Direct naar artikelinhoud

Schulz leeft op (te) grote voet

Het Europees Parlement stelt zich vragen over zijn voorzitter Martin Schulz. De Duitser heeft 35 medewerkers, onder wie twee chauffeurs en een persoonlijke butler. 'Ongepast in tijden waarin iedereen moet besparen.'

Trop is teveel, ook voor Martin Schulz, president van het Europees Parlement. In een evaluatierapport stelt het Europees Parlement zich vragen over het grote aantal medewerkers en het riante budget van Schulz (59). Het gaat over gegevens van twee jaar geleden, toen de Duitse socialist het deed met in totaal 35 medewerkers, onder wie twee chauffeurs en een persoonlijke butler.

Van het goede te veel? Het rapport zegt in elk geval dat er kritische vragen moeten worden gesteld over de uitgebreide 'hofhouding' van de voorzitter. Volgens sommige parlementsleden vormt het een slecht voorbeeld in tijden waarin kostenbesparingen in Europa hoog op de agenda staan.

Het is niet de eerste keer dat Schulz, sinds begin 2012 voorzitter van het Europees Parlement, onder vuur komt te liggen voor het budget dat hij opslorpt. Hij kreeg vorig jaar kritiek omdat hij een dagelijkse vergoeding van 304 euro kreeg, terwijl hij campagne voerde om voorzitter van de Europese Commissie te worden. Hij kreeg dat bedrag bovenop zijn jaarsalaris van 200.000 euro. Schulz besloot afstand te doen van die wettelijke vergoeding.

Toch moet bij de kritiek ook een stevig vraagteken geplaatst worden. Het is niet de eerste keer dat de kosten van Europese parlementairen onder vuur komt te liggen. Vooral Europa-hatende, rechtse populisten - met voorop de Britse partij UKIP - nemen de riante onkostennota's en vergoedingen in de EU regelmatig onder vuur en stellen Europa graag voor als een geldverkwistend circus waar helemaal niets gebeurt. Een kritiek die veel meer door ideologie dan door feiten ingegeven lijkt.

In een reactie op het evaluatierapport zegt het kabinet van Schulz dat de voorzitter niet anders kan dan deze onkosten te maken. "Onder meer de inzet van twee chauffeurs is geen overbodige luxe. Er wordt van de voorzitter een grote mobiliteit gevraagd, maar tegelijk moet aan de geldende regelgeving voor rustpauzes van chauffeurs tegemoetgekomen worden. Om de mobiliteit van de voorzitter te garanderen, zijn daardoor twee chauffeurs nodig. Ook een tweede auto is nodig om hem op alle locaties vervoer te garanderen." Het kabinet van Schulz merkt ook op dat de voorzitter het in vergelijking met zijn twee voorgangers met minder medewerkers doet.