Direct naar artikelinhoud

MRI-scanners draaien overuren

Om halftwee 's nachts onder de MRI-scanner? Het kan tegenwoordig, in het ASZ Aalst. Uit pure noodzaak, omdat de wachttijden maar blijven oplopen. Ziekenhuizen in heel Vlaanderen kennen het probleem. 'We mogen geen scanner bij kopen van de overheid.'

Kent u het probleem? U hebt rugpijn - waarschijnlijk een hernia, zegt de dokter - en moet onder de scanner. U belt naar het plaatselijke ziekenhuis voor een afspraak voor een MRI, want een CT-scanner heeft stralingsgevaar en levert niet dezelfde kwaliteit. De vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn geeft u uw dag en uur van afspraak: "Over een maand, mijnheer, past dat?"

Zo gaat het tegenwoordig in haast alle ziekenhuizen in het land, want de overheid heeft het aantal MRI-scanners gelimiteerd: er zijn er 'maar' 109 in heel België. Om de wachttijden in te korten, kunnen ziekenhuizen dus niet zomaar een MRI-scanner bijbestellen, want de FOD Volksgezondheid moet elk toestel - kostprijs: een miljoen euro - erkennen.

In 2014 besliste toenmalig minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) wel om twaalf toestellen extra te erkennen, maar de installatie laat op zich wachten. Sinds 15 maart van dit jaar is er nu wel een MRI in het AZ Sint-Jozef in Malle en er komt weldra eentje die de ziekenhuizen van Veurne en Torhout moeten delen. In het Heilig Hart van Leuven bouwen ze nu zelfs een hele nieuwe vleugel voor de nieuwe scanner.

Maar in afwachting van meer toestellen, zit er voor de ziekenhuizen maar één ding op: de MRI van 's morgens vroeg tot 's avond slaat continu laten draaien. Zowel in het 'kleine' Regionaal Ziekenhuis Tienen, waar ze tot tien uur 's avonds scannen - zelfs op zaterdag en zondag - als in het 'grote' UZ Leuven - waar ze vier zulke toestellen hebben en recent de dienst hebben bemand van zeven uur 's morgens tot half elf 's avonds, ook zeven dagen op zeven.

Personeel moet volgen

Maar het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (ASZ) in Aalst spant de kroon: daar draait de MRI van 5 uur 's morgens tot 2 uur 's nachts, zonder pauzes. "Met de stijgende vraag konden we drie dingen doen. Ofwel laat je mensen weken wachten op een afspraak, maar dat is in sommige gevallen onmenselijk - je zal maar eens 'waarschijnlijk' een tumor in de lever hebben. Ofwel laat je mensen onder de CT-scanner gaan, wat een minder kwalitatief onderzoek is. Want een scanner bij kopen, mogen we niet van de overheid. Sneller werken is ook geen optie: een onderzoek duurt tussen de 15 en de 45 minuten. Bleef over: de uren waarop afspraken mogelijk zijn fors uitbreiden", zegt Eddy Van Hedent, diensthoofd cardiologie in het ASZ.

Sinds 29 februari hebben ze daar nu hun 'nachtdienst', en dat tot grote tevredenheid van de patiënten. "Werkende mensen zijn blij dat ze buiten de kantooruren bij ons terechtkunnen, en voor of na hun werk langskomen met klachten over nek-, rug- of gewrichtspijn. We merken ook al dat er veel minder mensen hun afspraak negeren."

Ook het personeel moet natuurlijk meedraaien. "We hebben dat goed overlegd", zegt Van Hedent. "We hadden sowieso al een ploeg die van thuis oproepbaar was, ook 's nachts. Want er zijn altijd dringende gevallen. Die groep van elf radiologen en twaalf verpleegkundigen hebben we anders georganiseerd, met een aantal nieuwe aanwervingen, om de belasting van wacht- en nachtdiensten zo klein mogelijk te houden."

Onnodige onderzoeken

Het gebruik van MRI-toestellen is aan een duidelijke opmars bezig, weet gezondheidseconoom Lieven Annemans. Uit cijfers van het Riziv blijkt dat ook: in 2009 betaalde de Sociale Zekerheid 57 miljoen euro terug, in 2012 was dat al gestegen naar 72 miljoen en in 2014, de laatst beschikbare cijfers, bedroeg de uitgave 82 miljoen euro - een toename met maar liefst 44 procent.

Ook de uitgaven voor onderzoeken met de stralingsgevaarlijke en verouderde CT-scanners stegen, van 207 miljoen euro in 2009 naar 243 miljoen in 2014. Maar sinds 2011 is die stijging afgetopt. "Snel-snel extra toestellen erkennen is ook geen oplossing, want dan riskeren we dat er onnodige onderzoeken worden gevraagd. Een betere oplossing is dat er een nauwere samenwerking komt tussen huisartsen en specialisten om meteen het juiste toestel voor het gevraagde onderzoek te selecteren. Dat kan onder andere met de juiste ondersteunende software", besluit Annemans.