Direct naar artikelinhoud

Aardbeien

Het fruit op haar bord ziet er

verleidelijk uit,

helrood. Alleen

had ik het ook

al geproefd:

ze smaken zuur

"Jij lust geen aardbeien?" Ook al klinken er zowel ongeloof als een licht verwijt door mijn stem, ze blijft bij haar standpunt en knikt neen. Héél beslist, met dat driejarige hoofdje van haar. Daar sta je dan. Vooral omdat het ergerlijke aan dochtertjes houding was dat ze eigenlijk een punt had. Het fruit op haar bord ziet er verleidelijk uit, helrood, glanzend, zoals aardbeien moeten zijn. Alleen had ik het ook al geproefd: ze smaken niet zoet, eerder zuur. Te zuur voor een kindermondje, zelfs met wat suiker erbij. Een heerlijk lenteontbijt draaide uit op een kleuterteleurstelling.

Eigenlijk had ik het moeten weten. Hoewel je in grootwarenhuizen nu al over de bakjes aardbeien kan struikelen, zijn aardbeien fruit voor de volle lente, de prille zomer. Aardbeien zijn op hun best in de tweede helft van mei en begin juni. Wie aardbeien koopt buiten het seizoen, doet dat op eigen risico.

Nu ben ik het type dat zo'n risico niet schuwt: het leven is te kort en te spannend om via veilige en dus voorspelbare paden te laten verlopen. Ja, in regel worden de seizoenen gerespecteerd, primeert de verse aanvoer. Maar elke regel heeft uitzonderingen. Mijn gasten hebben al gesmikkeld van Keniaanse boontjes. Topkoks doen daar soms blasé over, en mensen die te veel culinaire tips lezen, praten hen dan na: "Toch geen Keniaanse boontjes?" Dat is onzin. Vorig weekend werd er thuis nog gesmikkeld van jonge, smakelijke wortelen, gekocht op de markt van Heverlee. Bij nader inzien was het Spaanse import. So? Ze waren toch lekker?

Mechelse asperges zijn onweerstaanbaar lekker, maar vaak ook erg prijzig. Als je sommige chefs leest, en culinaire journalisten, moeten mensen met een beperkt(er) inkomen zich dan maar spontaan onthouden van asperges. Want iedere lekkerbek weet dat je je financiën geweld aandoet als je alleen de echtste Mechelse asperges koopt, vers geplukte morieljes, Mechelse koekoek, of poulet de Bresse, of Iers rundvlees. En wie soms overschakelt op een goedkopere variant, zou zich verraden als een cultuurbarbaar, een man zonder klasse. Klasse, ongevraagd krijg je Marx op je bord.

Is dit een pleidooi voor slechte, goedkope importrommel. Neen? Kunnen relativeren is nog iets anders dan onverschillig staan tegenover kwaliteit. De visstands van de grootwarenhuizen bieden het hele jaar door sint-jakobsvruchten aan, en die zijn nooit echt goedkoop. Let op. Alle goede en correcte restaurants schrappen op dit moment die sint-jakobsvruchten van hun kaart. Dat doen niet alleen de sterrenchefs, maar bijvoorbeeld ook de eerlijke, betaalbare doch immer smakelijke Japanner, op een steenworp van de De Morgen-redactie. Omdat dit het seizoen niet is.

Ik beken: in het verleden was de verleiding te sterk en kocht ik die vruchten toch. Wat krijg je dan? Je laat je boter heet worden, volgens de regels van de kunst, je gooit je sint-jakobsvruchten erin. Kan je die snel schroeien? Komt daar dat heerlijke, lichtjes gekarameliseerde korstje op? Ga weg. Ze verliezen vocht, en zelfs in een hete koekenpan voltrekt zich een proces dat halfweg koken en bakken blijft hangen. Rotzooi.

Maar de groene asperges, bij nader inzicht geoogst in Peru, bakten wel mooi weg in de pan, en waren een heerlijk hapje bij het glaasje bubbels. De juiste afkomst, het juiste seizoen: het speelt allemaal een rol. Maar wat echt telt, is de test van de tong. Mijn dochter van vier kan dit stukje nog niet lezen, maar haar tongetje kent het verschil tussen een lekkere aardbei en iets wat helrood glimt en dus in alles op een aardbei lijkt. Behalve dan de smaak.