. En dat is net de kracht van de partij. Je kunt het machtsbastions noemen uit een ver verleden, voor heel wat socialisten staan ze synoniem voor dienstverlening en nabijheid bij de burger.

De krant Le Soir voerde gisteren alvast een hele reeks anonieme getuigen op die hun ongenoegen uiten over de partijleiding. Waarom heeft Di Rupo niet eerder ingegrepen? Hij was hier maar al te goed van op de hoogte. "We moeten al onze mandaten aangeven bij de partij", zegt er eentje. "Mét de fiscale fiche erbij."

Het worden voor Elio Di Rupo nog lange, gevaarlijke jaren tot 2019.