Direct naar artikelinhoud

kunst u franse kunstenaar daniel buren maakt opmerkelijk tijdelijk kunstwerk in de madoutoren

Op de plek waar normaal enorme reclameaffiches hangen, opent Daniel Buren een venster op de grootstad

De mooiste kerstverlichting van het land

De mooiste kerstverlichting van het land is nog tot eind januari in Sint-Joost-ten-Node te bewonderen. De wereldvermaarde Franse kunstenaar Daniel Buren (66) mocht aan de slag in de pas afgewerkte, maar nog leegstaande Madoutoren. Hij liet een raam bouwen rond 288 vensters van de wolkenkrabber. Die vensters werden bekleed met doorschijnend roze papier. Het resultaat is zichtbaar van overal in de stad. Het is enerzijds 'gewoon' mooi en feeëriek, maar anderzijds is het een krachtig statement van een bewogen kunstenaar die de wereld blijft verbazen met niet meer dan een paar strepen.

Sint-Joost-ten-Node

Eigen berichtgeving

Karl van den Broeck / Luk Lambrecht

Le zébriste wordt hij genoemd, deze conceptuele grootmeester uit Boulogne-Billancourt. Dat komt omdat het werk van Buren al sinds 1965 uit niet veel meer bestaat dan een paar strepen. Die zijn altijd 8,7 centimeter breed of lang. Die afmetingen zijn niet toevallig gekozen: ze waren die van een feestelijk gestreept stuk textiel dat hij in het begin nog gebruikte om er schilderijen op te maken. U kent het (meestal rood-witte) stofje van luifels in Parijse cafés en restaurants wel. "Nu, veertig jaar later, zie ik voortdurend overeenkomsten", zegt Buren in een gesprek met De Morgen. "Zo ontdekte ik dat 8,7 centimeter precies de lengte is van een Visa-kaart. Het is ook de gemiddelde afstand tussen de twee ogen van een mens." Hoe lang je de strepen ook maakt - die zijn trouwens altijd verticaal, nooit horizontaal, omdat ze dan de zweem van een 'landschap' zouden kunnen opwekken - het beeld gaat nooit trillen op je netvlies. Ook dat heeft - wellicht - met dat magisch getal 8,7 te maken. "Maar dat moet u aan een oogarts vragen", grinnikt Buren.

Al vrij snel, in 1968, laat Buren het schilderen achterwege en gaat hij de strepen gebruiken als een 'visueel instrument' (l'outil visuel). Wanneer hij vooraf met strepen bedrukte bladen op monumenten in de stad aanplakt, oogst hij een storm van kritiek. In 1970 slaat hij opnieuw toe, in de Parijse metro. Maar wat bezielt hem nu? Waarom die strepen? "Strepen zijn de essentie van een schilderij, ze symboliseren alle mogelijke kwaliteiten die een schilderij kan hebben: de kleuren, de compositie, harmonie, voor- en achtergrond", zegt hij. Door die 'nulgraad' van de schilderkunst buiten het museum te tonen doet Buren een beetje hetzelfde (of het omgekeerde) als wat Marcel Duchamps deed door een urinoir ín het museum te plaatsen: aantonen dat een object alleen maar kunst is omdat het in een kunstcontext terechtkomt. Maar Buren doet veel meer. Door strepen aan te brengen in de openbare ruimte trekt hij ook de aandacht op die ruimte: op gebouwen, op pleinen, op steden. Of op musea. Een legendarische quote van Buren is dan ook: "Wie in een museum tentoonstelt, stelt het museum tentoon."

Buren werkt dus altijd in situ (ter plekke), omdat dat de enige mogelijkheid is om als kunstenaar niet te worden gerecupereerd. Hij kan ook te allen tijde de controle behouden over zijn werk omdat het niet wordt overgeleverd aan galeries of musea. De kunstwerken van Buren zijn altijd maar tijdelijk. Nadien blijft enkel een foto of een video over als herinnering.

Nu is Buren natuurlijk niet de enige conceptuele kunstenaar. In het zog van Duchamps zijn er wel meer geweest die de poten onder de heersende kunstopvatting hebben weggezaagd. Toch blijft zijn boodschap actueel. Eigenlijk zegt Buren dat kunst niet bestaat, tenzij iemand het vooraf als kunst definieert. Om dat te illustreren liet hij zijn doeken met strepenmotief ooit doorlopen van de straat tot in een New Yorkse galerie. Waar begint de kunst en waar houdt ze op? De kunst heeft dus een kader, een frame nodig waarin je het als kunst kunt beschouwen, net zoals twee acteurs een podium en een theaterzaal nodig hebben om hun dialogen als theater te laten doorgaan.

Het nieuwste kader - venster - van Buren is wellicht een van zijn grootste. Het venster op 288 vensters dat hij maakte in de Madoutoren in Sint-Joost-ten-Node, is een tijdelijk landmark in de stad. En toch wil Buren er niet veel woorden aan vuil maken. "Men vroeg mij om kerstversiering te maken en dat heb ik gedaan. Ik vond het gewoon mooi om in die toren iets moois te maken met licht. Het is een gratuit statement waar niemand iets achter moet zoeken. Het heeft geen verhaal, het is er gewoon."

Buren is een zwijgzame praatjesmaker. Zijn werk heeft veel meer betekenis dan hij maandag in de vernissage op het gemeentehuis van Sint-Joost-ten-Node liet uitschemeren. Op de vraag of zijn werk dan alleen maar een decoratieve functie heeft, antwoordde hij: "De mensen weten meteen wat het is." De mensen weten natuurlijk ook dat de Madoutoren de plaats is waar normaal reusachtig grote reclameaffiches (van Eurostar of Toyota) worden opgehangen. Door in de commercieelste periode van het jaar een van de duurste affichageplaatsen van het land ter beschikking te stellen van een kunstenaar, maken Leblac, een Brusselse vereniging voor actuele kunst, en de gemeente Sint-Joost wel een heel krachtig statement. Een gratuit statement? Vergis u niet.

De vraag hoe duur dit kunstwerk is (25.000 euro), stemt tot nadenken op de vernissage. Hoeveel geld besteden steden en gemeenten elk jaar aan kitscherige kerstverlichting. Ook die is maar tijdelijk en ook maar 'gewoon' mooi. Ook die overleeft nadien enkel in de herinnering of op foto's. Hoe meer vragen er gesteld worden, hoe minder antwoorden Buren geeft. "Ik wilde een roze lantaarn maken", zegt hij. Wanneer iemand wil weten of dat dan een verwijzing is naar de rosse buurt die Sint-Joost-ten-Node zo berucht maakt, krijg je weer zo'n Buren-antwoord. "Helemaal niet. Ik zocht een gekleurd papier dat genoeg licht zou doorlaten. Het kunstwerk wordt niet extra bijgelicht met spots, ik gebruik alleen de kantoorverlichting. Uit experimenten bleek dat roze gekleurd papier het meeste licht doorlaat. Meer moet u daar niet achter zoeken."

Sint-Joost-ten-Node is één vierkante kilometer groot. Het telt 25.000 inwoners en is daarmee de kleinste van de Brusselse gemeenten, maar een van de dichtstbevolkte ter wereld. Veertig procent van de bevolking is jonger dan 25 jaar en er wonen mensen van 135 verschillende nationaliteiten. Slechts 20 procent van de bevolking heeft een grootvader die Belg was. De rosse buurt en de Madoutoren zijn de bekendste hotspots van Sint-Joost. De kleine ring scheert vlak langs het statige gemeentehuis, dat zelf in de schaduw van de Madoutoren ligt. Sint-Joost-ten-Node is in honderd jaar tijd bijna weggedrukt door de stad, door het grote geld van projectontwikkelaars. Door het verkeer. De prostitutie. Het is ook op die realiteit dat het venster van Daniel Buren een blik wil werpen.