Direct naar artikelinhoud

'Een eigen internet voor Europa? Slecht idee'

Je mag hem aanspreken met vicepresident of 'chief internet evangelist', zoals zijn functie officieel luidt bij Google. Maar Vinton Cerf staat vooral bekend als de vader van het internet. 'Veiligheid op het net is een van dé uitdagingen van de komende decennia.'

Vinton Cerf (70), deze week in het land om het datacenter in Bergen te bezoeken en twee lezingen te geven, is nog altijd kinderlijk enthousiast over technologie. Hij schudt me de hand met een Google Glass op zijn hoofd, een licht futuristische gadget waar hij gek op is. "Hij weegt niets, maar heeft de functionaliteit van een pda. Geweldig, niet? Twee minpuntjes wel: de batterijduur is nog beperkt en je kunt de benen van de bril niet opplooien. Daarom hou ik hem op, dat is de makkelijkste manier om hem op te bergen."

Cerf is 'chief internet evangelist' en vicepresident bij Google, maar hij is vooral de man die 40 jaar geleden mee aan de wieg van het internet stond. Samen met Bob Kahn ontwikkelde hij het TCP/IP-protocol, het fundament van wat later het internet zou worden. In 1969 speelde hij al een sleutelrol bij de ontwikkeling van Arpa-net, het Amerikaanse militaire onderzoeksnetwerk waaruit het internet ontstond.

Bent u tevreden met hoe de internetbaby opgegroeid is?

Cerf: "Het is een heel open systeem, daar ben ik blij mee. Iedereen kan ermee aan de slag. Niet informatie, maar het delen van informatie is macht. Dat is het mooie van het internet. Ik ben alleen niet blij met alle foute dingen die er gebeuren: virussen, fraude, hacking, pesten. Maar we wisten dat dat zou gebeuren als we de technologie publiek maakten."

Door het PRISM-schandaal ligt onder meer uw bedrijf zelf ook onder vuur.

"Waarom noemt u het een schandaal?"

Omdat verschillende internetbedrijven, waaronder Google, gegevens van gebruikers doorspeelden aan NSA.

"Dat is niet wat er gebeurd is. Google heeft geen gegevens doorgespeeld aan NSA. Ik kan dat met stelligheid zeggen, omdat we onze eigen hard- en software maken en we geen enkele connectie hebben met de veiligheidsdiensten.

"Integendeel: Google ontwikkelt cryptografie om geheime diensten buiten te houden (deze week reageerde Google verontwaardigd op het nieuws dat NSA inbrak op de netwerken van het bedrijf, ds). De privégegevens van onze gebruikers zijn heilig. We krijgen soms gerechtelijke bevelen van de overheid om informatie vrij te geven, maar we hebben juristen die bekijken of die bevelen wel correct zijn. In sommige gevallen stappen we zelfs naar de rechtbank om er een aan te vechten.

"Dat gezegd zijnde: niemand kan 100 procent garanderen dat gegevens veilig zijn. We doen er wel alles aan om ze zo veilig mogelijk te maken."

Waarom verwijdert u de gegevens van mensen niet gewoon als ze dat willen?

"Dat kan perfect. Wat je bij ons ingeeft van gegevens kun je er ook weer afhalen. Wat veel mensen vergeten, is dat we alleen maar de informatie op het net indexeren. Veel gegevens die mensen bezwarend vinden, staan niet eens op onze servers. Het probleem is dat de internettechnologie ver voorop loopt op sociale regels. We zitten nu in een overgangsfase waarin die sociale regels vorm moeten krijgen. Het internet veiliger maken is een van dé uitdagingen van de komende decennia."

Moeten we het idee van onlineprivacy opgeven, zoals sommigen opperen?

"Nee. We moeten met zijn allen meer werk maken van de bescherming van privacy. Mensen moeten zich om te beginnen veel bewuster worden van hun omgang met het net. Ook Google heeft daar een taak: wij moeten het makkelijker maken om die betere beveiliging toegankelijker te maken. We willen werken met cryptografische codes die je telkens maar één keer gebruikt. Het wordt niet makkelijk, maar we werken eraan."

Duitsland opperde het idee om een eigen internet te beginnen, om zich los te maken van de invloed van de VS. Volgens beveiligingsexpert Miko Hyppönen (DM 29/10) is dat de enige manier voor Europa om een veilig internet te hebben.

"Ik vind dat een heel slecht idee. Als je ontdekt dat jouw telefoon afgeluisterd wordt, ga je toch ook niet beslissen om het wereldwijde telefoonnetwerk af te schaffen en op te splitsen per regio of per land. We moeten vermijden dat dit soort wantoestanden voorkomen, zonder daarom meteen veel te drastische maatregelen te nemen.

"Ik kan begrijpen dat veiligheidsdiensten alles doen om aan de juiste informatie te raken, maar ze zijn veel te ver gegaan. Aan de andere kant ben ik ook geen voorstander van volledige transparantie. Die speelt in de kaart van criminelen. Net daarom heb ik gemengde gevoelens bij WikiLeaks en Edward Snowden."

Het is niet het enige gevaar op het internet. Grote bedrijven als Amazon, Facebook en Google hebben een stevige greep op het wereldwijde web, met alle macht van dien.

"Ik ben het er niet mee eens dat we het internet monopoliseren. Het mooie van het internet is dat iedereen er gebruik van kan maken en er toegang toe heeft. Vroeger had je Alta Vista en Yahoo! als zoekmachines, vandaag is het Google. Ik daag iedereen uit om de handschoen op te nemen."

Google heeft toch veel macht, al was het maar doordat het via een algoritme bepaalt welke resultaten surfers te zien krijgen?

"Ja, maar wij bepalen niet wat je wel en niet moet lezen. Het algoritme dat Google gebruikt, gaat na op welke links het meest geklikt wordt en past de resultaten daaraan aan. De gebruikers sturen dat. We houden dat algoritme geheim om een goede reden: het behoort tot de kern van wat we doen. En als we het prijs zouden geven, zouden er mensen misbruik van maken. Daar heeft niemand iets aan. Het enige wat we pushen, zijn de advertenties waarvan we denken dat onze gebruikers er iets aan hebben."

Hoe ziet de toekomst van het internet er volgens u uit?

"The internet of things, dat is de toekomst. We zullen miljarden toestellen aansluiten op het net, meer dan er mensen zijn. De voordelen zijn enorm: medische monitoring bijvoorbeeld. Een diabeet kan zijn situatie veel sneller screenen en zo problemen veel sneller op het spoor komen. Ten tweede is er nu ook al een interplanetair internet, tussen aarde, Mars en het internationaal ruimtestation. Geweldig opwindend allemaal. En mobiel internet is een derde belangrijke evolutie. Vooral in ontwikkelingslanden legt dat de weg naar het internet voor veel mensen open. Daar zijn gsm's veel meer ingeburgerd."