Direct naar artikelinhoud

Enige tegenstander van Club is Club zelf

Slecht begonnen is half gewonnen. Of toch in de wereld van Club Brugge, dat alleen in de problemen lijkt te komen als het zichzelf in de voet schiet. Het kwam tegen Moeskroen op achterstand, maar boog die na een preek van Ivan Leko om in 4-2-winst.

Benoît Poulain klonk met een derde glaasje champagne. Ruud Vormer bleef maar kroketten bijscheppen. Abdoulay Diaby at zijn buik vol met pannenkoeken. Zou Kerstmis bij Club Brugge er ongeveer zo uitgezien hebben? Hoe verklaar je anders dat een ploeg met zoveel kwaliteiten haar publiek in de eerste helft trakteerde op geitenwollensokkenvoetbal.

"Dat was niet Club Brugge", foeterde coach Ivan Leko. Riem eraf, knopje open en benen omhoog. Blauw-zwart was in vakantiemodus. "Geen scherpte. Geen pressing. Elke tweede bal ging verloren. Dat is vragen om problemen."

Anderzijds, kun je het hen kwalijk nemen? Eenmaal op niveau is er op dit moment niets te beginnen tegen Club. Dat voelden die spelers vorige week ook wel tegen Anderlecht (5-0) en op KV Mechelen (0-3). Volstrekt menselijk is het dat de rechtervoet dan even van het gaspedaal gaat, de gedachten naar Dubai. Maar daar wil Leko niets van weten. "Ik zie daar vooral ruimte voor progressie. Fysiek zijn we top, technisch zijn we sterk, maar op mentaal vlak hebben we nog werk. Veel van mijn spelers zijn nog jong en spelen voor het eerst bij een grote club. Ze moeten leren dat je van de eerste tot de laatste minuut gefocust moet zijn."

De coach ziet wat we met zijn allen constateren bij het bekijken van de Jupiler Pro League: Club Brugge is, zoals het nu speelt, zijn eigen en enige vijand. Vandaar de truc met de duimschroeven; de coach blijft iedereen op scherp zetten. Zelfs na een zinderende reeks van 11 opeenvolgende gewonnen thuismatchen en 72 competitiematchen op rij in eigen huis met minstens één doelpunt.

Wellicht loopt Leko hoog op met Pep Guardiola. De Kroaat heeft dezelfde trekjes als die van de coach van Manchester City. Negentig minuten lang hoge druk vragen, bewegingsvoetbal in één of twee tijden, offensief en attractief voetbal. En zelfs in de makkelijke wedstrijden of bij een comfortabele voorsprong zijn spelers op de huid zittend.

"Ik voel gewoon passie voor mijn job", zei Leko. "Het kan zijn dat je mij dom vindt als je mijn kritiek hoort. Maar ik denk niet dat ik dom ben. Ik heb een wil om altijd beter te worden, die moet er ook bij de spelers zijn."

Vanaken in glansrol

De manier waarop de spelers die boodschap oppikten, was er niet naast. Moeskroen werd in het eerste kwartier na rust weggespoeld door blauw-zwarte golven. Links, rechts, door het centrum: de kraan stond open en Moeskroen wist geen weet meer met de dweil. Met Vanaken - de enige die voor rust de handen van Jan Breydel op elkaar kreeg - in een glansrol. Anderhalve assist erbij. Clasie viel sterk in, Diaby lijkt weer op de kampioenenmaker die hij was, Limbombe blijft charmeren op zijn flank. "Dat was mijn Club Brugge", grijnsde de coach.

In geen tijd boog Club de achterstand om naar een 2-1-voorsprong en barstte vulkaan Jan Breydel weer uit zijn voegen. Dat het drie minuten lang weer 2-2 stond, was gezien de uiteindelijke 4-2-eindstand niet meer dan een voetnoot.

En voor Leko? Een lachje. "Ik ben ook trots op hoe we teruggevochten hebben. De spelers mogen genieten van hun welverdiende vakantie", besloot de Kroaat. "Maar daarna gaan we vanaf de eerste dag dit Club Brugge nog beter maken."