Direct naar artikelinhoud

Zelfs ballenjongens huilen na zege van Benevento

Benevento was het lachertje van de Serie A, met 4 punten uit 19 wedstrijden. Maar tegen Sampdoria mocht het clubje eindelijk juichen.

Een paar seconden nadat de vierde official aangeeft dat de eerste helft met een minuut wordt verlengd, maakt Sampdoria de 0-1. Het publiek wendt de blik gelaten af en zucht: het gaat weer niet lukken.

Benevento is een stad die ooit groot werd dankzij keizer Trajanus, maar waarvan nadien weinig is vernomen. Totdat de plaatselijke voetbalclub voor het eerst in de Serie A terechtkwam. Een wonder, aldus de 60.000 inwoners.

Het debuut van Benevento Calcio op het hoogste niveau werd een fiasco. Bologna, Torino, Napoli, Roma: telkens werd verloren en dat veertien wedstrijden lang. In geen van de vijf Europese topcompetities was er ooit een club slechter aan een seizoen begonnen. "Het is misschien iets te snel gegaan", zegt supporter Fabrizio Orlando. Zijn club kwam in 2008 nog uit op amateurniveau en promoveerde pas in 2016 naar de Serie B.

Benevento werd vanwege de verliesreeks een argument in de discussie over de crisis in het Italiaanse voetbal. Juventus-directeur Agnelli riep op niet langer met twintig teams te spelen. Vanwege makkelijke duels tegen clubs als Benevento verliest de Serie A volgens hem aanzien, met gevolgen voor het tv-geld.

De Laurentiis, voorzitter van Napoli, gaf Agnelli gelijk nadat zijn club met 6-0 van Benevento had gewonnen. "Het is vervelend dat de topteams Serie B-spelers treffen", zei hij.

Coda luidt ommekeer in

Al die uitspraken frustreerden supporters als Orlando, maar Benevento ging gewoon door met verliezen, op één wedstrijd tegen Chievo na. Ook nu, tegen Sampdoria, lijkt de ploeg kansloos. Maar dan breekt de 70ste minuut aan en scoort vanuit het niets Massimo Coda de elfde seizoensgoal van Benevento. Uit ongeloof blijft het een fractie van een seconde stil in het stadion: wat gaan we nu beleven?

Zes minuten voor tijd slaat dat ongeloof om in euforie als wederom Coda scoort. Gejuich barst los, spelers stormen van de reservebank het veld op, supporters vallen elkaar in de armen en de stem van de stadionspeaker begeeft het pas als hij de naam van de doelpuntenmaker in totaal veertien keer door het stadion heeft laten schallen.

Als in de 91ste minuut ook nog eens de 3-1 valt, stroomt de bank wederom leeg. Ballenjongens beginnen te huilen, vaders kussen hun zoons en de twee lokale brandweermannen langs het veld gooien juichend hun helmen in de lucht.

Dat de degradatie nog altijd onafwendbaar lijkt, maakt niemand iets uit. Er is gewonnen.